Voorpublicatie

De aarde warmt op. Maar je bent geen druppel op de gloeiende plaat

Voorpublicatie uit 'Hoe gaan we dit uitleggen' van Jelmer Mommers

De aarde warmt op. Maar je bent geen druppel op de gloeiende plaat

We voelen ons schuldig en machteloos als het over klimaatverandering gaat. Maar toen journalist Jelmer Mommers voor zijn boek Hoe gaan we dit uitleggen uitzocht wat we allemaal kunnen doen tegen de opwarming van de aarde, kreeg hij weer hoop. Hier lees je alvast een voorproefje.

Klimaatverandering is een ramp van een onderwerp, ik zeg het maar gewoon eerlijk. Ik ben er al vijf jaar als journalist continu mee bezig en ik vind het nog steeds afstotelijk. Dus als je hebt geaarzeld dit verhaal te lezen: ik begrijp het helemaal.

Het begint al bij het woord ‘klimaat’. Met de technische betekenis is niet zo veel mis: ‘het gemiddelde weer over een periode van minstens dertig jaar’. De term is bedacht om algemene uitspraken te kunnen doen over het weer op een bepaalde plek. België heeft bijvoorbeeld een gematigder en koeler klimaat dan India. Voor de meeste mensen en gedurende het grootste deel van onze recente geschiedenis was het klimaat een gegeven, ongeveer zo boeiend als het langzame stromen van gletsjers of de samenstelling van de lucht die we inademen. Achtergrond. Voer voor experts.

Maar we weten allemaal dat het woord ‘klimaat’ tegenwoordig een heel andere lading heeft. Dreiging. Gevaar. De afgelopen jaren vertellen de experts ons in steeds fellere bewoordingen dat het klimaat door menselijk toedoen ingrijpend verandert. Niet op één plek, niet in België óf in India, maar overal tegelijk. Ze vertellen ons dat de aarde opwarmt, dat zeespiegelstijging kuststeden bedreigt, dat hittegolven vaker ondraaglijk heet worden, dat de wereldwijde voedselvoorziening onder druk staat. Ze vertellen ons dat doorgaan op de huidige weg vrijwel zeker tot wereldwijde catastrofes zal leiden – en al leidt.

Elke maand komt er wel een stuk bij waardoor ik denk: het is nog veel erger dan ik dacht.

Ik heb op mijn computer een mapje waarin ik nieuws en studies over het veranderende klimaat verzamel. Het is een uitdijende uitnodiging om wanhopig te worden. Elke maand komt er wel een stuk bij waardoor ik denk: het is nog veel erger dan ik dacht. Als ik net de schrik te boven ben van een omvangrijke studie die stelt dat deze eeuw honderden miljoenen mensen last kunnen krijgen van watertekorten door smeltend ijs in het Himalayagebergte, dan dient de volgende mokerslag zich alweer aan: het zou de komende eeuwen zo heet kunnen worden dat een deel van de wolken verdwijnt. Met als gevolg dat nóg meer zonnewarmte het aardoppervlak bereikt – wat tot een onleefbaar hete aarde zou kunnen leiden.

Niemand weet nog of het zover zal komen. Er is ook een kans dat de opwarming langzamer gaat dan nu wordt verwacht en dat we ons beter aanpassen dan in onze stoutste dromen mogelijk lijkt. Maar we hebben geen enkele garantie op die afloop, en een alternatieve aarde is er niet.

“Niets uit de geschiedenis bereidt ons voor op wereldwijde ontwrichting van het klimaat.

Het eerlijke verhaal is dat we ongelofelijk diep in de shit zitten. De mens heeft het warmere klimaat waar we nu op afstevenen nog nooit meegemaakt. We kennen lokale droogtes, lokale overstromingen, lokale weersextremen. Maar niets uit de geschiedenis bereidt ons voor op wereldwijde ontwrichting van het klimaat, met tal van gevolgen die op zichzelf onprettig zijn en in combinatie met elkaar rampzalig.

We betreden volledig nieuw terrein. Hoe langer we op de huidige voet doorgaan, hoe ontwrichtender de gevolgen.

Waarom Tom wegkijkt

Iedereen heeft zijn eigen manier gevonden om zich tot de wereldwijde opwarming te verhouden. Tom, een van mijn beste vrienden, kijkt weg. Hij zei het laatst letterlijk toen we koffiedronken: ‘Ik kies ervoor om weg te kijken.’

Hij wil zijn leven leiden zonder zich de hele tijd rot te voelen over de staat van de aarde. Hij maakt zich wel degelijk zorgen over het klimaat, maar heeft geen vertrouwen in de overheid, want die doet veel te weinig. Hij heeft ook geen vertrouwen in bedrijven, want die kiezen uiteindelijk altijd voor winst en maken het probleem daardoor vaak erger. En hij heeft geen vertrouwen in zijn medemensen, want zelfs als mensen goed op de hoogte zijn, dragen ze nog bij aan de opwarming.

En dan zijn er nog de ontkenners in de politiek die soms verkiezingen winnen met de boodschap dat we niets aan het klimaat moeten doen.

Dat knagende schuldgevoel

Op slechte dagen deel ik Toms wanhoop. Er zijn overheden, organisaties en mensen die hun uiterste best doen, maar collectief doet de mensheid, doen wij nog veel te weinig om de opwarming te beperken. Er is ontzettend veel hypocrisie.

Ik kan ervan getuigen. Enerzijds schrijf ik over de opwarming, geloof ik vurig dat we meer actie moeten ondernemen, en heb ik een aantal dingen in mijn eigen leven aangepast omdat ik me zorgen maak over het milieu. Ik eet bijvoorbeeld geen vlees meer en vlieg sinds vorig jaar niet meer.

Hoe ga ik dat uitleggen als iemand me in de toekomst vraagt wat ik deed om de aarde leefbaar te houden?

Maar ik rijd soms nog wel auto en ik heb laatst voor het eerst in mijn leven geskied, op nepsneeuw nota bene. Het zou zelfbedrog zijn om te doen alsof ik een ‘positieve bijdrage’ lever – dat is gewoon onzin als je kijkt naar de vervuiling die ik veroorzaak. Hoogstens belast ik de natuur elk jaar een beetje minder, recycle ik iets meer, composteer ik iets meer dan het jaar ervoor. Maar dat is echt geen reden voor zelffelicitatie. Onder de streep ben ik nog steeds een vervuiler.

Hoe ga ik dat uitleggen als iemand me in de toekomst vraagt wat ik deed om de aarde leefbaar te houden? Ongemakkelijke vraag. Ik heb er geen goed antwoord op. En ik zou willen dat het er niet was: dat knagende schuldgevoel, de angst, de wanhoop.

Hoe ik weer hoop kreeg

Dus besloot ik op zoek te gaan. Ik ging op zoek naar manieren om wél te blijven kijken, maar niet wanhopig te worden. Ik zocht een antwoord op de vraag hoe erg het precies is gesteld met het klimaat, en of we überhaupt nog een geloofwaardige kans hebben om de opwarming te bedwingen. Ik onderzocht welke acties een verschil maken en waarom.

De afgelopen vijf jaar sprak ik met wetenschappers en beleidsmakers, met lobbyisten en Shellmedewerkers, met actievoerders en met politici van de VVD tot de Partij voor de Dieren. Ik was bij klimaatdemonstraties en rondetafelgesprekken van de industrie; ik was in Parijs bij de grote klimaattop van 2015, en in Zuid-Amerika om te onderzoeken waarom Ecuador zich genoodzaakt ziet olie te winnen in het regenwoud van de Amazone. (De wereldwijde vraag naar olie, onder meer veroorzaakt door het vliegtuig waarmee ik naar Ecuador reisde, was inderdaad een deel van het antwoord.)

Ik gebruik de woorden ‘wij’ en ‘ons’ heel bewust. Dit gaat echt over ons allemaal.

De afgelopen jaren ben ik erachter gekomen dat mensen wél iets kunnen veranderen als ze samen in actie komen. Niet in een of andere utopische toekomst, nu al. Hoewel je er in het dagelijks leven weinig van merkt, is er een groeiende groep mensen op de been. Zij vinden dat de toekomst niet iets is wat ons overkomt. En ze hebben gelijk: het verhaal dat we onze (klein)kinderen vertellen, schrijven wij zelf.

Ik gebruik de woorden ‘wij’ en ‘ons’ heel bewust. Dit gaat echt over ons allemaal. Het gaat over onze collectieve geschiedenis en onze gezamenlijke toekomst. Iedereen heeft daar zijn eigen positie in en zijn eigen ideeën over. Maar hoe divers we ook zijn, uiteindelijk wonen wij allemaal op dezelfde planeet en delen we één wereldwijd klimaat.

Daarom wil ik met mijn boek Hoe gaan we dit uitleggen laten zien dat er een manier van kijken bestaat waarbij wanhoop het begin is van iets nieuws, in plaats van een reden om je blik af te wenden. Er is een nieuw verhaal in de maak, een verhaal waarin de gevolgen van al onze acties bij elkaar optellen – en elke bijdrage betekenisvol is.

“Er is een nieuw verhaal in de maak, een verhaal waarin de gevolgen van al onze acties bij elkaar optellen – en elke bijdrage betekenisvol is.”

Dat wil niet zeggen dat alles nu voor altijd goed komt, maar wel dat we een kans hebben om een beslissende wending te maken. Het verhaal dat ik ga vertellen draait niet om ‘minder’ – minder vliegen of minder autorijden. Het draait om meer en beter: meer geluk, meer welvaart, meer gezondheid. Op goede dagen durf ik het hardop te zeggen: alles is nog mogelijk.

Het resultaat, mijn boek Hoe gaan we dit uitleggen, is voor alle Toms out there. Voor iedereen die geneigd is weg te kijken, maar ook wel weet dat dat geen oplossing is. Voor iedereen die nu eindelijk eens precies wil weten hoe het zit, met dat klimaat. Voor iedereen die een bijdrage wil leveren, als dat nut heeft.

Voor iedereen die denkt dat we dit nooit gaan oplossen, maar nog bereid is zich stevig te laten verrassen.

Hoe gaan we dit uitleggen van Jelmer Mommers is verschenen bij De Correspondent. Meer informatie vind je op: decorrespondent.nl/klimaatboek

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen