Vervolgverhaal

De vrouw die meerdere lieven wou

Deel 1

De vrouw die meerdere lieven wou

Welkom in het avontuur alwaar cupido overuren draait.

Hoe het begon

Er was eens een man die heel graag kan.
Maar hij kon het niet.
De-man-die-het-niet-kon bezorgde mij onnoemelijk veel verdriet, mijn lief.
Ex-lief, verschoning.
De zoveelste op een rij.

Deze keer dacht ik écht dat het zou lukken. Dat we samen grijs zouden worden, levens zouden blijven delen. Tot op het einde, of toch zo eindig mogelijk.
Ik had daar beelden bij. Beelden van een warme ingetogen trouwerij. Beelden van hij en mij in bed. Niemand anders meer in dat bed, nooit, ons bed. Beelden van onze dochters die we elk afzonderlijk grootbrachten maar toch ook een beetje tezamen. Het ruime sop in qua, te gare.
De wereld zouden we veroveren met onze kunsten en kunde. Mekanders muze en meesters. Ying, yang en zoveel meer samen dan apart. Ganse filmrollen werden afgespeeld in dat verdomde hoofd.

“Hoe intenser de relatie, hoe heftiger de breuk, zeggen ze. Dat klopt.”

Tot ‘The End’ in the picture verscheen en hij verdween.
Als van de aardbol weggezogen.
Een focking tearjerker, mijn tearjerker.
Hoe intenser de relatie, hoe heftiger de breuk, zeggen ze.
Ze zeggen zoveel.
Maar ik zeg: dat klopt.
I cried myself a river. De pompiers nog net niet gebeld om mijn vuur te blussen en de overstroming te dempen.
Zandzakjes please, reddingsboeien waar?
Ik huilde drie weken lang, drie weken ver.

Een vrijpostig iemand zei mij: ‘Wat raar. Het is toch de eerste keer niet dat je een lief had en dan niet meer.’
Beng.
Affirmatief.
Het is absoluut de eerste keer niet.
Het is de walgelijk zoveelste keer.
Ik durf en mag er van mezelf geen getal op plakken of mijn maag keert om.

Om maar te zeggen:
Ik heb er al wat op mijn teller staan.
Om maar te zeggen:
Mijn teller is tilt geslagen, samen met het hoofd.

“Een grote, langgerekte ‘Neeeeeeeeeee’ komt vanuit de krochten van mijn lijf gebruld, geschreeuwd en gekruld.”

Wanneer ik denk aan de toekomst, denk ik aan de nieuwigheid en alle bijkomstigheden van nieuwigheden van liefde. Het – o zo noodzakelijk – overgeven aan… het vertrouwen, het feit dat de kans op mislukken altijd steeds opnieuw om de hoek ligt te loeren, dat vermoeide begin, de onzekerheden, het opnieuw binnenlaten in mijn leven, het leven waar ook een kind in rondloopt, het moeten introduceren van dat lief aan het kind…
Een nieuw onbekend lichaam, enzovoorts enzoverder.

‘Ik kan het niet meer, ik wil het niet meer.’
Een grote, langgerekte ‘Neeeeeeeeeee’ komt vanuit de krochten van mijn lijf gebruld, geschreeuwd en gekruld.

Deze vrouw heeft gewoon wat ruimte nodig, zou je kunnen denken.
Welja, een heelal misschien.

Ware het niet dat niets zo troostend is als armen.
Ware het niet dat je ze net dàn het meeste nodig hebt, bij hun afwezigheid.
Ware het niet dat ik de liefde zo liefheb.

Een lief dat gaat lopen, een bed dat veel te groot en te koud is. Een zetel om de nacht door te komen, om niet in dat bed te moeten liggen.
De armen die er niet zijn worden aanweziger dan ooit. Prangend present.

Ik dacht dat ik nooit geen andere armen meer verdragen zou.

Ik wil geen lief meer, dacht ik. Ik wil duizend lieven, dacht ik. Ik denk dat ik teveel denk, dacht ik ook nog. Dus op een bepaalde dag ben ik gewoon weer begin doen.

“Ik wil geen lief meer, dacht ik. Ik wil duizend lieven, dacht ik. Ik denk dat ik teveel denk, dacht ik ook nog.”

Er was de jongen die heel erg knap zat te wezen op een barkruk.
Het was de avond dat ik besloten had om een zesdelige brief te schrijven naar het lief dat geen lief meer was. Ter afscheid. Het was de avond dat ik dat toch niet deed.
Het was ook die avond dat ik de jongen op de barkruk van naderbij leerde kennen. Van het soort naderbij dat niet dichter kan. Vel tegen vel en zo meer.

Ik vroeg hem of we samen konden slapen. Zomaar, vroeg ik dat. Vanuit het niets, vanuit het alles, overgoten met een paar glazen wijn.
Hij stemde in.

‘Maar waarom? Waarom wil je dat?’
Ik: ‘Troost, omdat je oksels en armen er uitzien als een geschikt plek om in te schuilen.’
‘Daarom.’
Dat begreep hij.
En zo geschiedde. Ik ging mee naar zijn schuiloord, en dat werd zowat de eerste pagina van wat later het ‘meerdere-lieven-plan’ zou worden.
Tot zover.

Wordt vervolgd.

 Illustratie: Paulien Houben
Lees alle delen in het vervolgverhaal De vrouw die meerdere lieven wou

Schrijf je reactie

1 reactie
  • joke verstuyf says:

    Dag Barbara,

    ik had graag even gereageerd op je column ‘de uitmaakpsycholoog’ die in het laatste bookzine te lezen was (ik vind deze column online niet terug). Het is voor jou waarschijnlijk al even geleden dat je deze schreef maar ik vond nu pas tijd om het bookzine te lezen (shame on me) en wou toch graag nog even reageren. Bij deze 🙂 .

    @ De uitmaakpsycholoog

    Dag Barbara,

    Eerst en vooral dit. Het spijt me dat je lief het heeft uitgemaakt en dat jij gekwetst achter bleef. En ook, het spijt me dat je lief het heeft uitgemaakt op de manier waarop hij dit deed. Je achter latend in een mysterieus “omdat de psycholoog het zegt dat dit beter zou zijn voor mij”. Ik begrijp helemaal de verwarring die dit teweegbrengt en opborrelende fantasieën van therapeuten op laatavondvergaderingen die zich nauwelijks iets lijken aan te trekken van de schade die ze misschien wel teweegbrengen bij de mensen die niet aanwezig zijn in de therapieruimte. Het deed mij, psycholoog en bijna-afgestudeerd-psychotherapeut zijnde, verdriet om dat te horen. Net daarom voel ik misschien de behoefte om wat uitleg te geven aan jou.

    Wij als “de therapeutenvereniging”, dat bestaat niet. We zijn een heel diverse groep van mensen zoals jij en ik die hen best doen om andere mensen te helpen in hun zoektocht in dit moeilijke leven vol mogelijkheden en vol leuke en minder leuke momenten. We doen dat elk in onze stijl, gebruik makend van de handvaten die we uit onze eigen scholing en leertherapie meegekregen hebben (ja, wij therapeuten hebben ook allemaal zelf therapie doorlopen). De meesten onder ons hebben naast onze basisopleiding van 5 jaar (psycholoog, orthopedagoog, gezinswetenschapper, …) een extra opleiding tot psychotherapeut van 4 jaar gevolgd. Niet om daarna vanuit de boeken neer te kijken op andere mensen en hen te vertellen wat ze wel en niet moeten en mogen doen. Nee, wij beseffen als geen ander dat er niet zoiets bestaat als “een handboek naar een gelukkig leven” toepasbaar op iedere cliënt die bij ons langskomt. Nee, een zichzelf respecterend psycholoog en/of psychotherapeut doet al deze inspanningen van opleiding, leertherapie, en intervisie, wetende dat we heel zorgvuldig moeten omspringen met advies en dat we dienen te luisteren naar wie voor ons zit, met zijn of haar unieke levensverhaal, behoeftes en verlangens voor de toekomst. Wij zullen dus zelden het advies geven aan een cliënt om naar huis te gaan om het uit te maken met “het lief”, en al zeker niet na één gesprek. Uitzondering daarop zijn relaties waarin er sprake is van extreem fysiek geweld en waarbij veiligheid op de eerste plaats komt te staan. Maar uit jouw verhaal kan ik opmaken dat dit bij jou wel niet het geval zal zijn.

    Wat ik denk Barbara, is dat jij slachtoffer werd van iets dat ik ook wel eens durfde mee te maken in mijn praktijk. Man/vrouw komt op gesprek. In dit gesprek heeft hij/zij het over de partner en hoe moeilijk dit loopt. Waarop ik zeg “het lijkt moeilijk te lopen met je partner. Is dit iets waarover je meer duidelijkheid zou willen krijgen in onze gesprekken?”. Waarop de man/vrouw in kwestie reageert: “Eigenlijk voel ik mij niet goed in die relatie. Ik wil afstand nemen van mijn partner.”. Vaak komt desbetreffende man/vrouw erna niet meer op gesprek bij mij. Voor mijn cliënt was het eigenlijk al duidelijk dat hij niet meer in die relatie wou investeren en ook dat hij niet bijster veel zin had in een therapeutisch traject hierrond. De cliënt wou dit vooral eens vertellen aan iemand anders en, soms, is hij/zij ook gewoon op zoek naar iemand naar wie de verantwoordelijkheid voor de breuk kan doorgeschoven worden. Een beetje als in “ik ben zelf te onzeker/bang om te zeggen dat ik niet meer wil, dus schuif ik het af op mijn psycholoog/therapeut”. Het lijkt alleszins gewerkt te hebben, niet? Je maakt jou kwaad op de “uitmaakpsycholoog” en niet op je ex-lief. In een ideale wereld, had je ex-lief de gesprekken gebruikt om zelf duidelijkheid te krijgen op wat hij wilt en nodig heeft én had hij in de gesprekken beseft dat het belangrijk is om hier ook naar jou toe open in te zijn en dus zijn verantwoordelijkheid daarin op te nemen. Misschien had hij je zelfs eens mee uitgenodigd naar de therapeut om er samen over te spreken, omdat hij het wat te moeilijk vond om het alleen te bespreken met jou. Dan was het voor jou duidelijk, voor hem duidelijk. Het resultaat was misschien hetzelfde geweest, nl. een relatiebreuk en jij die gekwetst achterbleef. Maar het was misschien ook een stuk beter verteerbaarder geweest voor jou dan een mysterieus “mijn therapeut en ik denken dat ik wat afstand nodig hebt”.

    Dus, wat mij rest is jou veel sterkte toe te wensen in het verwerken van deze breuk. Ik zelf zal alleszins blijven werken aan manieren om mijn cliënten én de mensen in hun omgeving verder te helpen. Net zoals ik hoop dat ook mijn collega’s dit doen. Echt, oprecht, het allerbeste aan jou toegewenst.

    Joke Verstuyf
    Psycholoog en psychotherapeut io

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen