Opinie

Minder schrijven over terreur is niet zo’n gek idee

Minder schrijven over terreur is niet zo’n gek idee

Bij elke aanslag vragen we ons op de redactie af hoe we moeten reageren. Wat valt er nog te zeggen om mensen een hart onder de riem te steken? Na Londen besloten we: deze keer zeggen we niets, want eerlijk gezegd weten we het zelf niet meer.

Misschien was het ook niet nodig om iets te zeggen. Andere media zeiden al heel veel. Teveel, vond schrijfster Saskia de Coster. In haar column in De Morgen riep ze diezelfde krant op om een week niet over terreur en aanslagen te schrijven. “Het nieuws is obsessief gericht op aanslagen en terreur. Dat is normaal, zou je kunnen zeggen, dat is berichtgeving. Dat is een focus, zou je ook kunnen zeggen.” Ze vroeg haar krant die focus eens te verleggen.

“Ik zou het willen omdraaien. Waar hebben we het niet over, doordat we het zoveel over terreur hebben?”

Op Twitter, de plek waar je meteen moet kijken als je kritiek zoekt op eender welk opiniestuk, werd haar verweten dat ze onrealistisch is. Dat niet berichten hetzelfde is als wegkijken. Op Facebook waren er mensen die 140 tekens al teveel vonden en enkel een plaatje van een struisvogel postten.

Is minder berichten over aanslagen inderdaad hetzelfde als wegkijken? Ik zou het willen omdraaien. Waar hebben we het niet over, doordat we het zoveel over terreur hebben?

Is er een aanslag, dan domineren live blogs met titels als “alles wat we tot nu toe weten over de aanslagen” de krantensites. Het aantal gewonden en dodelijke slachtoffers. Welke wapens. Hoeveel daders. Mogelijke motieven van de daders. Profielen van de daders. Foto’s van de slachtoffers. Verhoogde veiligheidsmaatregelen. Boze politici.

Deze week publiceerde Politico een grafiek met de titel How to fight terrorism? Start with the facts. De feiten die je zou verwachten: toename van radicalisering, gebrek aan terreurbestrijdingscellen, aantal teruggekeerde Syriëstrijders. Maar nee, deze grafiek liet zien dat hoewel er in 2015 en 2016 meer aanslagen waren, de kans om door terrorisme om het leven te komen nog steeds bijna verwaarloosbaar is. 0.027 op de 100.000 mensen in Europa overleden in 2016 door een terroristische aanslag. 265 op de 100.000 overleden aan kanker, 132 door hartziekte, 83 door een aandoening aan de luchtwegen, 11.7 door zelfdoding, 5.9 door verkeersongelukken, 2.29 door hittegolven.

Zulke cijfers zeggen iets over de manier waarop berichtgeving in de media onze angsten stuurt.

De nabestaanden van iemand die op het verkeerde moment op de verkeerde plek was, hebben er weinig aan om te weten dat de kans dat zoiets gebeurt miniem is. Zulke cijfers bieden geen troost, maar ze zeggen wel iets over de manier waarop berichtgeving in de media onze angsten stuurt.

Als ik mij in een grote mensenmassa of op het vliegveld bevind, flitst er altijd door me heen dat hier “iets” zou kunnen gebeuren. Daar denk ik zelden aan als ik in mijn woonplaats Brussel op de fiets stap, terwijl fietsen hier veel weg heeft van een spelletje Russische roulette en er een smogprobleem is. Als ik in de winter de bus neem in plaats van de fiets, denk ik zelden na over hoe gebrek aan lichaamsbeweging bijdraagt aan kanker of hartproblemen. Dat er tienduizend keer meer mensen sterven aan kanker dan aan terrorisme, vertaalt zich niet in de berichtgeving of ons bewustzijn.

Je kunt zeggen dat terroristische aanslagen meer zijn dan de som van het aantal sterfgevallen. Dat terrorisme een aanslag op de samenleving is en daarom meer aandacht verdient dan ander nieuws. Wat we soms vergeten, is dat de media-aandacht die terroristen en hun daden krijgen, onnoemelijk veel bijdraagt aan het creëren van zo’n aanslag op de samenleving. Angst zaaien – het doel van terroristen –  is een stuk gemakkelijker als elk incident zo breed mogelijk wordt uitgemeten in live blogs en headlines.

“Klimaatverandering is evengoed een bedreiging voor onze samenleving.”

Media maken betekent keuzes maken. Klimaatverandering is evengoed een bedreiging voor onze samenleving. Hoewel er honderd keer meer Europeanen sterven door hittegolven dan terrorisme, is het nog wachten op de eerste krant met een live blog over stijgende temperaturen of smeltend arctisch ijs. Een week lang minder schrijven over incidenten en meer over (oplossingen van) structurele problemen, ik vind het geen gek idee. We hoeven terroristen niet de headlines, noch ons bewustzijn, te laten bepalen.
 

Selma leest meer kranten dan gezond is voor een mens. Om dit tijdverdrijf tot nut te maken, schrijft ze elke week een column over iets wat haar opviel in de media.
Foto: Istock

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen