Doogelicht

Opgejaagd wwwild

Hoe vrij is het internet nog?

Opgejaagd wwwild

Ooit hoopten we de ultieme vrijheid te vinden  op het ­wereldwijde web. Vandaag kan er juist heel veel niet ­online, omdat de censuurpolitie jacht maakt op blote tepels en ander naakt. Wordt het tijd om de ­bokshandschoen op te nemen? Illustratie Flore Deman

Toen het Internet in de jaren 90 werd uitgerold, schreven we het nog plechtig met een hoofdletter. Wereldwijd juichten mensen, want voortaan waren we niet langer afhankelijk van enkele mediabonzen om een groot publiek te bereiken. We konden zelf beslissen wat we met wie deelden. Al snel ontstonden fora waarop we foto’s publiceerden en – al dan niet anoniem – onze mening of diepste gedachten deelden. Op het internet, ja, daar kon je pas écht vrij zijn.

Fast forward naar afgelopen zomer. Vlaamse musea pakken uit met een opvallende campagne die meteen viraal gaat. In een video die op sociale media circuleert, zien we hoe kunstliefhebbers in het Rubenshuis worden aangesproken door een man in uniform. “Heeft u een account op sociale media? Dan moeten we u beschermen voor de naaktheid”, vertellen ze aan de museumbezoekers. Vervolgens schermt de bewaker de schilderijen af en laat hij het publiek verdwaasd achter.

Verboden materiaal

Met hun campagne klagen de musea het censuurbeleid van Facebook aan. In de 16de eeuw waren we minder preuts dan nu, klinkt het. De voluptueuze vrouwen van Rubens zouden anno 2018 geweigerd worden op de meeste online platformen, omdat er naakte borsten op te zien zijn. Volgens de officiële regels van Facebook kan een advertentie op het platform inderdaad geweigerd worden als er naakt op te zien is – zelfs al gaat het om een schilderij. De illusie van het internet als vrijplaats voor wat in de offline wereld niet mocht, werd in drie decennia tijd aan diggelen geslagen.

“De illusie van het internet als vrijplaats voor wat in de offline wereld niet mocht, werd in drie decennia tijd aan diggelen geslagen.”

Facebook is lang niet het enige platform dat dergelijke ­censuurmaatregelen hanteert. Van YouTube is geweten dat ze video’s over transgenders en de lgbt-community benadelen doordat de advertentiedienst er niet altijd reclame bijplaatst. “Een foutje in ons systeem dat niet altijd kan oordelen wat wel of niet aanstootgevend is”, reageert het ­videoplatform op die beschuldigingen. Twitter gaat dan weer subtieler te werk en past de volgorde van de zoekresultaten aan zodat ‘schadelijke’ posts onderaan komen te staan.

Waarom doen die platformen dat eigenlijk? Er zijn allerlei redenen, maar de belangrijkste is ongetwijfeld dat ­Facebook en co. een zo groot mogelijk publiek willen aanspreken en daarbij niemand tegen de borst willen stuiten. Wat in het ene land geen taboe meer is, is dat in een ander misschien wel. Sociale media plooien zich doorgaans naar wat gangbaar is in de grote, machtige landen, maar in deze geglobaliseerde wereld kent het internet geen grenzen.

Naaktmodellen

Dat sociale media tepels van vrouwen gaan censureren, is vooral erg voor zij die het beroepsmatig nodig hebben om dergelijke beelden te publiceren. Naaktmodellen en -fotografen moeten creatief met stickers omspringen wanneer ze hun werk op Instagram willen delen. Fotografe Carmen De Vos plaatst bijvoorbeeld ‘krasjes’ op haar beelden nadat haar foto’s meerdere malen van ­Facebook verwijderd werden.

“We worden verplicht ­beschaamd te zijn over ons ­lichaam, ­terwijl naaktheid onze natuurlijke staat van zijn is.”

“De eerste stap is dat Facebook een van je foto’s verwijdert”, vertelt ze. “Daarna beginnen ze te blokkeren. Dat begint met één dag, daarna een week, een maand en ten slotte deleten ze je account. In eerste instantie was ik daar kwaad over, omdat het kinderachtig is en de censuur op niets slaat. Wat maakt een vrouwelijke tepel zo veel anders dan een mannelijke, toch alleen het ‘gewicht’ dat mannen die toedragen? Toch pas ik me ook aan; ik plaats ‘krasjes’ op strategische plaatsen nu mijn volledig profiel soms geblokkeerd wordt. Die block hangt als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Ik vind het beangstigend hoe één man en zijn beleid bepalend worden voor ons wereldbeeld en ons gevoel voor schaamte. We worden verplicht om beschaamd te zijn over ons lichaam, terwijl naaktheid de meest natuurlijke staat van being is. Hoe langer dit duurt, hoe minder mensen zich de vraag gaan stellen of deze vorm van censuur eigenlijk wel normaal is. Jonge opgroeiende kinderen al helemaal niet, en zij zijn de volwassenen van morgen. Nochtans is bloot in de kunsten niet bij wet verboden, wat van hate speech en racisme niet kan gezegd worden, en deze passeren dan wel weer moeiteloos.”

Wie een beetje slim is, kan die strenge regels gebruiken om mee te stunten. Dat deed de Duitse afdeling van Pink Ribbon in 2016 bijvoorbeeld, toen de organisatie een campagne lanceerde om de aandacht op borstkanker te vestigen. Onder de noemer ‘Check it before it’s re­moved’ lanceerde het een reeks foto’s die mensen konden delen. Op de beelden keken vrouwen met een ontblote borst de kijker aan.

“Bloot is niet bij wet verboden, racisme wel en dat passeert moeiteloos.”

Iedere post bleef ongeveer twee uur staan voor hij door de censoren van Facebook of Instagram verwijderd werd. “De enige disruptie kan door de inhoud zelf komen. Om mensen aan het denken te zetten, moesten we de regels en het taboe rond het vertonen van tepels op sociale media doorbreken – maar in dat geval waren we dankbaar dat die regels er zijn zodat we ze konden breken”, zei reclamemaker Myles Lord later over de campagne.

Toch kijkt niet iedereen zoals Lord naar die censuur. Sekswerkers bijvoorbeeld, die sowieso al opgejaagd wild zijn in de offline maatschappij.

jacht op sekswerkers

Moira Mona is een Nederlandse sekswerkster die op Twitter opkomt voor de rechten van haar collega’s. Ze vertelt over Patreon, een site die door artiesten gebruikt wordt om hun fans geld te laten doneren. Lange tijd zochten sekswerkers en camgirls hun toevlucht tot het platform ­omdat ze op andere platformen zoals Kickstarter niet terecht ­konden. “Patreon heeft sinds kort een nieuw beleid doorgevoerd en bant sekswerkers, doorgaans vlak voor het maandelijkse moment waarop de donaties worden uitbetaald. Wie ­geluk heeft, krijgt nog een laatste keer zijn of haar ­centen, wie pech heeft kan er naar fluiten. Bij Patreon leggen ze de schuld bij de betaaldiensten zoals Stride en PayPal, die hen onder druk zouden zetten”, zegt Moira.

broodwinning

PayPal heeft al langer een reputatie wanneer het aankomt op het blokkeren van sekswerkers, zo blijkt. De betaaldienst zegt dat het vooral illegale prostitutie met minderjarigen wil tegengaan, maar treft er ook volwassenen mee die er net op een legale manier hun broodwinning van maken. Wat daarnaast legaal is in één land, is dat in een ander niet – een onderscheid dat online wegvalt. “Ik kreeg ooit het bericht dat mijn rekening geblokkeerd was omdat ik aan sekswerk deed. Alles werd 30 dagen bevroren en daarna kon ik nog één keer inloggen op mijn rekening om alles eraf te halen”, vertelt Moira.

Dat die betaalplatformen op sekswerkers jagen, brengt heel wat risico’s met zich mee. “Op die manier kunnen klanten je heel gemakkelijk chanteren. Als iets ze niet zint, kunnen ze je aangeven bij PayPal”, vertelt ze.

“Wat we kunnen doen ­tegen die verstikkende ­regels? Protesteren, ­zoals de beweging Free The Nipple.”

Dat dreigen gebeurt ook op andere sites. Zo overkwam het Moira op Fetlife, een site voor fetish- en kinkliefhebbers die ook sekswerkers zou bannen. “Zo’n incel-type (een ­online subcultuur van misogyne mannen die gefrustreerd zijn dat ze geen vriendin vinden, red.) probeerde me daar te chanteren en dreigde dat hij me zou reporten bij Fetlife.”

Zelfs de sites waarvan je zou verwachten dat alles er kan en mag – de pornosites – blijken in de greep van de creditcardmaatschappijen te zitten. Zo worden er namelijk ook bepaalde dingen geband. “De zogenaamde golden showers, bijvoorbeeld, zijn tegenwoordig bijna overal verboden”, zegt Moira.

Wat zou je tegen zulke verstikkende regels kunnen doen? Als je het activisten wereldwijd vraagt, is het antwoord: ­keihard protesteren. Zo is er de Free The Nipple-beweging, die aan de hand van betogingen en onlinecampagnes in opstand komt tegen het beleid van Facebook en co.

Een van die activisten is Mignon Nusteling, die zichzelf op Instagram een naakte moraalridder noemt. “Een vrouwentepel is niks seksueels”, zegt ze. “Hoewel mannen vrouwelijke borsten als lustobject zien, is het belangrijk dat tepels hun standaardkarakter als erotisch facet verliezen, omdat ze in de kern bedoeld zijn om baby’s te voeden.” Mignon post geregeld naaktfoto’s van zichzelf, waarop de tepel vooralsnog gecensureerd is, uit angst om anders haar account te verliezen.

“Hoewel mannen vrouwelijke borsten als lustobject zien, is het belangrijk dat tepels hun standaardkarakter als erotisch facet verliezen.”

Niet alleen individuen kunnen de techplatformen proberen op de knieën te krijgen, ook landen kunnen regels opleggen. Vaak krijg je het gevoel dat die grote bedrijven wars van politiek opereren, maar niets is minder waar. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer de technologiebedrijven plots lokale varianten van hun platformen kunnen bouwen wanneer ze per se in een specifiek land willen uitrollen.

Kijk maar naar Google, dat met alle geweld naar China wil uitbreiden. Acht jaar is de zoekmachine er afwezig geweest, nu zou het een afgeslankte – en vooral: gecensureerde – ­variant in China willen uitbrengen. Sites als die van de Britse tv-zender BBC of Wikipedia zullen weggefilterd worden uit de resultaten en bepaalde zoektermen zullen geen resultaat opleveren.

vrije variant

Als de technologiebedrijven zo’n aangepaste versie van het platform willen lanceren, kunnen ze misschien ook de omgekeerde denkoefening doen en een vrijere variant voor sommige landen maken. Helaas zijn in de ogen van Facebook en co. de Europese landen te onbelangrijk – tenzij die plots de handen in elkaar slaan. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen op 25 mei 2018 de GDPR van kracht werd. Die Europese databeschermingsregels leggen vast hoe bedrijven voortaan met de gegevens van gebruikers moeten omspringen. Het gevolg was dat sociale media als Facebook en Twitter gingen bijsturen – de applicatie Instapaper ging zelfs een maand uit de lucht tot die aan de regels kon voldoen.

Misschien vormt dat privacyfront wel de inspiratie voor volgende samenwerkingen tussen Europese landen, al blijft het nog maar de vraag of iedereen de relevantie inziet van een internet waar je volledig vrij bent om te delen wat je wil.

Een andere optie zou zijn om die populaire platformen links te laten liggen en misschien zelfs eigen netwerken te lanceren.

Geen makkelijke operatie, al ligt de macht vooral bij de eindgebruiker. Hoe meer mensen luidop verkondigen dat ze online vrijheid willen, hoe groter de kans dat er platformen opduiken waarop we eindelijk opnieuw onszelf kunnen zijn.

Illustratie: Flore Deman
Deze reportage verscheen eerder in bookzine 8, te koop via de webshop of verkrijgbaar in een van deze verkooppunten.

Schrijf je reactie

Thomas Smolders is het alter ego van Ljosmyndun - of nee, het was andersom. Hij werkt bij het creatief bureau DIFT en publiceerde daarnaast in verschillende kranten en magazines.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen