Ik lig op mijn buik op de massagetafel. Mijn gezicht duwt tegen een soort leren donut, onder me zie ik patronen op het oude tapijt. Ik voel me opgelaten, te bewust van mijn eigen lijf. Ik voel hoe mijn armen en benen zwaar worden. Ik hoor mezelf ademen. Het is warm in de kleine ruimte, maar af en toe waait er een briesje – ik vraag me af hoe dat kan. Het raam is dicht, de deur ook. Maar ik voel mezelf kippenvel krijgen, voel de haartjes op mijn huid overeind komen.
Mijn brein schiet alle kanten op. Ik krijg stress van het ontstressen. Ik loop de afspraken in mijn mentale agenda na. Drie kleine kinderen en dertig lopende projecten. Ik probeer de puzzel van de komende weken te leggen. Terwijl ik op de verwarmde tafel lig, met een laken over me heen, voel ik hoe mijn hart sneller gaat kloppen en mijn handpalmen beginnen te zweten. Ik vraag me af wanneer het gevoel van ontspanning over me hoort neer te dalen.
Op de achtergrond heeft de masseuse een playlist van zennummers aangezet. Zachte melodieën, zweverige stemmetjes en af en toe een paar klanken die ik niet meteen kan thuisbrengen. Ik probeer de muziek te negeren. Het trage, tegendraadse ritme irriteert me, en het ijle stemmetje klinkt te zacht om de tekst te verstaan.