Column

Praatjes over zaadjes

Praatjes over zaadjes

‘Papa, wist je dat er moeders zijn zonder vader?’

Daar heb je zoonmans weer. Autoritten doen iets met hem. Hij wordt er altijd een beetje filosofisch en beschouwend van. En ik weet waar hij heen wil – ik ken mijn pappenheimer – maar ik hou me nog even van de domme.

‘Je bedoelt dat sommige mama’s zelf geen papa hebben?’, vraag ik dus, quasi onschuldig.

‘Nee-hee, papa! Ik bedoel dat sommige mama’s een kindje hebben, zonder dat er een papa is.’

‘O, ze hebben dus een baby gekregen terwijl ze geen man hebben?’, zeg ik gespeeld verrast.

‘Ja, dát bedoel ik. Hoe kan zoiets?’, vraagt de zoon. Op zijn gezicht staat een blik die het midden houdt tussen onbegrip en ongeloof.

‘Hoe kunnen mama’s een kindje hebben zonder papa’s?’ vraagt de zoon. Op zijn gezicht staat een blik die het midden houdt tussen onbegrip en ongeloof.

Hij heeft iets met ethische vraagstukken, die schelm van mij. Hij is altijd op zoek naar de moraal van elk verhaal. Ja hoor, leuk! Hilarisch, bij tijd en wijlen! Maar jeetje, wat is het ook telkens weer een uitdaging om goeie antwoorden te formuleren op zijn spitse spervuurtjes.

Mijn hoofd draait op volle toeren. Hoe zal ik zijn prangend verzoek tot inzicht deze keer gepast honoreren? Ik doe wat ik meestal doe: er gewoon aan beginnen. Denkende: ik zie wel waar ik uitkom.

‘Het zit zo, jongen. Heel veel mensen willen graag kinderen. Vrouwen én mannen. Maar om een kindje te maken, moet je met twee zijn. Je kan het ook niet heel je leven. Daar is een mensenlichaam niet voor gemaakt. Sommige mensen hebben geluk. Die worden verliefd en die trouwen, of ze gaan samenwonen. Maar niet iedereen vindt een liefje. Daarom zijn er vrouwen die kiezen om een kindje te krijgen zonder man. Omdat ze wel heel graag mama willen zijn. En dat ook goed zouden kunnen, voor een kindje zorgen.’

De zoon kijkt mij aan. Ik ken die blik. Ik besef dat zijn jonge pitbulltanden zich nog maar net in mijn vlees hebben gedrukt. Het echte bijten moet nog beginnen.

‘Papa, een kindje krijgen zonder man, dat kan toch niet?!’

Meneertje draait met zijn ogen.

Zoon wil de juicy details. Wat anders? ‘Snijden ze de vrouw dan open om het zaadje te planten in haar buik?’

‘Nee, dat kan inderdaad niet,’ zeg ik. ‘Gelukkig bestaan daar oplossingen voor. Er zijn mannen die vrouwen willen helpen. En die schenken zaadjes aan het ziekenhuis. Die zaadjes worden daar dan ingevroren. Zo blijven ze goed. En vrouwen die een kindje willen, kunnen in het ziekenhuis zo’n zaadje in hun buik laten planten. Dat gaat niet zomaar. Zowel de mannen als de vrouwen worden onderzocht en ze moeten ook heel wat vragen beantwoorden.’

Dat laatste zal de zoon worst wezen. Hij wil de juicy details. Wat anders?

‘Snijden ze de vrouw dan open om het zaadje te planten in haar buik?’, vraagt hij met grote ogen. Dat zou pas spannend zijn, zoveel is duidelijk.

‘Nee, vent. Natuurlijk niet. Ze brengen dat zaadje in de buik via het… euh…’

Ik val even stil. Onwennigheid is mijn deel.

‘Via wát, papa?’, dringt de zoon aan.

‘Via hun spleetje’, zeg ik zo luchtig mogelijk.

De zoon begint niet te lachen. Maakt ook geen flauwe grap. Negeert ogenschijnlijk mijn antwoord, maar enkel omdat hij al een andere vraag heeft klaar zitten. Uiteraard.

‘Hoe halen ze dat zaadje dan weg bij een man? Moeten ze in zijn piemel snijden?’

Ik kan alleen maar denken: ‘Glad ijs, Vermeiren. Glad ijs!’

‘Pa-pá?!’, klinkt het dwingend.

‘Nee, ze snijden niet in de piemel. Die zaadjes zitten in de ballen van de man. En die moeten ze daar dus weghalen.

‘Ok, maar dat doen ze dus via de piemel’, zegt de zoon stellig.

‘Ja,’ antwoord ik. ‘Maar niet door erin te snijden.’

Het ijs wordt gladder en gladder.

‘Hoe dan wél, papa?’

Moet ik de zoon vertellen dat mannen naar het ziekenhuis gaan en de hand aan hun zelf slaan tot de zaadjes spontaan naar buiten wellen? Ik. Dacht. Het. Niet.

Oh boy. Wat nu gezongen? Moet ik de zoon vertellen dat mannen naar het ziekenhuis gaan en in een besloten kamertje geholpen door enige vakliteratuur een staat van opwinding zoeken om vervolgens de hand aan hun fierste zelf te slaan net zolang tot de zaadjes spontaan naar buiten wellen? Ik. Dacht. Het. Niet.

Noem mij preuts. Of onhandig. Noem mij onnozel, voor mijn part. Maar ik krijg het niet over mijn lippen. En dus doe ik iets dat ik haast nooit doe: ik maak mij ervan af. Ik zeg: ‘Hoe die zaadjes eruit komen, dat zal ik je later wel eens vertellen?’

Natuurlijk neemt de zoon daar geen genoegen mee, maar ik houd voet bij stuk. Afijn, ’t is te zeggen: ik maak een gigantisch afleidingsmanoeuvre dat voor één keer – dank u, al gij goden in het bovenmaanse! – nog werkt ook: ‘Zeg jongen, iets anders. Je mag bijna naar het verjaardagsfeestje van Elias. Jullie gaan met z’n allen naar de bioscoop. Weet je al wat jij wil doen met jouw verjaardag? En wie ga je allemaal uitnodigen?’

Fantaseren over zijn achtste verjaardag is toch net iets aanlokkelijker dan de finesses van de zaadextractie bij de man doorgronden.

Ik zie hem een seconde aarzelen. Maar dan lost hij zijn pitbullbeet. Fantaseren over zijn achtste verjaardag is toch net iets aanlokkelijker dan de finesses van de zaadextractie bij de man doorgronden. Voorlopig toch. Ik besef maar al te goed dat het uitstel van executie is. Dat is het altijd, bij mijn zoon. Ik geef het nog geen week voor het onderwerp weer op mijn bord ligt. Maar ik heb mezelf wat tijd gekocht. Om ten rade te gaan. Bij jullie bijvoorbeeld.

Dus verblijd mij: hoe worden de zaadjes van donerende mannen precies geoogst? Ik kijk reikhalzend uit naar jullie meest kindvriendelijke maar niettemin duidelijke versies. Want ik zeg je: ik weet het even niet meer…

 

Lees ook: Wat als we allemaal écht seksles kregen?
Foto: Istock

Schrijf je reactie

6 reacties
  • Elisabeth says:

    Ik heb maar 1 vraag: HOE LOOPT DIT AF? Dit is zoveel spannender dan “thuis” ofzo. (En: liefde voor jou, je zoon en je columns)

  • Manja says:

    Er zijn ook boeken speciaal voor kinderen over dit onderwerp, ook over de puberteit en wat er dan gebeurt met je lichaam. Het googelen waard!

  • Tom says:

    Jeroen, twee opties : de waarheid (zoals hier boven vermeld) of iets creatiever 🙂
    Je kan bijvoorbeeld refereren naar die machines die koeien melken …

  • Evelien Luts says:

    Als je kindje hiernaar vraagt, is het duidelijk dat hij eraan toe is (anders had hij zijn pitbull-beet al lang gelost).

    Je kan vertellen dat er bij grote jongens en mannen zaadjes uit de piemel/penis kunnen komen. En dat dat gebeurt als je een tijdje met je hand over je piemel/penis op en neer beweegt. Dat geeft een leuk gevoel en dan kunnen er zaadjes uit komen.

    Als hij dan verder nog vragen heeft, kan je die stap voor stap beantwoorden. Wees niet te bang om te veel info te geven: Waar kinderen niet aan toe zijn, onthouden ze niet. Handig!

    Héél fijn wel dat je zoon dit aan jou vraagt (beschouw het als een compliment, ook al voelt het niet zo). Hij vraagt het aan jou omdat hij denkt dat hij bij jou een juist en eerlijk antwoord kan krijgen. Dat verdient hij ook!

    • an says:

      Mooi geschreven..
      Of de korte versie” dat kan eruit komen. Net als plas. Als je groter bent ga je dat ook kunnen, vanzelf’ -)

Copywriter, journalist, woordvoerder, boekenwinkeluitbater, (dorps)dichter… Het cv van Jeroen (42) verzamelt een bonte verzameling stielen en geen ongelukken, met één grote rode draad: taal. Sinds 2013 is hij aan de slag als creatief schrijver bij Studio 100, waar hij onder meer boeken en magazines maakt. Daarnaast heeft hij ook zijn eigen schrijfbedrijfje, De Zinnenspinnerij. Maar voor alles is hij papa van een mondige zoon, Cas (6), die al eens een hoofdrol speelt in Jeroens column voor Charlie Magazine.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen