Portret

“Kinderen waren nooit een ultiem doel”

Annelies Verbeke tussen muze, man en moederschap

Kun je als vrouw volop voor De Kunst gaan? Of vormen een man, kinderen en de afwas van gisteren een ontzettende belemmering bij het scheppen van een meesterwerk? Journaliste Annelies Vanbelle ging praten met bekende creatieve zielen, fotografe Carmen De Vos maakte hun portret. Een reeks die goesting geeft. Om a room of one’s own in te richten.

Annelies Verbeke (38), schrijfster, samenwonend, 2 stiefkinderen

Bij Annelies Verbeke val ik meteen met de deur in huis. Ik heb het gevoel dat dat wel kan, dat ze de kwesties die we vandaag zullen bespreken zelf al genoeg doorploegd heeft. Ik voel geen schroom bij haar. En ik voel me daardoor ook niet beschroomd om meteen deze cynische zin uit ‘Reus’ op tafel te gooien: “Je darmen legen is ook een wonder.” En dan meer bespiegelend: “Hoeveel mensen zetten kinderen op de wereld omdat ze er later spijt van zouden krijgen dat ze het nooit hadden gedaan, met het risico dat ze er spijt van zouden krijgen dat ze het ooit hadden gedaan?”

Rake klap. Meteen naar de kern van de kwestie. Hoe het dus met haar kinderwens zit, wil ik weten. “Het is iets waar ik door de jaren heen veel in geëvolueerd ben. Ik ben nooit iemand geweest die moederschap als het ultieme levensdoel zag, maar ik heb er veel over getwijfeld en nagedacht. Toen ik zeventien was, en om onbekende redenen een tijd niet menstrueerde, dacht ik even dat ik zwanger was. Ik zou dat kind hebben gehouden, maar ben blij dat het toen niet zo bleek te zijn.”

De manier waarop sommige andere vrouwen me hun kinderwens beschreven, bevreemdde me. Ik heb dat nooit zo heftig ervaren.

“Daarna schommelde ik wat heen en weer tussen wel en niet moeder worden, meestal dacht ik: toch maar niet. De manier waarop sommige andere vrouwen me hun kinderwens beschreven, bevreemdde me. Ik heb dat nooit zo heftig ervaren, als een absolute geestelijke en lichamelijke behoefte. Zwangerschap en borstvoeding geven, daar heb ik echt nooit naar verlangd. Een kind uit je lichaam persen, ik vind het een wonder, een dat je met al die zoogdieren verbindt, fantastisch. Maar om dat nu zelf te doen… Ik zag ouderschap altijd eerder als een existentiële kwestie.”

“Dat ik professioneel doe wat ik wil doen heeft daar mogelijk veel mee te maken, maar dat kun je ook omkeren: dat ik doe wat ik doe heeft voor mij van nature altijd meer voor de hand gelegen dan een gezin uitbouwen. In mijn vorige relatie werd ik uiteindelijk de vragende partij. Ik was dertig, misschien was de tijd ook rijp. Het is niet de reden waarom we uit elkaar zijn gegaan, maar misschien heeft het ergens meegespeeld. En toch was ik na die relatie blij dat we geen kind hadden samen. Dan kun je elkaar toch beter loslaten en je eigen pad verder volgen.”

carmendevos-AnneliesVerbeke-01

© Carmen De Vos

“Ik vind mijn leven goed zoals het is. Ik ben samen met een man die zelf twee jonge kinderen heeft. Mijn man ziet ze vaker dan ik. De laatste vier jaar zijn ze om de twee weken hier van vrijdag tot zondag, en in de schoolvakanties meer. Ik was daar in het begin wat bang van maar ik vind het fantastisch. Men spreekt soms van ‘cadeaukinderen’, en voor mij zijn die kinderen ook echt een cadeau. Ik ben zo blij dat ze in mijn leven zijn. Ik vermaak hen niet enkel, ik beleef er zelf veel lol aan. En dat lichamelijke bevalt me, hoe ze me knuffelend te lijf gaan, dat ik hun haar kam. Ze leren me meer over de mens, en over liefde.”

Praktische noise

“Sinds de komst van de voorbehoedsmiddelen zijn kinderen een bewuste keuze en daarom verbaast het mij dat nog steeds zo weinig mensen kiezen om er geen te hebben. Terwijl zowat iedereen het erover eens is dat het leven niet gemakkelijk is. Dat het vol valstrikken zit, waardoor je doodongelukkig kunt worden. Sommige mensen hebben een opeenvolging van  pech in het leven, of een hoofd dat heel moeilijk om kan met mislukkingen. Mijn grootste bezwaar was altijd filosofisch: kun je het iemand aandoen om hem of haar op de wereld te zetten? Anderzijds: nu ik zelf erg geniet van het leven – ik vind dat ik in het leven enorm veel geluk heb – kijk ik positiever tegen de dingen aan.”

Of het opslorpende beroep dat ze uitoefent – het schrijverschap – ook mee bepalend is voor haar beslissing, vraag ik. “Alleen al omdat je door een kind te krijgen verandert. Het kind komt op de eerste plaats, niet langer je werk. Je draagt een verantwoordelijkheid. Ik ben zorgend voor mensen, dus ik vermoed dat ik een goede moeder zou zijn. Maar ik denk dat het veel praktische noise teweegbrengt in je hoofd, zo’n kind. Soms zie je het goed gaan: de Frans-Senegalese schrijfster Marie NDiaye heeft vijf kinderen en zij is een sterke auteur en winnares van de Prix Goncourt. Er zijn meer voorbeelden.”

Het leven is geen plaatje in een lifestylemagazine. En al die wellness is behoorlijk saai.

Concentratie is misschien de sleutel tot dit alles. De voorbije jaren heeft Verbeke zoveel gereisd dat ze op allerlei plekken heeft leren schrijven. “Je kunt jezelf daarin trainen. Ik zit snel in de mindset die nodig is voor het schrijven. Ik heb een bepaalde routine gevonden, zit vele uren per dag achter mijn scherm. Soms moet ik me erheen slepen, maar ik weet dat het goed komt, eenmaal ik er zit – al zijn er ook wanhopige momenten.”

“Ik ben een workaholic, de voorbije jaren heb ik ontzettend veel gewerkt. Het feit dat ik geen kinderen heb, speelt hierin mee: misschien voel ik me sneller verplicht om opdrachten aan te nemen. Heel af en toe ga ik gewoon op vakantie, en kan ik simpelweg genieten. Ik kies misschien te weinig gewoon ‘voor mezelf’. Maar wat is dat ook? Het leven is geen plaatje in een lifestylemagazine. En al die wellness is behoorlijk saai. Ik sta graag in de wereld, ga op avontuur, wil leren, lezen, mijn verstand aanscherpen, mij verwonderen. En schrijven geeft mij een kick, ik schep er plezier in, en ook als ik er geen plezier in schep is het een noodzaak, ik ervaar het als een levenslang onderzoek naar het wezen van de mens. Als ik een tijdje niet schrijf, word ik ongelukkig.”

Vrouwenliteratuur?

Of haar vrouw-zijn meespeelt in hoe ze als schrijfster onthaald wordt, daar moeten we het over hebben. Ze formuleert haar zinnen zorgvuldig. Haast elke zin heeft zin. Mocht dit een examen zijn, dan slaagde ze cum laude. Maar het is uiteraard geen examen, het is een gesprek met weerhaken. Vrouwen van deze generatie zijn aarzelend om vrouwenkwesties aan te snijden: het volbloed feminisme hebben we nu gehad. Niemand die nog een zuurpruim wil zijn.

“Als er een term is waar ik een hekel aan heb, dan is het ‘vrouwenliteratuur’. Dat heeft het bijsmaakje van ‘altijd over de liefde’ en ‘zonder humor’,. Ik vind niet dat ik daaraan beantwoord. Het is even denigrerend als het spreken over ‘homoliteratuur’ of ‘migrantenliteratuur’.”

Pas als je het omkeert: ‘Hoe is het om als auteur een man te zijn?’, besef je hoe potsierlijk deze vraag is.

“Soms duiken initiatieven op waarin vrouwelijke auteurs zich willen verenigen om actie te voeren. Ik begrijp dat ze de beste bedoelingen hebben, maar het werkt volgens mij contraproductief. Door je af te zonderen maak je er weer een issue van. Ik denk niet dat dat de gelijkheid in de hand werkt. Toch is er nog een lange weg te gaan. Hoe vaak heeft men mij al niet gevraagd: ‘Hoe is het om als auteur een vrouw te zijn?’ Pas als je het omkeert: ‘Hoe is het om als auteur een man te zijn?’, besef je hoe potsierlijk deze vraag is. Bovendien – en dat zit in subtiele signalen – is mijn ervaring dat het als vrouw veel langer duurt voor je intellectueel serieus genomen wordt. Dan horen ze je plots bezig en zie je ze denken: ‘O, maar ze denkt na!’ of ‘Tiens, die is eigenlijk wel grappig – of heb ik dat nu verkeerd begrepen?’”

Een mannelijk brein

“Soms krijg ik van mannelijke collega’s de commentaar dat ik meer aandacht krijg doordat ik een vrouw ben. Ze kunnen gelijk hebben, maar het maakt me een beetje boos. Ik werk keihard en zet veel in op mijn persoonlijke ontwikkeling, tracht steeds uit mijn eigen hokjes te treden. Dat je als schrijvende vrouw makkelijker aandacht zou krijgen, wordt dan toch zeker in evenwicht gehouden door de vooringenomenheid waarmee je door velen wordt gelezen, ook door vrouwen, trouwens.”

Als je grenzen afbakent van wat mannelijk en vrouwelijk is, dan zit ik wellicht ergens tussenin. ‘Mens’ zou ik dat noemen.

“Een feminist is niet noodzakelijk een vrouw. Ik ken mannen in mijn omgeving die heftiger geloven in en handelen naar gelijkheid dan bepaalde vrouwen. Door de jaren heen vind ik het ook steeds minder belangrijk, dat ik een vrouw ben. Je geslacht is maar een deeltje van je persoonlijkheid. Ik ben opgevoed door een vader die vond dat ik me intellectueel moest ontplooien en die ontgoocheld zou zijn als ik had gekozen voor een leven als huismoeder. Ik denk dat dat ook een rol speelt in hoe ik er tegenaan kijk.”

“Ik heb altijd goed geweten wat ik wilde en dus niet veel tijd verloren met zoeken. Mijn carrière is een rechte lijn geweest. Met tegenslagen, zeker wel, maar ik ben telkens weer opgestaan omdat ik geloof in wat ik doe.”

carmendevos-AnneliesVerbeke-02

© Carmen De Vos

“Ik hoor soms dat ik een ‘mannelijker brein’ dan de doorsnee vrouw zou hebben, maar zie mezelf eerder als een parade van mensen: mannen, vrouwen en hermafrodieten van alle leeftijden, waarin soms de ene, dan weer de andere de leiding krijgt. Esthetisch ben ik niet zo verfijnd als de meeste vrouwen. Ik kan er bijvoorbeeld totaal niet mee bezig zijn om mooie dingen te kopen voor mijn huis, het in te richten. Het zorgende, dat heb ik dan weer wel. Al ben ik, op enkele zeldzame manische flitsen na, een waardeloze huisvrouw, ik voel geregeld de behoefte om mensen voedsel in de mond te stoppen. Als je grenzen afbakent van wat mannelijk en vrouwelijk is, dan zit ik wellicht ergens tussenin. ‘Mens’ zou ik dat noemen.”

Houden van het verschil

Welke rol speelt de man in haar leven? Is het een artistieke ziel die haar aansteekt, of veeleer een ondersteunende kracht? En is ze een trouw hondje, of eentje dat uit nieuwsgierigheid overal gaat snuffelen?

“Ik ga zeker niet bewust op zoek naar een artistieke partner. Ik heb wel goede vrienden onder mannelijke auteurs, die ik niet zou willen missen. Ik ben er ook nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om met een andere auteur samen te zijn. Je zou samen evengoed helse periodes doormaken, denk ik.

“Door mijn werk bevind ik me vaak in artistieke milieus, en ik vind het belangrijk om ook met andere takken van de wereld in contact te blijven. Ik ben geïnteresseerd in datgene wat van mij verschilt. Die nieuwsgierigheid heeft me bij heel verschillende mannen gebracht: van een dokter tot twee muzikanten – niet samen. En in politiek opzicht van behoorlijk rechts tot links. Voor dat rechtse zou ik nu geen geduld meer kunnen opbrengen op dagelijkse basis.”

Ik sta erop dat we elk de helft van de rompslomp op ons nemen. Maar het blijkt telkens een gevecht.

“Op dit moment heb ik een zeer lieve, rustige man. Iemand die zichzelf graag ziet, die niet met een groot probleem zit waar hij nog door moet. Hij heeft lang van zijn muzikantenbestaan kunnen leven, maar is in België arbeider. Het is gewoon een fijne relatie. Voor mij komt dit op het goede moment. De verscheurende dingen heb ik nu wel gehad.”

“Vroeger was ik zelf ook moeilijker in relaties. Voor een partner is het zeker niet altijd gemakkelijk te begrijpen hoe belangrijk mijn werk voor me is, ook als hij me erom bewondert. Niet dat iemand me ooit al heeft gevraagd om minder te schrijven – dat zou ik totaal niet kunnen – maar het vergt een zeker begrip. Het huishouden is in elk van mijn relaties een strijdpunt. Ik sta erop dat we elk de helft van de rompslomp op ons nemen. Maar het blijkt telkens een gevecht, zelfs in deze tijden.”

“Bij elk van mijn relaties is het de bedoeling geweest dat ze bleven duren. Trouw is voor mij belangrijk, wat niet wil zeggen dat ik in alle relaties even trouw ben geweest. Als mensen samen kunnen zijn en elk ook met anderen kunnen vrijen, dan moeten zij dat doen. Dat is ieders eigen zaak. Bij mij schept dat onrust. Ik zie het ook bij de meeste mannelijke Vlaamse schrijvers die ik ken: ze hebben allemaal een standvastige vrouw. Het cliché van de kunstenaar die frivool omspringt met de liefde en zich omringt met een keur aan muzes gaat hier alvast niet op.”

“Ik merk niet echt dat mijn schrijverschap dat effect heeft op mannen. Sommigen lijken een beetje bang van schrijvende vrouwen, vertrouwen het niet helemaal of voelen er bij voorbaat minachting voor. Er zijn er anderen, maar voor die aandacht moet ik het niet doen. Ik krijg geregeld fijne reacties, van mannen en vrouwen – mijn publiek is heel gemengd – die echt op een of andere manier geraakt zijn door mijn werk. Schrijven is een vorm van communiceren. Als iemand je hoort en begrijpt, doet dat plezier. Dat is niet alleen voor auteurs zo, maar auteurs hebben heel zorgvuldig gewerkt aan wat ze willen zeggen.”

Lees hier alle interviews in de rubriek Van de Liefde en de Kunst
Carmen De Vos is een trage fotograaf. Ze was al niet van de rapsten lang voordat traag in de mode kwam. A slow photographer. Op die manier was ze eigenlijk altijd al haar tijd ver vooruit en ging er niks verloren. Met haar geliefde Polaroidcamera kan ze ook moeilijk anders, zo’n machine is niet op snelheid berekend. Ze omhelst de fout, de verkleuring, de onscherpte en houdt ervan om binnen de beperkingen dat het materiaal haar oplegt, het best mogelijke beeld te creëren.

Schrijf je reactie

2 reacties
  • Annelies De Boeck says:

    Ik lees momenteel ‘Slaap!’. De verhaallijn is eenvoudig, maar de passages bulken van literaire en culturele verwijzingen, wat het toch een zware leesopdracht maakt.
    Zouden vrouwen niet onderschat worden als auteur, waardoor ze misschien iets te veel schrappen? Dat is althans mijn ervaring met mannelijke auteurs, meer uitgesponnen passages. Als een mannelijke auteur verwijst, dan doet hij dat met een enkele verwijzing ter wille van de hele passage.

  • Alysa says:

    Tja, ’t lijkt er op dat je je als vrouw nog steeds in deze maatschappij moet verantwoorden voor je keuzes; waarom je wel of eerder zéker geen kind(eren) hebt, waarom je wat artistieks doet (eventueel professioneel), ach, al dat uitgevraag en gekeur; waarom is dat eigenlijk nodig, een vrouw die schrijft, bv. is een vrouw die schrijft, waarom zou je als vrouw niet veel of eventueel ‘alles’ in het werk (mogen) stellen om bv. bezig te zijn met datgene wat je het liefste doet?

Annelies A. A. Vanbelle kijkt als journalist al tien jaar diep in de ziel van mensen. Tijdens dagelijkse lange wandelingen brengt ze haar hyperactieve hoofd tot bedaren en krijgt ze haar spannendste ideeën. Het is haar vorm van meditatie, net als frequent museumbezoek. Daar, en in kunstenaarsateliers en galerieën, is ze het gelukkigst. Ze schrijft bevlogen over kunst voor diverse opdrachtgevers en is co-hoofdredacteur van het passionele kunstmagazine The Art Couch.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen