Women to Watch

Damya Laoui: “Het leven van een wetenschapper draait grotendeels rond falen”

Damya Laoui: “Het leven van een wetenschapper draait grotendeels rond falen”

In de reeks ‘Women To Watch’ praten we met leading ladies van wie we iets kunnen leren. Dit keer: bio-ingenieur en ‘wetenschapstalent 2018’ Damya Laoui, professor aan de VUB en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, die met haar innovatief onderzoek naar kankertherapie al meermaals in de prijzen viel. Foto’s: Sarah Van Looy

Ik ontmoet Damya Laoui op het Feest van het Falen in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Met haar innovatief onderzoek ontwikkelde ze een kankervaccin dat patiënten moet beschermen tegen uitzaaiingen van hun tumor. Het vaccin is gebaseerd op immuuncellen die zich in de tumor zelf bevinden. Laoui werd in 2018 ‘New Scientist’s wetenschapstalent’ en het jaar voordien werd ze uitgeroepen tot één van de ‘European Innovators under 35’ door het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology. Dus hoezo, falen?

“Ik neem falen vooral niet te letterlijk. Het is vaak een leerproces waar je door moet en enkel maar door kan groeien. Als onderzoeker moet je nu eenmaal leren leven met experimenten die vaker falen dan niet. Slechts tien procent van de hypothesen die we opstellen, zullen uiteindelijk correct blijken te zijn. Als wetenschapper moet je daarmee kunnen omgaan, omdat een groot deel van ons leven draait rond falen. (lacht)

De resultaten van mijn huidig onderzoek kwamen er eigenlijk na een ‘falen’. Mijn focus lag vooral op andere cellen. Ik zag de goede immuuncellen in eerste instantie als achtergrondruis in onze resultaten. Die immuuncellen bleven maar terugkomen, waardoor ik ze begon te bestuderen om ze vooral weg te krijgen. Maar net daardoor heb ik ontdekt dat het goede cellen zijn. Slechte resultaten kunnen dus heel belangrijk zijn.”

Hoe werkt jouw kankervaccin juist?
We kwamen erachter dat tumoren niet enkel kankercellen bevatten, maar ook een heleboel cellen van ons eigen afweersysteem, het immuunsysteem. En die immuuncellen hebben als functie ons te beschermen tegen ziektes zoals kanker. Wat wij hebben ontdekt in het labo is dat de meeste van die immuuncellen onderdrukt zijn en de tumor mee helpen groeien in plaats van de tumor te bestrijden. Maar wij hebben hierin heel specifieke cellen kunnen vinden die wel het potentieel hebben om te strijden tegen kanker. We hebben een methode ontwikkeld om die goede cellen uit de tumor te isoleren.

“Negentig procent van de kankerpatiënten overlijdt niet aan die eerste tumor, maar na herval of uitzaaiingen.”

Stel: een borstkankerpatiënt heeft een tumor. Wij gaan die tumor chirurgisch verwijderen en uit die tumor gaan we die goede cellen isoleren en opnieuw inspuiten bij de patiënt. Het is dus een persoonlijke therapie, zodat de persoon daarna niet meer hervalt. Je moet weten dat negentig procent van de patiënten niet overlijdt aan die eerste tumor, maar na herval. Het is dus geen vaccin om kanker te vermijden, maar wel om herval en ook uitzaaiingen op andere organen te vermijden.”

Wanneer zal het vaccin er daadwerkelijk zijn?
“We hebben het succesvol getest op muizen, maar moeten nog meerdere experimenten doen in het labo. Daarnaast moeten we ook langs de kassa en de ethische commissies proberen te passeren. We hopen binnen drie jaar een klinische studie te kunnen starten, maar die resultaten zullen ook niet meteen komen.”

Zullen er in de toekomst meer natuurlijke vaccins komen?
“Zeker. Op dit moment zijn er al verschillende celtherapieën aan de gang. Dat is een gepersonaliseerde therapie, wat betekent dat jouw cellen goed zijn voor jou, maar niet voor iemand anders. Bij deze therapie zijn er veel minder neveneffecten, omdat de cellen in het vaccin uit je lichaam komen en er dus geen vreemde reactie ontstaat. Die cellen zijn veel potenter, want die herkennen bijvoorbeeld je eigen kankercellen.

Het nadeel is dat deze therapie op dit moment enorm duur is. Het proces van de cellen uit je lichaam te halen, gebeurt voor slechts één persoon. We kunnen de therapie niet in een bedrijf produceren en in potjes uitdelen. De prijs zal na een tijd wel zakken, net zoals bij immunotherapie. Twintig jaar geleden dachten wat dat immunotherapie onbetaalbaar was en nu wordt het terugbetaald. Die evolutie moet nog komen.”

Om nog even terug te komen op dat falen. Je zegt dat falen eigen is aan het vak, maar hoeveel ruimte is er voor een wetenschapper om écht te falen? Door de publicatiedruk verwacht men in de academische wereld vaak betekenisvolle resultaten om in goede ‘journals’ te kunnen verschijnen.

“De enorme publicatiedruk laat weinig ruimte voor creativiteit en om te falen. We moeten blijven produceren.”

“De publicatiedruk is enorm. Ik, als prof, moet bijvoorbeeld een aantal publicaties hebben in hoogstaande wetenschappelijke magazines, we moeten voldoende geld binnenhalen en contacten leggen. Dat zijn verschillende punten waar wij goed op moeten scoren. Het verwondert me eigenlijk niet dat mensen onder die druk soms foutieve data doorgeven. Er is weinig ruimte om creatief te zijn. Je kan niet zeggen: “Ah, ik heb een goed idee, maar het is iets totaal anders en het zal tien jaar duren voor ik kan publiceren.” Dat mag niet en dat is best jammer.

Je mag niet te veel falen omdat de carrière van een doctoraatsstudent die geen publicaties haalt snel voorbij is. Te vaak falen is voor sommigen geen optie. Ik moet de komende jaren ook een aantal publicaties halen, want anders wordt mijn profpositie niet verlengd en stopt mijn labo-onderzoek. We moeten blijven produceren.”

Een Belgische vrouw met een migratieachtergrond die internationaal wordt geroemd omwille van wetenschappelijk onderzoek is anno 2019 nog steeds vrij uniek. Beschouw je jezelf als een rolmodel?
“Goh, ik ben geen fan van het woord an sich. Ik zou mezelf dan ook niet meteen een rolmodel noemen. Dan lijkt het alsof de manier waarop ik het doe, de enige juiste manier is om het te doen. Toch probeer ook ik actief meer vrouwen aan te sporen om voor wetenschappen te kiezen. Het is belangrijk dat vrouwen en jongere meisjes gemotiveerd worden om zo’n richtingen uit te gaan, hoe zwaar het ook is. Ik denk dat het belangrijk is dat wij op het podium staan en dat traditioneel beeld van oude, blanke mannelijke wetenschappers doorbreken.

Zie je in jouw colleges een evolutie in het aantal meisjes die voor exacte wetenschappen kiezen?
Wij hebben ongeveer evenveel meisjes als jongens in de studierichting bio-ingenieur, maar hoe verder de carrière gaat, hoe minder meisjes er doorstromen naar een doctoraatsstudie of postdoc. Meisjes zijn niet altijd zelfzeker genoeg. Ik doe heel veel sollicitatiegesprekken en als je naar het verschil in houding kijkt, zie je dat mannen heel zelfzeker zitten, al zijn ze niet altijd beter. Dat is lastig op te lossen, want ik wil niet aan mijn vrouwelijke studenten zeggen dat ze zich anders moeten gedragen. Maar voorlopig doen ze dat misschien best toch wel. (lacht) Voor verlegen mannen is dit ook een probleem, natuurlijk.

“Mannen zijn ook biologisch ‘geprogrammeerd’ om zorgende, beschermende vaders te zijn.”

De mythe dat mannen per definitie, dus biologisch, beter zouden zijn in wetenschappen dan vrouwen is quatsch, maar nog zeer levendig. Er zijn natuurlijk biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, maar ook daar zien we dat hoe de maatschappij ons heeft gevormd een grotere rol speelt dan hoe we biologisch zijn gebouwd.

En zelfs daar bestaan misverstanden over. Uit onderzoek blijkt dat als een heterokoppel bijvoorbeeld een kind krijgt, de vrouw in die eerste zes maanden oxytocine produceert. Dat is een hormoon waardoor ze zeer goed met kleine kindjes kan omgaan. Maar het is ook geweten dat de man in die eerste zes maanden van het kind evenveel van dit hormoon produceert. Mannen zijn met andere woorden ook biologisch ‘geprogrammeerd’ om zorgende, beschermende vaders te zijn. De biologische verschillen zijn dus minder groot dan we denken.”

Een vrouw in de exacte wetenschappen is al geen evidentie, laat staan een vrouw met een migratieachtergrond.
“Ik werk op de VUB. In onze hoofdstad zijn er heel veel mensen met een migratieachtergrond, maar dat weerspiegelt zich totaal niet op de universiteit. We hebben daar nog heel veel werk. Ik denk dat mensen met een migratieachtergrond vandaag de dag nog meer nood hebben aan rolmodellen. Die jongeren zijn vaak pioniers, hun ouders hebben geen hoger diploma, dus ze weten niet goed wat te verwachten op een unief of hogeschool.

Mensen met een migratieachtergrond komen soms ook uit een moeilijkere financiële situatie, waardoor ze naast hun studies ook moeten gaan werken om geld te verdienen. Dus er zijn veel meer barrières voor mensen met een migratieachtergrond. Ze moeten stevig in hun schoenen staan. Als professoren proberen wij ook met behulp van organisaties die kinderen te motiveren. Maar meestal zien die kinderen dat niet. Als je vraagt aan jongeren met een migratieachtergrond: “Wat wil je later worden?” is het meestal bij de jongens voetballer of buschauffeur. Dat is waar ze van dromen, omdat ze gewoon geen andere voorbeelden hebben.

“Een beetje feminisme kan ervoor zorgen dat we beter gaan werken en kan ervoor zorgen dat er meer creativiteit is.”

Er is aangetoond dat diverse groepen veel beter werken dan een groep van enkel mannen of enkel vrouwen. Een beetje feminisme kan er dus voor zorgen dat we beter gaan werken en er meer creativiteit is. We kunnen al het talent gebruiken, van mannen, vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, enzovoort.  Er zijn gelukkig ook veel mannelijke bondgenoten die meer diversiteit willen.”

Was je als meisje al geïnteresseerd in exacte wetenschappen?
“Eigenlijk was ik vooral geïnteresseerd in dieren, zoals veel andere kinderen. Ik wou dieren bestuderen om dan reporter te worden voor de BBC in Afrika. Dat is niet gelukt omdat ik daarvoor naar Gent moest gaan en we geen geld hadden om een kot te betalen. Dus één van mijn vrienden zei: “Ga gewoon bio-ingenieur studeren, daar kan je veel verschillende dingen mee doen.” Het bleek voor mij de ideale richting met veel mogelijkheden.”

Waar haal je je motivatie vandaan?
“Ik doe het eerst en vooral voor de patiënten die therapie willen. Ook voor mijn kinderen en andere jongeren die naar mij opkijken. Ik wil hen tonen dat ik dit als vrouw kan en ik niet ga opgeven. Ik hoop de publieke opinie te kunnen veranderen en mensen te tonen dat vrouwelijke professoren bestaan en hun werk goed doen. Ik wil dat jonge meisjes beseffen dat ze kunnen worden wat ze graag willen worden indien ze daar hard genoeg voor werken.

En om te eindigen waar we zijn begonnen: je moet niet bang zijn om te falen. Falen is gewoon iets anders doen dan wat anderen denken dat goed is. Volg niet altijd de paden die je zijn opgelegd, die zijn niet altijd de juiste. Soms ontdek je nieuwe dingen als je van het pad af gaat.”

Wil jij het kankeronderzoek van Damya Laoui steunen met een gift, dan kan dit via deze link. Voor meer informatie, zie www.vubfoundation.be/fondsyaminakrossa
Foto’s: Sarah Van Looy
Lees ook de andere interviews in de reeks Women to Watch

Schrijf je reactie

Anouk Torbeyns is geboren in India en getogen in België. Haar huid is donker, maar haar privilege wit. Ze groeide op in een echt Vlaams boerengat en woont nu in de diverse stad. Ondertussen zoekt ze nieuwsgierig haar weg tussen al die schijnbare tegenstellingen. Als eindredacteur is ze verzot op de Nederlandse taal en als jonge journaliste zal ze waarschijnlijk meer vragen stellen dan antwoorden bieden.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen