Column

Kerst voor eenzame gevallen

Kerst voor eenzame gevallen

We schrijven twee dagen voor datum en ik heb nog geen plan voor kerstavond. De afgelopen jaren ging het altijd zo. De voorbije twee jaren ben ik opgevangen door bevriende gezinnen. Om de één of andere reden zijn we er in mijn eigen gezin mee opgehouden kerstavond samen te vieren. Ik ben een kerstwees.

Een vriend van me verging het gelijkaardig. Zijn ouders kondigden onlangs doodleuk aan dat zij kerstavond dit jaar bij tante Hoepla gingen doorbrengen. De jongen zat perplex. Het moet hem aan te zien geweest zijn want enigszins verongelijkt voegde zijn moeder eraan toe dat hij daar eventueel ook wel welkom was. En dat er geen drukte zou gemaakt worden om het eten. Ze zouden gewoon wat dingen samenrapen en dat was dat. ‘Dus eerst nemen ze familie weg uit Kerstmis en daarna het feestmaal. Zeg nu zelf, wat schiet er dan nog aan over?’ vroeg hij me. Ik moest hem het antwoord oprecht schuldig blijven.

Zelfs toen ik het wel nog samen vierde met mijn gezin, had ik al een hekel aan deze tijd van het jaar. Niet als kind, toen werkelijk de hele familie samenkwam, van grootouders tot nonkels en tantes. De weerzin kwam pas later. Het begon me te dagen dat er wel veel nadruk werd gelegd op gezelligheid, familie en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil, maar dat het er in de praktijk helemaal anders aan toeging. Familiebijeenkomsten als dat, waarop stevig gedronken durfde te worden, bleken de gelegenheid bij uitstek om opgekropte rancunes af te stoffen. Je kon er donder op zeggen dat er iemand de tafel verliet in tranen.

Een briljant idee van de Germanen om er, in plaats van een potje te zitten grienen, een feestje van te maken.

Ik snap het hele concept van Kerstmis wel. We moeten er iets mee doen, die donkerste periode van het jaar. Een briljant idee van de Germanen om er, in plaats van een potje te zitten grienen, een feestje van te maken. De nachten zijn ellendig lang maar, hoera!, ze kunnen er alleen maar korter op worden. Het glas is halfleeg, het glas is halfvol.

(Kom, schenk dat van mij nog maar ‘ns bij.)

Kerst stond voor mij synoniem voor je reinste huichelarij en de meest snijdende vorm van eenzaamheid. De teleurstelling werd zwaarder met de jaren. Ik vroeg me af waar de gezinnen zaten die erin slaagden van Kerstmis een oprecht warm feest te maken. Waar zaten zij die voor de open haard liedjes zongen, kalkoen met kroketten aten aan een tafel vol kaarsen, naar de middernachtmis gingen en niet aldoor op hun tellen moesten passen om het verkeerde onderwerp aan te snijden? Ik kende er geen één.

Dus toen ik alleen ging wonen, liet ik Kerstmis liefst zo snel en zo geruisloos mogelijk verlopen. Wie bij me binnenstapte, zou nooit gemerkt hebben dat het die tijd van het jaar was. Geen kerstboom, geen lichtjes, geen kaarsen. Eén jaar heb ik helemaal op mijn eentje doorgebracht. Ik dacht dat ik het wel zou kunnen. Tranen met tuiten heb ik gehuild. Zelden heb ik me eenzamer gevoeld. Nog een ander jaar zat ik bij mijn zus op de sofa Dr. Oetker pizza te eten. Al bij al niet slecht, gezien die voorgaande ervaring.

Ik had een hummeltje van een goede maand oud in de kribbe liggen en ik stond er alleen voor. Qua kerstsymboliek kon dat tellen.

Toen ik zelf een gezin had gesticht en dat gezin ook al niet uitdraaide op het sprookje dat ik als jong meisje voor ogen had gehad, zakte mijn kersthumeur zwaar onder het vriespunt. Het was zoals die vriend van me terecht opmerkte: neem familie uit het kerstplaatje en er schiet niet veel van over. Kotsen moest ik ervan. Ik had een hummeltje van een goede maand oud in de kribbe liggen en ik stond er alleen voor. Qua kerstsymboliek kon dat tellen. Maar die Maria had wel nog een Jozef die zo goed was haar bij te staan, ook al was het kind van een ander.

Eén jaar heb ik me van de wijs laten brengen. Het daaropvolgende jaar besloot ik Kerstmis in eigen handen te nemen. Tijd om de cirkel te doorbreken. Nu ik zelf hoofd van een gezin was, lag de eindverantwoordelijkheid bij mezelf. Als ik droomde van een gezellige Kerstmis met ritjes op de slee en meisjes met zwavelstokjes, moest ik die zelf waarmaken. Dat was ik mijn kind verschuldigd.

Ik begon met de praktische kant ervan, kwestie van de gezelligheid te stimuleren. Online bestelde ik retro kerstballen in glas en op de markt ging ik op zoek naar een boom. Ondanks mijn krappe budget kocht ik een dure spar met een goede reputatie. Het was er eentje in een pot met de wortels er nog aan. ‘Want dan kon die volgende jaar ook nog dienen.’ Mijn god, wat heb ik die boom gehaat. Een gedoe was het. Je krijgt zo’n ding niet zomaar vervoerd en opgezet. Om nog maar te zwijgen over de naalden die wekenlang mijn huishouden terroriseerden. En het volgende jaar was hij dood. Zucht. Kerstromantiek is duidelijk iets wat je moet leren.

Ik zal wellicht altijd een haat-liefdeverhouding met Kerst hebben. Ik en vele anderen met me, zo bewijzen de piekende zelfmoordcijfers rond de kerstperiode.

Tweede ronde. Ik besloot dan toch maar een nepboom aan te schaffen, maar een goeie. Het resultaat is de kitscherige piñata-variant van een kerstboom: kleurige lichtjes, wel zestien soorten kerstballen in roze, groen, geel, blauw en tig andere kleurschakeringen en ouderwetse slingers. Heerlijk! In mijn hoofd werd Kerstmis écht leuker. Vooral omdat we samen met die boom ook een eerste kersttraditie in ons gezin hadden binnengebracht: de buurvrouw – zelf wel een kerstadept – helpt de boom opzetten en ondertussen draaien we melige kerstmuziek. Mariah Carey en Wham worden in dit huis geenszins op wenkbrauwen onthaald.

Maar in een gezin dat een kind voor de feestdagen moet ‘verdelen’, zal Kerstmis enkel om de twee jaar ‘the most wonderful time of the year’ zijn. Daar valt niet aan te ontkomen. Ik zal wellicht altijd een haat-liefdeverhouding met Kerst hebben. Ik en vele anderen met me, zo bewijzen de piekende zelfmoordcijfers rond de kerstperiode. Maar ik geef Kerstmis voorlopig niet op. Volgend jaar, als mijn kind wél thuis is, wil ik mensen uitnodigen die thuis voor me betekenen. Mensen bij wie alles mag en niks moet, familie of geen familie. Misschien moet dat wel de hele kernboodschap zijn: Kerstmis is de tijd van hoop. Hoop op licht en op de maakbaarheid van dat licht. Al de rest is bijzaak.

Schrijf je reactie

4 reacties
  • keppens jean pierre says:

    kan ik ergens terecht met kerst aan de kust west vlaanderen? ik ben van Nieuwpoort en alles is dicht
    en weet niet waarheen ben pensioneerde man van 61

  • Mark says:

    Ik herken veel in het verhaal… van kerstboom zetten tot familiefeest…
    Dit jaar zal weliswaar de eerste kerstavond zijn die ik alleen zal moeten vieren. Niet dat ik er naar uitkijk, maar de situatie is nu zo en ik denk dat het gewoon een goed moment is om over alles eens te bezinnen en dat kan je volgens mij best op je eentje doen.
    Die dagen gaan ook voorbij en ik kijk weer uit wanneer de zon terug gaat schijnen en ooit de kerstlichtjes meer gaan betekenen dan nu.
    Toch een vrolijk kerstfeest voor iedereen.
    Mark

  • Michiels says:

    Intussen is je hummeltje 5 geworden dan
    Groetjes van ook een eenzame Arlette
    O485321488 je lag altijd langs deze weg dag zeg
    gen

  • Ik heb dit jaar kerst gevierd met wat minder dan een hand vol vrienden. Met een plantaardig menuutje en goede chocoladetaart toe. Het is één van mijn beste kersten ooit geweest: geen opgeklopt familiegedoe, rancune, patronen, … Voor we begonnen met eten, staken we om de beurt een kaarsje aan en noemden we iemand voor wie dat kaarsje tijdens de avond zou branden. Dat was een mooi moment.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen