interview

“Echt persoonlijke dingen, zoals verdriet, die moet je toch offline vertellen?”

Dirk De Wachter en Johanna Spaey over eenzaamheid

“Echt persoonlijke dingen, zoals verdriet, die moet je toch offline vertellen?”

Als we de media moeten geloven, heerst er een ‘eenzaamheidsepidemie’. Dirk De Wachter, die regelmatig waarschuwt voor ‘psychiatrisering’ van maatschappelijke fenomenen, en journaliste Johanna Spaey, die het boek ‘Kleine encyclopedie van de eenzaamheid’ schreef, laten hun licht schijnen op eenzaamheid. Foto’s: Sandra Mermans.

“Eenzaam zijn we met velen: honden en bomen zijn het, Neanderthalers en Sinterklaas, we zijn het vrijwillig en onvrijwillig, eenzaam-met-Kerstmis voelt anders dan getrouwd-zijn-met-iemand-die-je-zelfs-op-een-terras-in-Venetië-niets-meer-te-vertellen-hebt. Dertien- en tachtigjarigen zijn eenzaam, schrijvers, zangers en politici, zieke mensen, topfitte mensen, achterblijvers en stervenden, gelukkigen en ongelukkigen”, zo schrijft Johanna Spaey in de inleiding van haar boek ‘Kleine encyclopedie van de eenzaamheid. Ook Vlamingen zijn eenzaam: één op vier, volgens recent onderzoek. Maar wat is eenzaamheid nu precies?

Johanna Spaey: “Er bestaat niet zoiets als dé eenzaamheid. Als het over eenzaamheid gaat, bedoelt men heel vaak sociale eenzaamheid: een kleine sociale cirkel. Dat is iets anders dan emotionele eenzaamheid, waarbij iemand misschien wel een netwerk heeft, maar zich niet gehoord voelt. Het idee dat eenzaamheid hetzelfde is als alleen zijn, leidt tot allerlei initiatieven waarbij men bijvoorbeeld oudere mensen of singles bij elkaar wil brengen. Vanuit de beste bedoelingen, daar niet van, maar als je eenzame mensen samen in een groep stopt zodat ze niet langer alleen zijn, betekent dat niet per se dat ze zich ook minder eenzaam voelen.”

“Eenzaam zijn is niet hetzelfde als alleen zijn. Ook iemand met een netwerk kan zich niet gehoord voelen.”

Dirk De Wachter: “Mogelijk voelen zij zich in zo’n groep zelfs nog eenzamer. Er zijn mensen die alleen wonen en helemaal niet eenzaam zijn, die voldoende netwerk hebben. Anderen zijn getrouwd, hebben twaalf kinderen en voelen zich eenzaam en verlaten. De psychiatrie ziet eenzaamheid als een subjectief gevoel. Wie eenzaam is, heeft niemand om aan gehecht te zijn. In een wereld waarin er meer wordt ingezet op autonomie dan op verbondenheid, dreigt die eenzaamheid toe te nemen.”

Uit het Nationaal Geluksonderzoek van begin dit jaar blijkt dat eenzaamheid vooral voorkomt bij jongeren van 20 tot en met 34 jaar.
Dirk De Wachter: “Ik verbaas mij daar over. Twintigers en dertigers zouden in de volle bloei van hun bestaan moeten zitten. Maar nee: ze zijn eenzaam.”

Johanna Spaey: “Misschien heeft het ermee te maken dat je op die leeftijd nog niet ten volle weet hoe je met anderen kunt verbinden. Voor veel mensen, en dat is ook mijn eigen ervaring, is dat geen gemakkelijke oefening. Bovendien beseffen twintigers en dertigers niet altijd dat alleen zijn ook waardevol kan zijn. Alleen leven is evengoed een kunst, net als je verbinden. Alleen kunnen leven kan een soort vrijheid geven.”

Dirk De Wachter: “Ik vind het een optimistische gedachte dat mensen op die leeftijd nog bezig zijn dat te leren. Eigenlijk zou dat al in het gezin moeten gebeuren. Verbinding leggen, reflectie en communicatie bevorderen, dat zijn vaardigheden je die aan kinderen kunt meegeven door eenvoudige dingen te doen, zoals praten over hun dag als ze uit school komen. Zo leg je een basis, maar dat gebeurt minder en minder. Men eet apart, met de laptop op schoot.”

Technologisering en eenzaamheid worden vaak samen genoemd. Hoe zit dat?
Dirk De Wachter: “De meest eenzame generatie is opgegroeid met de meest fantastische communicatiemiddelen. Dat is een enorme paradox. Blijkbaar leiden die communicatiemiddelen er juist toe dat mensen zich afschermen. Mensen hebben vrienden op Facebook, maar ze zien die niet. Ze zitten de hele dag op hun scherm, maar ze zijn afgeschermd. Ik denk dat verbinding vooral offline tot stand komt. Door elkaar in de ogen te kijken, elkaar eens goed vast te pakken. Zelfs in #MeToo-tijden ben ik voor het vastpakken. Vooral in #MeToo-tijden eigenlijk, want we moeten leren elkaar vast te pakken op een deftige manier, zonder elkaar te forceren.”

Johanna Spaey: “Ik denk dat uitwisselen van berichtjes, die constante aanwezigheid, ertoe leidt dat we minder wezenlijke dingen delen als we elkaar dan eens offline zien. Waarom zou je iets dat je al via een berichtje verteld hebt, ook nog eens face-to-face bespreken? Ik zie soms zelfs dat mensen overlijdensberichten op Facebook posten. Dat doet niets af aan de essentie van het verdriet, en mensen gebruiken nieuwe communicatiemiddelen nu eenmaal zoals ze vroeger via brief, telefoon of een rouwadvertentie zo’n bericht zouden verspreiden. Dat kan je moeilijk tegengaan, maar toch wringt het een beetje als ik zoiets zie.”

“De meest eenzame generatie is opgegroeid met de meest fantastische communicatiemiddelen.”

Dirk De Wachter: “Echt persoonlijke dingen, zoals verdriet, die moet je toch offline vertellen? Je moet een bericht sturen om af te spreken en te praten. Dààr dienen die berichten voor. Of misschien word ik oud en snap ik het allemaal niet, dat kan ook.” (lacht)

Johanna Spaey: “Ik denk dat er op dat vlak een kentering plaatsvindt. Het valt mij op dat mensen weer vaker op retraite gaan. Ze gaan naar plekken waar ze een paar dagen in een kale ruimte kunnen zitten, zich afsluiten, een ritme kunnen volgen, de smartphone uit. Dat gaat van digital detox tot kloosterweken.”

Dirk De Wachter: “Of de dure resorts, waar men veel moet betalen om het sober te hebben. Hoe crazy kan het zijn? Ik denk niet dat dat de oplossing is. Stilte en bedachtzaamheid moeten worden ingeweven in het dagelijks leven. Nu drammen mensen door om vervolgens een weekend in een resort te gaan herbronnen, waarna ze op maandag weer vollen bak voortgaan. Dat maakt het allemaal erger.

Nee, we moeten gewoon die smartphone af en toe even uit zetten. Ik denk dat jonge mensen dat eigenlijk wel weten. Ze doen het niet altijd en het wordt door de maatschappij ook niet altijd mogelijk gemaakt. Al begint dat te veranderen. Er zijn managers die afspraken maken over wanneer hun werknemers wel en niet bereikbaar zijn. De technologie moet ons dienen, niet andersom. Misschien is dit een overgangstijd waarin we dat leren.”

Johanna Spaey: “Ik heb geen smartphone. Dat is een bewuste keuze die onverwachte voordelen heeft. Als ik met vrienden aan het praten ben en we vragen ons af hoe die ene film ook alweer heet, dan kan ik het antwoord niet googelen. Ik vind het fijn om over zulke dingen te moeten nadenken. Je gedachten leggen dan een heel pad af, dat je soms meeneemt langs herinneringen waarvan je niet meer wist dat je ze had. Dat is ook hoe boeken geschreven worden, door associatie en door verbindingen te leggen. Niet alles kunnen opzoeken, geeft ruimte in je geest om je fantasie toe te passen, zonder dat je meteen moet controleren of dat wat je denkt wel klopt.”

Eenzaamheid is twintig procent dodelijker dan roken, dubbel zo dodelijk als alcohol, en even ongezond als obesitas, kopten de kranten de afgelopen weken. Hoe moeten we zulke cijfers interpreteren?
Dirk De Wachter: “Door eenzaamheid, roken, drinken en obesitas op die manier tegen elkaar af te meten, lijkt het alsof het geïsoleerde problemen zijn, terwijl ze vaak met elkaar samenhangen. De eenzame mens gaat drinken, pillen pakken of eten om zich te verdoven. Zo leidt eenzaamheid tot andere problemen en beïnvloedt het onze gezondheid.

“Eenzaamheid, roken, drinken en obesitas zijn geen geïsoleerde problemen zijn, maar hangen vaak samen.”

Ik geef een cursus ‘omgaan met een handicap’, voor studenten in de kinesitherapie. Er komen ervaringsdeskundigen spreken die bijvoorbeeld door een ongeluk in een rolstoel zijn terecht gekomen, of die MS hebben. Zij vertellen dat ze gelukkig kunnen zijn, ondanks hun ernstige handicaps. De studenten vragen zich dan af hoe dat kan. Het antwoord is altijd dat die mensen verbonden en omringd zijn. Die verbinding is dus heel belangrijk om een goed leven te hebben. Belangrijker zelfs dan gezondheid, daar ben ik van overtuigd.

Daarom ook dat eenzaamheid één van de belangrijkste problemen is van de huidige maatschappij. Materieel hebben we het nog nooit zo goed gehad, en toch voelen heel veel mensen zich slecht. Wachtlijsten zijn eindeloos. Eenzaamheid komt daarin heel vaak terug, in allerlei vormen. “Ik heb niemand om mee te spreken, alleen de psychiater”, hoor ik dan. Mijn collega’s en ik, wij hebben veel te veel werk. Therapeuten zijn soms de enigen die mensen kunnen vertrouwen, tegen betaling. Dat is toch raar?”

Durven mensen wel aan elkaar toe te geven dat ze eenzaam zijn? Vaak wordt er gesproken over een ‘eenzaamheidsepidemie’, wat niet heel bevorderlijk is om het taboe weg te nemen. Het impliceert dat eenzaamheid een ziekte is, en bovendien besmettelijk.
Johanna Spaey: “Het idee dat eenzaamheid besmettelijk kan zijn, bestond al vooraleer ‘eenzaamheidsepidemie’ een modewoord werd. Dat komt doordat het moeilijk is om als buitenstaander om te gaan met iemand die zegt hardcore eenzaam te zijn. Je hebt al snel het gevoel dat degene die zo eenzaam is, zijn eenzaamheid bij jou op schoot legt en zegt: doe er iets aan. Voor psychiaters is dat dagelijkse kost, maar ga er maar eens aanstaan wanneer je daar binnen familie of kennissenkring mee geconfronteerd wordt.”

Dirk De Wachter: “Onze maatschappij heeft de neiging alles te psychiatriseren en medicaliseren, maar eenzaamheid is geen ziekte. Wie een beetje triest of alleen is, hoeft daarvoor geen pil te krijgen. Eenzaamheid is een sociaal probleem van onze tijd, dat in het sociale weefsel moet worden opgelost. We zijn allemaal verantwoordelijk om verbindend met onze medemens om te gaan, hoe wollig dat ook mag klinken.

“Onze maatschappij heeft de neiging alles te psychiatriseren en medicaliseren, maar eenzaamheid is geen ziekte.”

Er is in onze maatschappij een al te grote nadruk op het autonome, het individuele, het succesvolle, het fantastisch zijn. Daardoor wordt het verdriet, het kwetsbaar zijn, het lastige, minder met elkaar gedeeld. Dat is niet iets om apocalyptisch over te zijn, maar wel iets om aandacht voor te vragen.

Veel mensen zullen dat sentiment herkennen. Er ook iets mee doen, is een ander verhaal. Ik werk bij een psychiatrisch ziekenhuis dat omgaat met mensen met grote problemen. En zelfs wij zorgen als collega’s onderling niet altijd goed voor elkaar. Er was vorig jaar een collega die in de problemen kwam en wij wisten dat niet. Wij, psychiaters! Ik vond dat stuitend, ook van mijzelf. We moeten elkaar meer durven aanspreken en kwetsbaarheid durven tonen.”

Johanna, in ‘Kleine encyclopedie van de eenzaamheid’ toon je die kwetsbaarheid door je eigen gevoelens van eenzaamheid niet uit de weg te gaan.
Johanna Spaey: “Ja, voor mij is het echt een leerproces geweest om mij minder afgesloten te voelen van de wereld. In vriendschap heb ik moeten leren hoe je dat eigenlijk doet, een goede vriend zijn. Ik heb ook moeten leren de vriendschap van andere mensen te herkennen. Ik was daar niet goed in, maar heb het gelukkig kunnen leren. Anderzijds vind ik het alleen leven nu aangenamer dan vroeger, omdat ik geleerd heb om die wereld te vullen met andere dingen, onder meer met schrijven. Als je wil schrijven, heb je zelfs een soort afgesloten wereld nodig.”

“Als ik me erg alleen voel, of echt worstel, merk ik dat literatuur helpt.”

Kan literatuur eenzaamheid verzachten?
Johanna Spaey: “Als ik me erg alleen voel, of echt worstel, merk ik dat literatuur helpt. Niet per se door in literatuur iets over dat onderwerp te lezen, maar omdat het lezen op zich heel troostend kan zijn. Ik kan van literatuur in een soort roes of verrukking geraken, waardoor ik een troost en verbondenheid ervaar die mij minder alleen laat voelen. Ik lees heel veel, maar kan nog steeds in vervoering raken als ik een nieuwe schrijver ontdek. Soms is lezen bijna beter dan het echte leven. Dat is ook het voordeel als je schrijft: je bent voortdurend met je verbeelding bezig en kunt daardoor ook tijdelijk in een andere realiteit vertoeven. Het maakt een soort escapisme mogelijk.”

Er is nu veel aandacht voor eenzaamheid en overheden zoeken naar oplossingen in de vorm van buurtregisseurs en ministers van eenzaamheid. Een goed idee?
Dirk De Wachter: “Ik geloof in bottom up oplossingen, in spontane dingen die mensen ondernemen. Het beleid kan de eenzaamheid niet oplossen, het moet in de eerste plaats oplossingen niet in de weg staan. Want vaak genoeg staan de overheid, scholen en bedrijven wel in de weg, door zo hard in te zetten op concurrentie en ‘ieder voor zich’. Dat moet getemperd worden. En laten we ook niet vergeten dat er veel moois gebeurt tussen mensen. Het vluchtelingendebat wordt bijvoorbeeld erg negatief geframed, maar kijk eens hoeveel mensen zich inzetten. Gewone mensen die een vluchteling in huis nemen, dat is toch straf? Als overheden de goede dingen die ontstaan in de wereld faciliteren, dan komen we al vooruit.”

“Ik zou mensen willen aanzetten om die smartphone eens aan de kant te leggen. Doe eens iets met je geest dat alleen van jou is.”

Wat kunnen we zelf doen wanneer we ons eenzaam voelen?
Johanna Spaey: “Het gaat erom je te verbinden. Word mens tussen de mensen. Maar ook: leer om af en toe alleen te zijn. Ik zou mensen willen aanzetten om die smartphone eens aan de kant te leggen en meer te lezen, meer naar kunst te kijken. Doe eens iets met je geest dat alleen van jou is. Ga eens naar een tentoonstelling, post er niets over op Facebook en vertel er niemand over. Doe dat alleen voor jezelf. Dan zal je merken dat je best dingen kunt doen en waarderen, zonder dat je daarvoor bevestiging moet zoeken in de buitenwereld, die soms zo onverschillig kan zijn.”

Dirk De Wachter: “Leer leven met een beetje eenzaamheid. Het nadeel van al die aandacht voor het fenomeen, is dat mensen zich schuldig gaan voelen als ze zich eenzaam voelen. Als altijd verbonden zijn een soort succesfactor wordt waar mensen aan moeten voldoen, werkt dat contraproductief. We moeten aanvaarden dat de mens een gebrekkig wezen is, dat het niet altijd lukt, dat je je soms eenzaam zal voelen. Dat is normaal. Als eenzaamheid niet te lang duurt, kan het geen kwaad.”

Johanna Spaey: “Accepteer je menselijkheid, dus.”

Dirk De Wachter: “Inderdaad. De ene mens is ook wat socialer dan de ander. Net zoals de één beter kan voetballen dan de ander. Niet iedereen is Kompany, in alle betekenissen van het woord.” (lacht)

Johanna Spaey en Dirk De Wachter zijn allebei op 14 december te gast op het Festival van de Gelijkheid in Gent. Johanna Spaey neemt deel aan het panelgesprek ‘Samen tegen eenzaamheid’ en Dirk De Wachter neemt deel aan het panelgesprek ‘Iedereen mee in de klas’. Reserveer snel een plek als je erbij wil zijn!
Foto’s: Sandra Mermans

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen