Column

Wat als alle maskers zouden afvallen?

Wat als alle maskers zouden afvallen?

Tijdens carnaval verschuilen heel wat feestgangers zich achter maskers, maar dat doen we in het dagelijkse leven ook, alleen valt het daar minder op. Net als een kameleon die zijn kleur aan de achtergrond aanpast om zijn kwetsbaarheid te verhullen, zetten we vaak een masker op om onze broosheid of onze ware gevoelens te verdoezelen. Dat masker verschilt naargelang de rol die we uitoefenen: ouder, vriend, buur, collega, Twitteraar…

Zeker op het werk zijn sommige collega’s een krak in het opzetten van maskers: ze zijn een totaal ander mens op de werkvloer dan thuis. Ik ben een veel te open boek om dat vol te houden. Natuurlijk gedraag ik me professioneel op kantoor. Maar ik ben wie ik ben en doe me niet anders voor. Als ik een mindere dag heb, dan lezen mensen die mij een beetje kennen de droefenis van mijn gezicht af. Mijn ogen liegen niet. En sinds mijn collega’s mijn blog ontdekt hebben, is dat nog minder het geval.

“Thuiszitten omdat je een mentale dip hebt, dat werkt argwaan op want dat is niet zichtbaar of controleerbaar.”

Die eerlijkheid wordt me niet altijd in dank afgenomen. Zo had ik vorig jaar nood aan een time-out, door een samenloop van omstandigheden ging het even niet meer. Om te vermijden dat ik er terug voor lange tijd door zou zitten, schreef de dokter me even wat rust voor. Als werknemer ben je niet verplicht om je werkgever details over je afwezigheid (op doktersvoorschrift) te verschaffen. Nu ga ik daar niet om liegen. Ik vertelde dat de reden van mijn afwezigheid psychisch was. “Ah, het is dus niet ernstig,” was de eerste reactie die ik kreeg.

Niet naar het werk komen omdat je met 39° koorts in bed ligt of de dag moeten doorbrengen op het toilet omdat je darmflora amok maakt, dat kan nog. Maar thuiszitten omdat je een mentale dip hebt, dat niet, want dat is niet zichtbaar of controleerbaar… “Klopt het wel wat hij zegt? Maakt hij ons geen blaasjes wijs? Is hij een dikke, vette profiteur want hij kan niet komen werken maar op Facebook zien we wel dat hij leuke dingen doet?”

Weten zij veel dat je die ‘leuke dingen’ enkel doet omdat je arts erop heeft aangedrongen. Dat het beduidend veel moeite gekost heeft om er hoegenaamd aan te beginnen. Dat je tijdens die ‘leuke dingen’ eigenlijk veel liever ergens in een hoekje zou verschuilen. Jezelf op de eerste plaats zetten, aan zelfbescherming doen, roept niet bepaald bij alle collega’s veel sympathie op. De meeste worstelen er nog mee.

“Sommige mensen hebben sterke botten, andere broze. Dit geldt ook voor de andere vormen van lichamelijke en mentale weerbaarheid.”

Dezelfde teneur merkte ik bij een collega die na een burn-out het werk hervatte. Van hem werd verwacht dat hij vanaf dag één terug volledig kon meedraaien en als dat te zwaar bleek te zijn ‘had hij maar langer thuis moeten blijven’ of ‘moet hij maar op zoek gaan naar een andere job’. Iemand die na een strijd tegen kanker weer aan de slag ging, kon op heel wat meer begrip rekenen. Dat die collega na een aantal weken nog steeds niet op volle kracht meedraaide, dat vond iedereen meer dan logisch. De collega werd zelfs aangemaand om zich rustig te houden en het werk stap voor stap terug op te bouwen.

Nu wil ik de discussie niet openen welke situatie er ernstiger is, dat is mijn punt hier helemaal niet. Beide situaties zijn vreselijk ingrijpend voor de betrokken collega’s en hun omgeving. Laat dat duidelijk wezen. Ik vel geen oordeel over de ziekte, ik vel een oordeel over de reacties op de werkhervatting.

Er zijn altijd personen die er de kantjes vanaf lopen en mensen veralgemenen nu eenmaal graag. Alle politici zijn poenpakkers, alle werklozen zijn luieriken en als je niet in staat bent om te werken om psychische redenen, krijg je vaak de stempel van profiteur. Maar dat is zelden het geval.

Een vergelijking: stel je komt ten val op de skipiste. Sommige mensen komen er met een paar blauwe plekken en de schrik van af, terwijl anderen botten breken en weken, soms maandenlang moeten herstellen. Enerzijds spelen de omgevingsfactoren een rol: de hardheid van de sneeuw, de snelheid waarmee je tegen de grond kwakte, de hoek waarin je ledematen door de haperende skilatten gewrongen wordt, of je al dan niet te lang in de après-skibar bleef hangen… Anderzijds is ook het DNA van die persoon in kwestie van belang. Sommige mensen hebben nu eenmaal sterke botten, andere broze.

Dit geldt ook voor de andere vormen van lichamelijke en mentale weerbaarheid. Terwijl de ene persoon geen last heeft van de vervuilde stadslucht, hoest de andere erop los. Terwijl de ene een bepaalde tegenslag goed verwerkt, worstelt de andere ermee. Terwijl de ene dat nare gevoel goed verstopt achter een masker, zie je aan de ander dat hij het moeilijk heeft.

“Wat als alle maskers zouden afvallen en we vaker onze kwetsbaarheid zouden tonen?”

Wie is er dan het eerlijkst? Diegene die zich niet beter voordoet dan hij is, of diegene die de schone schijn ophoudt? Zouden we niet beter voor onze eigen deur vegen en begrip hebben voor ieders individuele aanpak? Horen we eerlijke mensen te beboeten? Kan je wat verliezen door uit te gaan van het goede van de mens? Of geven we die mensen gewoon het gevoel dat ze ons aan het bedonderen zijn omdat ze voor zichzelf zorgen? Omdat ze je geen rad voor ogen draaien?

Als ik om me heen kijk, denk ik dat ik op heel wat maskers kijk. De cijfers liegen er niet om: de wachtlijsten in de psychiatrie, de verkoopcijfers van antidepressiva, de ziekteverzuimcijfers met een psychologische oorzaak. Wat als op een dag alle maskers zouden afvallen en we wat vaker onze kwetsbaarheid zouden tonen? Zouden we dan minder streng voor elkaar zijn? Want zelfs een kameleon moet ooit kleur bekennen, hoe hard hij ook probeert om zich aan zijn omgeving aan te passen.

 

Foto’s: Istock

Schrijf je reactie

5 reacties
  • lind says:

    Dat schrijf je heel erg goed Stijn. Dank je om te delen. Heel erg traag gaan we alsnog naar een samenleving waar er meer en meer ruimte is voor gevoeligheid en balans. Ipv hollen van het ene in het andere is kunnen zijn met wat is mss de mooiste dans van allemaal.

  • liese says:

    Zelf vind ik het ook moeilijk in de omgekeerde situatie. Hoe reageer ik op iemand die terugkomt na een lange periode thuis te zitten? Wat zijn mijn verwachtingen? Wat mag ik niet verwachten? In hoeverre is deze persoon effectief voldoende hersteld? Kan ik die persoon extra taken opleggen? En ik weet dat ik dat allemaal kan vragen, maar is dat niet te confronterend? Enzoverder enzoverder…:-)

    • Ik denk dat zoiets van persoon tot persoon verschilt, Liese. Natuurlijk niet altijd evident om dat aan te voelen. Begrip tonen en laten merken dat je er bent voor die collega als hij/zij daar nood zou aan hebben, is een alvast goede basis.

  • NT says:

    Ik vind het altijd zo pijnlijk om mezelf in zulke blogposts en artikels te herkennen, want dat betekent dat ik besef dat ik in hetzelfde schuitje zit, dat het niet meer gaat. En dat wil ik niet. Elke dag opnieuw vecht ik ertegen, maar ik voel dat het water weer stilaan tot aan mijn lippen komt.

    Een hele tijd geleden zat ik al voor enkele maanden thuis omdat persoonlijke problemen me de das hebben omgedaan. Dat in combinatie met stress en demotivatie op het werk is allesbehalve een fijne cocktail. Van het ene op het andere moment ben ik gecrasht. Echt waar, op amper een minuut tijd is het gebeurd. Zo boem klets bats ineens. Ik begrijp het zelf nog steeds niet. De dokter bleef mijn thuiszitten maar verlengen, want er was amper tot geen vooruitgang.
    Maar dan komt toch het punt dat het allemaal een beetje beter lijkt te gaan. De eerste dag dat je terug zin hebt om eens buiten te komen en iets te doen, of de eerste dag dat je de affectie van je partner weer kan verdragen. De persoonlijke problemen worden aangepakt, stap per stap. En dan kom je op een gegeven moment bij de dokter die denkt dat terug gaan werken weer een optie is.

    Na zo’n gigantisch lange tijd mijn collega’s weer terugzien; het bezorgde me heel veel stress. Bang voor vragen, vooroordelen en wat nog allemaal. Gelukkig bleef dat uit. Maar vanaf de eerste seconde dat ik weer achter mijn bureau zat sloop dat vreselijke gevoel weer in mijn hoofd: de persoonlijke chaos in mijn hoofd gaat de goede richting uit, maar wat het werk betreft… Daar zijn we geen stap verder. Integendeel. Het lijkt wel verergerd. Ik worstel al twee jaar met faalangst, paniekaanvallen, stress en een groot verlies aan motivatie en passie. Simpelweg: ik voel me ongelukkig in mijn job en probeer dat wanhopig verborgen te houden op de werkvloer. Alleen word je daar als mens niet gelukkiger van. Soms word ik aangesproken op een moment dat het echt niet gaat en moet ik moeite doen om niet in tranen uit te barsten.

    Intussen is er al een psycholoog en loopbaanbegeleider ingeschakeld om me met beide werelden te helpen, maar ik merk dat het op werkgebied alleen maar erger wordt (terwijl het op persoonlijk vlak steeds weer betert, waar ik ontzettend blij om ben, maar ik heb nog een lange weg te gaan). Maar wat moet ik dan doen? Weer huilend bij de dokter gaan en zeggen dat het niet meer gaat? Wéér een hele tijd thuiszitten, wetende dat de kans groot is dat de miserie opnieuw begint van zodra ik mijn werk hervat? Het idee dat een andere job zoeken de enige oplossing zou zijn bezorgt me slapeloze nachten, nachtmerries en huilbuien. Ik wéét niet wat ik anders zou doen, en ben ik daarmee dan wel gelukkiger? En dan is er nog onze lening, verzekeringen, autokosten,… Echt, ik weet het allemaal even niet meer, en ik durf en kan er niets over te zeggen op mijn werk.

    Bovendien voel ik me hierdoor zo ondankbaar en schuldig. Ik heb een job waar velen jaloers op zijn, wat zit ik nu te zagen? En toch, dit is het niet… Maar wat is het dan in godsnaam wél? Ik hoop echt waar uit de grond van mijn hart dat er in de nabije toekomst iets verandert, want dat moet gewoon. Maar momenteel zie ik het écht niet… En ik word alleen maar ongelukkiger, humeuriger en emotioneler. Ik betrap mezelf op het feit dat ik hoop begin te koesteren dat mijn psychologe of loopbaanbegeleidster me de oplossing gaat kunnen bieden die ik nodig heb, ook al ben ik van nature nuchter genoeg om te beseffen dat het zo niet in elkaar zit.

    Zucht… Waarom zijn mensen zo ingewikkeld? Alles hebben om gelukkig te zijn, en toch niet gelukkig zijn. Moest het nu eens allemaal zo simpel zijn, hé… 🙂

    • Ik ben blij te lezen dat je hulp zocht en gevonden hebt en dat het op persoonlijk vlak al een heel stuk beter met je gaat. We zitten een groot deel van de dag op ons werk. Als de situatie daar niet beter wordt, dan is een nieuwe job de juiste keuze. Maar ik snap de onzekerheid die daarbij komt kijken. Een duik in het onbekende, de gouden kooi uitvliegen, kans om afgewezen te worden tijdens sollicitatiegesprekken, de financiële onzekerheid … Toch denk ik dat dit alles niet opweegt tegenover de opluchting die je zult voelen als die last van je valt en de energie die je zult krijgen van een job die je echt graag doet. Probeer je huidige job als een tijdelijke oplossing te zien, je zit in het wachthokje te wachten tot er een bus passeert, je weet alleen nog niet wanneer die bus komen zal. Maar als die komt, dan spring je er zonder twijfel op. Succes!

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen