Buitengewoon

Koen Crucke: “Ik ben maar vijf minuten per dag écht gelukkig”

Koen Crucke: “Ik ben maar vijf minuten per dag écht gelukkig”

Sophie’s innerlijke kleuter ging even helemaal los toen ze bij jeugdidool Koen Crucke (67) op de fristi, euh koffie, mocht. Haar missie: uitzoeken of Koen echt zo gelukkig is als hij overkomt op social media en als het even kan ook de daarbij behorende gouden formule lospeuteren. Foto’s: Sandra Mermans

De meesten onder ons kennen Koen Crucke als Alberto Vermicelli, de zingende kapper van Samson & Gert. Maar Koen is zo veel meer. Vlaanderens muzikale duizendpoot shinet hem al ruim 51 jaar als operazanger, acteur, radioman… Niets is hem te veel. En sinds een jaar of drie is social media toevallig ook al één van zijn specialiteiten. Door zijn banale, maar oh zo heerlijke, filmpjes maakt nostalgie plaats voor nieuwerwetse adoratie. Hij noemt zichzelf liever geen BV, maar wel een artiest. Koen, sans gêne. In de woonkamer van zijn appartement in De Haan, waar hij met zijn man Jan (70) woont, ontrafel ik het mysterie der gelukzaligheid vrijwel meteen.

Koen, ik ken je natuurlijk niet echt, maar je lijkt buitengewoon gelukkig. Hoe doe je dat?
“Gelukkig? Nee. Ik ben blij. Dat zijn voor mij twee verschillende dingen. Zodra ik op het podium sta of er camera’s op mij gericht zijn, voel ik me intens gelukkig. Dat is niet gefaket. Dat zijn de momenten dat de buitenwereld mij ziet, maar dat betekent niet dat ik ook echt altijd gelukkig ben. Je kan moeilijk de hele dag door gelukkig zijn.”

“Je kan moeilijk de hele dag door gelukkig zijn. Ik ben misschien vijf minuutjes per dag echt gelukkig. Dat is genoeg.”

Hoeveel minuten per dag zou je jezelf dan wel gelukkig noemen?
“Misschien vijf minuutjes op een dag en dat is genoeg. Maar blij, dat ben ik vaker. Content dat alles goed gaat, dat ik gezond rondloop, dat ik vanavond kan gaan sporten, dat ik kan zingen en overmorgen gaan acteren. ’s Morgens als ik opsta en even kan knuffelen met mijn man Jan, dat zijn een paar seconden van ultiem genot die ik elke dag beleef. Ik probeer elke dag dankbaar te zijn voor de schone dingen.”

Jan brengt je al vijftig jaar lang elke dag ontbijt op bed. Dat zag ik op je Instagram? Is dat écht zo?
“Dat is echt zo. Tenzij Jan en ik niet samen zijn. Als ik een tijdje weg ben met een operaproductie bijvoorbeeld. Dan ben ik aangewezen op het ontbijtbuffet van het hotel. Maar het is al vijftig jaar traditie. Zelfs toen Jan nog werkte, installeerde hij alles naast mijn bed zodat ik vanuit mijn bed kon eten als ik wakker werd.”

Jan altijd bij jou en nooit andersom?
“Nee, Jan ontbijt liever aan tafel.”

Tja, kruimels in bed. Heb je daar geen last van?
“Nee, nee, ik doe zo’n slabbeke om he. Dat heb ik ook al eens gedeeld op Instagram. (lacht) Dan vraag ik aan Jan of dat hij me even wil filmen en Jan doet dat dan.”

Jan (zit aan de andere kant van de woonkamer achter de computer), wat vind jij ervan dat jullie leven zo online komt te staan?
Jan:
“Euh, Koen is een publiek figuur dus waarom zou ik dat niet goed vinden? Absoluut geen problemen mee. Het is zijn vak ook.”

Koen: “Vroeger zei Jan wel eens van ‘zitte gij nu weer op uwe gsm bezig op Instagram’, maar nu is ie daar mee vertrouwd geraakt, heb ik de indruk. Onze zoon, Stefan, vindt het veel vervelender. Die zegt dan “Ge gaat dat toch weer niet op Instagram zwieren he, pa?” En als ie mij belt, merk ik het meteen aan zijn stem als ie iets gezien heeft wat hem niet bevalt.

Maar hij zet zelf ook dingen op het internet waarvan ik denk dat het geen mens interesseert. Hij heeft me ooit gevraagd een filmpje te delen waarin Trump belachelijk werd gemaakt en dat deed ik dan voor hem, maar dat had helemaal geen succes. Mensen voelen dat ik dat niet ben. Ze willen mij zien en niemand anders.”

Mensen houden van jou, hé? Heb je enig idee hoe dat komt?
“Ja, he? Ik denk het. Ze kijken ernaar uit van ‘Wat gaat ‘m vandaag weer online zetten.’. Ik denk dat dat komt omdat ik mezelf ben. Ik denk dat dat het succes is van mijn kanalen, mijn authenticiteit.”

Je speelt zo veel verschillende rollen. Wanneer weet je of je echt jezelf bent?
“Ik ben nu mezelf. Ik speel geen rolletje nu. Ik ben altijd zo. Soms moet ik me zelfs een beetje in toom houden zodat ik niet té veel mezelf ben. Ik heb al veel rollen gespeeld: komieken, de slechterik, vrouwen, … Dan ben ik niet mezelf, maar kruip ik in een personage. Zodra het kostuum uitgaat en de make-up eraf gaat, is het voorbij. Tijdens een repetitieproces blijf ik wel in een rol hangen. Als ik een slechterik speel, ben ik tijdens die periode echt onuitstaanbaar, ook thuis.”

“Als ik een slechterik speel, ben ik tijdens die periode echt onuitstaanbaar, ook thuis.”

Ik had ook iemand anders verwacht, eerlijk gezegd. Je bent veel rustiger in het echt.
“Ja? Mensen verliezen zichzelf soms in hun rol, hé. Kijk naar Eddy Wally. Op den duur was hij zodanig dat rolletje geworden dat hij dat niet meer los kon laten. Urbanus heeft dat ook. Wendy Van Wanten trouwens ook. Koen Crucke is wie ik ben in het echte leven. Maar kom ik op een podium, speel ik die rol.”

Welke rol speel je precies op je social media?
“Geen. Dat is niet geregisseerd of in scène gezet. Het lijkt soms frivool, maar dat is gewoon hoe ik ben. Ik geniet enorm van bezig te zijn met mijn vrienden online, die ik ‘mijn lieve volgertjes’ noem en ik hou van de reacties. Ik ben er eerlijk gezegd wel een beetje aan verslaafd. Ik moet elke dag iets posten op Twitter en Instagram. Facebook en al doe ik allemaal niet. Mensen benaderen je online helemaal anders dan in de klassieke media. Ik geniet erg van het directe contact en de interactie.”

Heb je wel eens last van haters?
“Nee, echt heel weinig. Eigenlijk bijna niet.”

Zijn ze er niet of kijk je er niet naar?
“Jawel, ik bekijk alles wat mijn volgertjes onder mijn posts antwoorden. Toch zijn het er heel weinig in tegenstelling tot alle positieve reacties.”

Heb je wel eens verdriet?
“Oh ja, verdriet. Dat heb ik regelmatig wel eens een keer. Daar is ook ruimte voor in mijn leven. Toen mijn moeder stierf, zo’n vijftien jaar geleden, belde mijn zus me op om te zeggen dat ze dood in haar zetel zat. Maar ik moest die avond optreden. Er zat duizend man in de zaal en een tachtigkoppig orkest te wachten. Ik heb gezongen en alles gedaan en de dag erna ook. Ik heb niet kunnen huilen tot op de crematie, daar ben ik op de kist gevallen en hebben ze me van haar af moeten trekken. Ik had alles zo hard opgekropt dat die ontlading nodig was. Een keer goed wenen, is gezond.”

Wat zijn voor jou de belangrijkste dingen in het leven?
“Mijn man, mijn zoon en mijn schoonzoon. Dat ik mijn job zo lang mogelijk kan blijven doen. Mijn gezinnetje in combinatie met mijn momenten op het podium. Meer heb ik eigenlijk niet nodig.”

Jan is zowel je echtgenoot als je manager. Jullie lijken altijd samen te zijn. Raken jullie eigenlijk nooit uitgepraat? Wat is jullie geheim?
We doen veel samen, maar niet alles. Over televisieprogramma’s raken we het niet vaak eens en dus kijken we ieder apart. Maar daarna komen we wel weer samen. We hebben altijd wel iets om over te praten. Ons geheim? Heel veel water bij de wijn doen. Van beide kanten. Ik denk dat dat de formule is voor een succesvolle relatie.”

“Stefan was al volwassen toen we hem adopteerden. We waren het eerste homokoppel dat een volwassen zoon adopteerde.”

Jullie hebben samen een zoon geadopteerd.
“Klopt. Jan en ik zijn vijftien jaar getrouwd. Stefan was al volwassen toen we de keuze maakten hem te adopteren. We waren het eerste homokoppel dat een volwassen zoon adopteerde. Het zal nu dertien jaar geleden zijn dat we Stefan adopteerden. Hij was toen 34, maar woonde al wel sinds zijn negentiende bij ons. Toen ik een café opende in Gent, werd hij de gérant. Omdat hij zo ver weg woonde, boden we aan om bij ons in te komen wonen aangezien we een groot appartement hadden en zo is de bal gaan rollen.”

Op die leeftijd kiezen voor adoptie is op z’n minst opvallend.
Stefan kwam min of meer uit een probleemgezin en hij vond bij ons zijn geluk. Hij zegt dat zelf ook altijd: wij hebben hem grootgebracht en hem de kans gegeven de persoon te worden die hij nu is, dus verlangde hij naar die adoptie om het plaatje voor zichzelf compleet te maken.”

Als je outfit matcht met die van Koen Crucke, weet je dat je aan het winnen bent.

Jullie zitten in een uitzonderlijke situatie en veel mensen hebben een mening. Hoe ga je daarmee om?
“Over het algemeen trek ik me dat niet aan. Ik ben een publiek figuur, natuurlijk. Als ik op een bureautje zou werken, zou het misschien minder zijn, hoewel mensen altijd wel graag roddelen. Dat is de aard van het beestje denk ik. Maar nee, zoals ik al zei, er zijn zoveel mooie dingen, waarom focussen op de negatieve?”

Zijn er soms momenten dat je wenst om eventjes anoniem te zijn?
“Nee, ik geniet van mijn populariteit. Niet dat ik mediageil ben. Ik ben niet in het vak gestapt om bekend te worden, want dat bestond in die tijd allemaal nog niet, Bekende Vlaming zijn. Nee, je was een zanger, acteur of artiest. Nu ben je opeens BV. Wat is dat zelfs? Ik wil in dat rijtje niet thuishoren. Ik ben een artiest.”

“Ik draag geen kussen onder mijn schort tijdens de shows van Samson & Gert. Ik zei dat als ze een dikke Alberto wilden, ze maar iemand anders moesten zoeken.”

Enige tijd geleden ben je op anderhalf jaar tijd 47 kilo kwijtgespeeld. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
“Ik moest voor mijn gezondheid. Anders was ik er nu niet meer geweest. En hoe? Discipline, hé. Gezond eten, anderhalf jaar geen druppel alcohol drinken, suikers vermijden. En calorieën tellen, hé.”

Je wilde het er liever niet over hebben, maar toch even kort: hoe kijk je terug op je rol in Samson & Gert?
“Ik kijk er met veel plezier op terug en ben heel dankbaar dat ik die rol heb mogen spelen. Ik heb mede dankzij die show een enorm breed publiek. Jong en oud, ik hou van hen allemaal.

Je speelt wel nog steeds kapper Alberto in de Samson & Gert-shows. Moet er dan een kussen onder je schort?
Neen. Dat wilde ik niet. Ik zei dat als ze een dikke Alberto wilden, ze maar iemand anders moesten zoeken. Dus hebben ze een scenario bedacht waarin Alberto een paar weken op een onbewoond eiland strandt, geen eten had en dus vermagerde. Ik heb zo hard gewerkt om er zo uit te zien, dat ga ik niet meer wegstoppen.”

Groot gelijk. Veel plezier met sporten zo meteen!

Foto’s: Sandra Mermans

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen