Column

Morgen, misschien

Morgen, misschien

Uitstelgedrag maakt niet gelukkig. Toch schuiven we allemaal wel eens, of vaker, iets voor ons uit. Stijn neemt de uitsteller in ieder van ons – maar vooral in zichzelf – onder de loep.

“Taak nooit ontvangen.” Drie woorden, die een toch al middelmatig rapport meesleurden naar nieuwe dieptes. Ik was veertien, en het was de eerste keer dat mijn uit de hand gelopen uitstelgedrag consequenties had. Het smaakte zuur. Ik wist al wat ze hier thuis over zouden zeggen, natuurlijk wist ik dat. Nee, die taak was niet zo moeilijk. En ja, we hadden daar voldoende tijd voor gekregen. Ik had het te druk met doedelen op kladpapier, mijn tienerslaapkamer wel vijf keer obsessief opruimen, stofzuigen en tenslotte dweilen en het knuffelen met wollige en donzige huisdieren tot de zoveelste dag in de nacht vergleed.

Naast ziedende ouders en zeurende leerkrachten, ging mijn dit-kan-morgen-ook-nog-mentaliteit gepaard met een soort zelfhaat die me sindsdien is blijven achtervolgen. Want uitstellen, dat maakt niet gelukkig. Na elke door procrastinatie veroorzaakte crisis, was ik weer boos op mezelf. Waarom kon ik niet gewoon eerder aan zulke taken beginnen? Waarom leek de inspiratie voor het schrijven van een essay steeds samen te vallen met de paniekaanval nét voor de deadline? En vooral: waarom was ik zo lui geweest?

De wetenschap boog zich uiteraard al over deze universele vraagstukken. Oorzaken die aan de basis van procrastineren zouden liggen: het aannemen van te veel werk (1), een gebrek aan motivatie (2), perfectionisme (3), vermoeidheid (4), afleiding (5) en een steeds aanhoudende werkdruk (6). Het zijn stuk voor stuk redenen die door onze prestatiegerichte maatschappij worden aangewakkerd.

Ik durf me niet achter mijn toetsenbord te nestelen, omdat het neerpennen van mijn gedachten me naast het allergrootste plezier, ook de allergrootste angst inboezemt.

Jaren later ken ik die redenen alleen maar beter. Ik ben het uitstellen nog niet helemaal verleerd, maar weet gelukkig al sneller de signalen te herkennen. Ik heb geleerd dat de drang tot uitstellen steeds nabij is. Het zijn namelijk niet enkel de saaie taken die ik verschuif. Ook dat wat ik het liefst doe – dingen waarvan ik misschien na enkele glazen wijn toegeef dat ik er zelfs goed in ben – wordt verplaatst. Schrijven, om maar iets te noemen. Vaak vind ik de moed niet om me achter mijn toetsenbord te nestelen, omdat het neerpennen van mijn gedachten me naast het allergrootste plezier, ook de allergrootste angst inboezemt.

Het idee van het plots ‘niet meer kunnen schrijven’ is zelfs zo beangstigend dat het beter lijkt om dan maar helemaal niét te schrijven. Wie niet schrijft, kan er onmogelijk slecht in zijn. Dus stel ik het uit naar een moment waarop de inspiratie zo overvloedig aanwezig zal zijn, dat ik er kwistig mee aan de slag kan. Geen slecht of middelmatig woord zal er nog uit mijn vingers vloeien. De structuur zal steeds goed zitten. Het worden mooie teksten, echt waar. Maar ik schrijf ze nog niet vandaag. Vandaag ben ik nog niet zover. Morgen, misschien.

Ik ben daarin geen uitzondering. We bezitten allemaal het vermogen om te dromen van beter, van een toekomst waarin al onze gebreken en ergernissen zijn weggegomd als schetslijnen op tekenpapier. Maar we bezitten evengoed de drang om onze projecten en doelen op te schuiven naar een later tijdsstip. We wachten op een beter fototoestel om mooiere foto’s te trekken, we willen meer boeken lezen om gevatter te schrijven en we wachten op dagen waarop ons banksaldo uit zoveel cijfers bestaat dat we zonder overpeinzen een reis naar een ver land boeken. Misschien wel naar Nieuw-Zeeland, of zo, wat ongeveer aan de andere kant van de wereld ligt. Allemaal prachtige, grootse plannen. Maar we sparen ze voor morgen, morgen, morgen.

We hebben allemaal prachtige, grootse plannen. Maar we sparen ze voor morgen, morgen, morgen.

Natuurlijk is uitstellen, zij het in beperkte mate, ook noodzakelijk. Wie elke taak binnen het tijdsbestek van één dag probeert af te ronden, werkt zich dood, of belandt vroeg of laat in een burn-out. Het is de kunst om taken zo te verspreiden dat ze in het zicht blijven, dat je ze kan aanmanen wanneer ze te ver wegdrijven. Wanneer je de teugels strak in handen hebt, klaar om de controle over te nemen als het dreigt mis te lopen, vormt uitstellen geen probleem. Het is een kunst, die ik nog dagelijks wankelend en struikelend probeer te beheersen.

Net omdat uitstelgedrag zo alom aanwezig is, stond acteur Shia LaBeouf op een dag naar ons te schreeuwen. Hij tierde dwars door ons computerscherm, recht onze woonkamer binnen. Hij was ziedend. De video ging viraal, ja, omdat hij grappig was (zie de honderden parodieën die intussen op het net rondzwerven), maar ook omdat hij de uitsteller in ieder van ons een halt toeriep. Letterlijk. “Do it. Just dó it!” raasde hij. Doe het verdomme vandaag. Stop met uitstellen.

En dat is wat ik ga doen. Dit is de eerste dag van mijn nieuwe, efficiëntere leven. Ik ga werk maken van dat schrijfproject waar ik al maanden over pieker, ik ga ondernemen, netwerken, wandelen, lopen, de oude kleren uit mijn garderobe plukken en aan een goed doel schenken. Ik ga fitnessen, ditmaal met enige regelmaat. Ik ga gezonder eten, mijn papieren rangschikken, rekeningen betalen, orde scheppen in de folders op mijn computer. Ik zal zelfs de planten water geven. Maar voordat ik daaraan begin, ga ik naar enkele video’s staren waarop jonge panda’s van een glijbaan naar beneden denderen. Ja.

Foto: Istock

Schrijf je reactie

9 reacties
  • Elien says:

    Ach, uitstellen, het heeft soms ook zijn voordelen: wanneer je op korte tijd iets moet afwerken en ziet hoe hard ver je je eigen grenzen kan verleggen, om de klus uiteindelijk toch geklaard te krijgen. En dan glimlachen en trots zijn op jezelf, want het is je – ondanks alle donkere gedachten tijdens je rotste momenten – wél gelukt.

  • Vera says:

    O… hoe herkenbaar!
    En vervloekt de keren dat het uitstelgedrag beloond wordt … de opdracht die veranderd of afgeschaft wordt, het gejammer van de anderen die al begonnen of zelfs klaar waren, en ik…. yes, geen onnodig werk gedaan.
    Maar daarna… verdomme hé… zo ga ik het nooit leren.
    Nader nu de vijftig… nog altijd niet geleerd ☺

  • Ester says:

    Beste Stijn, niet te streng zijn voor jezelf! Ik ben er ook één, een uitsteller, maar ik heb een haat-liefde-relatie met mijn uitstelgedrag. Ik ben ervan overtuigd dat uitstelgedrag ook kan leiden tot meer geluk, dus koester ik deze karaktertrek ook. http://www.jobat.be/nl/artikels/uitstelgedrag-leidt-tot-succes-5-bewijzen/

  • Karolien says:

    Ik doe mee 😉

  • An-Sofie says:

    Ik ken het gevoel maar al te goed – veel succes!!

Stijn zweeft ergens tussen fictie en realiteit. Hij studeerde net af als journalist en kan het pennen maar niet laten. Schreef ondermeer Pulitzerwaardige stukken op bierviltjes, de krant van gisteren en in de notitieblok van zijn smartphone, maar wacht desondanks nog steeds op de grote doorbraak. Minder naarstig in het water geven van de planten.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen