interview

“Mama zei me dat ze mij dood wou”

Sam en Lara* moesten hun land ontvluchten omwille van wie ze zijn

“Mama zei me dat ze mij dood wou”

In het kielzog van de Belgian Pride ontmoette Inke Gieghase Sam en Lara.* De twee ontvluchtten hun land omdat ze de repressies tegenover holebi’s en transpersonen vreesden. Lara doet het relaas van twee politieke vluchtingen die langzaam, maar zeker hun weg vinden in ons land.

Tijdens de zomer van 2018 arriveerden Sam* (27) en Lara* (24) in België. Ze moesten hun thuisland, respectievelijk Libanon en Syrië, ontvluchten vanwege hun relatie. Ondanks het feit dat Sam een transman is, werden hij en Lara gezien als een lesbisch koppel. Onaanvaardbaar voor hun omgeving. Ze werden zelfs met de dood bedreigd door hun eigen familie. Nu willen ze in België een nieuw leven opstarten. Omdat Sam de taal nog niet machtig is, voert Lara het woord voor ons.

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Lara: “We hebben elkaar voor het eerst ontmoet op 7 april 2011. Dat is toen online gebeurd. De vonk sprong al snel over. Sindsdien heeft Sam mij één keer per jaar bezocht, acht jaar lang. Toen ik mijn vader en moeder vertelde over mijn vriend die mij kwam bezoeken, keurden ze het af. Ze zeiden dat het niet goed was voor ons: “We zijn een grote en sterke familie. We vinden het niet leuk om contact te hebben met anderen. We willen niet dat onze dochter met eender welk meisje, jongen of zelfs dier praat. Ik legde de situatie uit aan Sam, die mij vroeg hoe het dan verder moest met ons. Uiteindelijk zei hij dat hij ervoor zou zorgen dat ik naar Libanon kon komen. Dat heb ik dan ook gedaan.”

Wat was de reactie van je ouders toen je vertrok?
“Mijn vader werkt voor de Verenigde Arabische Emiraten. Hij is toen van daaruit naar Libanon gereisd om mij te zien en te vragen of ik met hem wou meekomen, terug naar huis. Hij probeerde mij te overtuigen door te zeggen dat ik alles kon krijgen, alles wat ik maar wou. Maar ik zei nee. Ik heb hem toen wel verteld dat ik alleen in Libanon woonde. Het feit dat ik samen was met Sam kreeg ik niet over mijn lippen. Mijn familie is heel gelovig. Holebi’s en transpersonen worden gewoonweg niet geaccepteerd.

“Mama zei dat ze mijn vader of broer zou sturen om mij te vermoorden.”

Sam kreeg ook veel te verduren. Hem werd bijvoorbeeld constant gevraagd waarom hij zijn haar had geknipt. Ondanks dat hij hard werkte en zijn familie financieel hielp, kreeg hij nog steeds veel haat naar zijn hoofd gegooid door zijn broers. De laatste keer dat ik met mijn mama heb gebeld, vertelde ze me dat ze weet had van mijn relatie met Sam. Ik ontkende in alle talen. Ik kon het niet zeggen. Toch hield ze vol dat ze het wist. Ze zei dat ze mijn vader of broer zou sturen om mij te vermoorden. Dat zijn de laatste woorden die ik van mijn mama heb gehoord.”

Opgesloten

 Namen jullie dan bepaalde maatregelen om veilig te zijn?
“Ja, we werkten samen met ABBAD. Dat is een organisatie in Libanon die zich inzet om discriminatie ten opzichte van vrouwen tegen te gaan. We verbleven in een gebouw waarvan de locatie een groot geheim was. Het ging er toen heel slecht aan toe met mijn mentale gezondheid. Een maand lang kon ik niet eten of slapen.

“Ik kon niemand vertrouwen of contacteren. Ik vernietigde mijn simkaart en verwijderde mijn Facebookaccount.”

Uiteindelijk gingen we naar een andere organisatie. Daar zeiden ze dat Sam wel kon werken, maar ik moest binnen blijven. Acht maanden lang heb ik eigenlijk opgesloten gezeten in dat gebouw. Tijdens de laatste twee maanden, toen we toestemming hadden gekregen om naar België te komen, zeiden ze dat we allebei konden werken. “Op eigen risico”, zei onze verantwoordelijke er fijntjes bij.

Ik ging dan samen met Sam werken in een restaurant. Maar elke keer als we opnieuw naar ‘huis’ wandelden, hadden we schrik van bijvoorbeeld auto’s die achter ons reden of personen die er verdacht uitzagen. We kregen ook veel telefoontjes van iemand die zei dat ze ons aan het zoeken waren. Ze zeiden dat we bang moesten zijn. Toen dacht ik dat ik nergens meer heen kon, dat ik zelfs geen raam kon openen. Ik kon niemand vertrouwen of contacteren. Ik vernietigde mijn simkaart en verwijderde mijn Facebookaccount. Ik zat uiteindelijk enkel nog binnen.”

Met welk gevoel zijn jullie aangekomen in België?
“Het was niet gemakkelijk. Ik denk dat het voor iedereen die naar een ander land moet vluchten, moeilijk is. Je moet een nieuwe taal leren. De mensen zijn anders. Alles is eigenlijk anders. In het begin wordt er ook van je verwacht dat je alles op eigen houtje doet. Dat gaat natuurlijk niet. Gelukkig waren er mensen die ons wilden helpen, zoals bijvoorbeeld Leopold, een vrijwilliger bij het Regenbooghuis in Limburg. Dat is heel goed. We leren nu ook Nederlands en willen echt werken. In het vluchtelingencentrum waar we eerst aankwamen, hadden we wel problemen met discriminatie, vooral homo- en transfobie. We werden daarom ook apart gezet in de kamer die het dichtst bij het onthaal lag. Anders werd het te gevaarlijk.”

Nieuw leven

Konden jullie snel een woning vinden?
“Dat was niet echt het geval. Als ze eenmaal weten dat je van Syrië komt, zeggen ze meteen nee. Dat was het geval bij het OCMW, bij verhuurders, … Uiteindelijk hebben we iets kunnen vinden dankzij een huurorganisatie die vluchtelingen helpt bij het vinden van een woonst. Het eerste huis waar we terecht kwamen, na te hebben verbleven in het vluchtelingencentrum, was in slechte staat. Er was overal schimmel en veel dingen waren kapot. Gelukkig hebben we nu een andere plek waar we normaal kunnen leven.”

“Ik denk dat België een goede plek is voor holebi’s, transpersonen of vluchtelingen.”

Wil je in België blijven?
“Landen zoals Frankrijk en Duitsland accepteerden onze aanvraag niet. Enkel in België werden we toegelaten omdat er ‘lesbisch’ op onze documenten stond. We moeten hier blijven. Het is te gevaarlijk om terug naar huis te gaan. We willen hier een familie starten. Ik denk dat België een goede plek is voor holebi’s, transpersonen of vluchtelingen. Ik zie dat veel families hier een goed leven hebben kunnen opbouwen.

Niet alles is hier slecht, maar ook niet alles is goed. Sommige mensen bekijken ons argwanend omdat we een andere taal spreken of omdat ze denken dat we slecht zijn. Maar als ik Engels begin te praten, of een beetje Nederlands, word ik sneller geholpen. Ik ben in ieder geval blij dat we nieuwe mensen ontmoeten. Als ik alles samen bekijk, denk dat we hier een goed leven hebben. Ik heb nog veel dromen.

Sam voelt zich hier ook vredig. Hij heeft het gevoel dat hij mij heeft gered. Hij heeft nu geen schrik meer dat iemand mij zal meenemen of dat hij mij zou verliezen. Hij kan nu ook veel nadenken: over zijn trans-zijn, over studeren en een job vinden.”

Inke goot het verhaal van (mensen zoals) Sam en Lara in een slam poet. Check het hier.
*Sam en Lara zijn gefingeerde namen.
Foto’s: Istock
Wie meer wil weten over het transgenderthema kan contact opnemen met Transgender Infopunt op het gratis nummer 0800 96 316 of via contact@transgenderinfo.be.

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen