Interview

La fille d’O nodigt je uit voor The End met Stephanie Walckiers

La fille d’O nodigt je uit voor The End met Stephanie Walckiers

Murielle Scherre van la fille d’O wil je kennis laten maken met mensen die haar inspireren. In een kleine groep, in haar winkel. Dat doet ze tijdens een reeks ontmoetingen onder de noemer ‘The End’. In een dubbelgesprek stelt Murielle haar eerste gast voor: therapeute Stephanie Walckiers.

Murielle: “We hebben toegang tot zoveel kennis, maar tegelijkertijd zijn er zoveel vragen die we niet kunnen googelen. Menselijke vragen. Over hoe je moet leven bijvoorbeeld. Ik wil de mensen waarvan ik veel geleerd heb delen met anderen, want die inspirerende mensen zijn niet alleen van mij (lacht). Zo ontstond het idee om The End te organiseren.”

De eerste persoon waarmee Murielle ons wil laten kennismaken is Stephanie Walckiers (42), systemisch therapeute. In een vorig leven had Stephanie een commerciële functie in een chocoladefabriek, een job waar ze niet erg gelukkig van werd. Ze zag dat veel mensen in haar omgeving door een crisis gingen alvorens een switch te maken en besloot het anders te doen. Niet eerst crashen, maar op tijd het roer omgooien. Ze volgde verschillende opleidingen tot coach en therapeut. En nu zitten we hier dus, in haar praktijkruimte aan huis.

Stephanie: “Laatst vroeg iemand me of ik mijn leven anders zou inrichten als ik de loterij zou winnen. Ik hoefde niet lang na te denken. Ik zou niets veranderen. Misschien wel nog groter dromen. Ik doe mijn werk heel erg graag.”

Murielle: “En ze doet dat goed. Sinds acht jaar volg ik therapie bij Stephanie en ik ga naar pilates. Beide zaken zijn heel helend. Die therapie bij Stephanie, dat is een soort pilates voor mijn hoofd en hart (lacht).”

Over het belang van goede babbels

Stephanie: “Het blijft voor veel mensen een drempel om naar een therapeut te gaan. Maar eigenlijk is het helemaal niet gek dat we daar behoefte aan hebben. Sinds bijvoorbeeld de kerk is weggevallen, missen we een plek om stil te staan bij wat er in ons omgaat. Bij de biecht kon je spreken over schaamte en schuld. De preek gaf mensen inzicht en inspiratie. Met de pastoor kon je praten over levensvragen. We zijn dat soort figuren en instituten in de samenleving kwijt. Therapie is een moderne manier om daar invulling aan te geven.”

“We hebben meer plekken nodig waar we kunnen praten over hoe we leven.”

Murielle: “Ik merk ook dat we momenten van offline uitwisseling en een gevoel van saamhorigheid kwijt zijn. Toen ik onlangs een casting voor la fille d’O organiseerde, kwamen er 220 vrouwen samen. Ik had hen ergens een beetje verstopt in een Instagrampost gevraagd om een brief te schrijven met hun verhaal. Sommige vrouwen deden dat echt en brachten brieven met hun levensverhalen mee. Ik heb ze allemaal gelezen. Ik dacht: het is eigenlijk toch te gek dat die vrouwen bij mij komen met deze verhalen?”

Stephanie: “We hebben inderdaad meer plekken nodig waar we kunnen praten over hoe we leven. We hebben namelijk koffieklets en toogpraat. Mensen denken te vaak dat therapie enkel is om grote levensvragen en trauma’s te bespreken. Maar daar zit niets tussenin. Dat maakt de stap ook heel groot om in therapie te gaan. Het zou zo goed zijn als we vaker gesprekken voeren op de niveaus daar tussenin. Dat we bijvoorbeeld op ‘koffieklets’ bij de therapeut zouden gaan zodat je inzicht krijgt in jezelf en je relaties.”

fotocredit: aultre ne veulx estre

Over het belang van verbinding

Murielle: “Ik denk dat digitale communicatie de manier waarop we verbinding zoeken en het gesprek aangaan hard verandert. Enerzijds wordt er verwacht dat je je online helemaal blootgeeft en allerlei details over je leven deelt. Van wat je gegeten hebt tot welke jurk je draagt. Anderzijds wordt er soms raar opgekeken als je op bijvoorbeeld Instagram een uitgebreid verhaal deelt over hoe je je echt voelt. Er is zoveel nood aan verbinding, maar we lijken niet altijd meer te weten hoe we die verbinding aan kunnen gaan.”

“Je kunt vandaag heel erg in je bubbel zitten, terwijl we gemaakt zijn om te verbinden.”

Stephanie: “Het liefst delen mensen leuke, succesvolle verhalen. Offline, maar vooral online. Dat online bestaan met alle filters maakt ons zo verbonden en toch zo eenzaam. Als ik het over eenzaamheid heb, heb ik het niet over het stereotiepe kattenvrouwtje, maar ook over de mooie, succesvolle mensen met een duur appartement en goede carrière. We zijn soms geneigd om dingen voor anderen in te vullen, bijvoorbeeld dat ze een heel vol leven hebben, of dat ze ons niet willen zien of horen. Waardoor we elkaar niet de hand reiken. Je kunt vandaag heel erg in je bubbel zitten, terwijl we gemaakt zijn om te verbinden. Zo vertellen ex-verslaafden me wel vaker dat ze het sociale aspect van hun verslaving nog het meeste missen: het buiten samen roken of het samen coke snuiven. Ik heb nooit harddrugs gebruikt, maar ik kan me daar best iets bij voorstellen (lacht).”

Over passie en ideologie

Stephanie: “Veel van onze gedragingen zijn te herleiden naar onze kindertijd. Als je als kind thuiskwam van school en je ouders liet zien dat je iets nieuws geleerd had, en je kreeg daar niet je gewenste reactie op, dan ga je als kind verschillende manieren ontwikkelen om met dat tekort om te gaan. Zo tonen onderzoeken aan dat mensen die een burn-out krijgen vaak niet weten wanneer ze kunnen stoppen. Dat heeft er soms mee te maken dat ze als kind geen feedback of grenzen kregen, of hard moesten werken om een reactie van hun ouders te krijgen. Mensen ontwikkelen vaak een tolerantie op bijvoorbeeld schaarste: als je uit een gezin met weinig plezier komt, raak je daaraan gewend. Als je dan later de kans krijgt jezelf vrijetijd en plezier te gunnen, kom je vaak in een innerlijk loyaliteitsconflict.”

Murielle: “Je ziet mensen die inderdaad niet meer weten hoe te stoppen en die alles willen aanpakken. Soms willen ze uit een soort blinde ideologie graag de hele wereld redden en lijken zich daarin in te verliezen. Ik vraag me dan af: waar ligt die scheidslijn tussen passie en jezelf voorbij hollen?”

“Als je werkt vanuit blinde motivatie, zie je de doelgroep of persoon die tegenover je zit niet meer.”

Stephanie: “Dat is een goede vraag! Er is niets mis met ideologie, integendeel, maar vaak schuilt er pijn achter die behoefte om de wereld te redden. Als je die pijn niet erkent in jezelf, dan kan de drijfveer van je ideologie een probleem worden en kan je de dieperik in tuimelen. Dat is de valkuil van het hulpverlenerssyndroom. In elke job kan deze valkuil schuilen. Als je de wereld wil redden, is het belangrijk je af te vragen: waarom wil ik dat zo graag? Het hulpverlenerssyndroom komt veel voor in mijn vakgroep. Daarom blijf ik zelf ook therapie, intervisie en supervisie volgen, zodat ik me bewust word en ben van mijn eigen blinde vlekken hierin. Als je het lijden in jezelf onderzoekt en een goede katalysator vindt waardoor je gewoon je expertise kunt inzetten, kun je op een constructieve manier bijdragen aan een betere wereld, zonder er zelf onder te lijden. Als je werkt vanuit blinde motivatie, zie je de doelgroep of persoon die tegenover je zit niet meer. In mijn werk als therapeut zou dat ertoe kunnen leiden dat ik blind gefocust zou zijn op het fiksen van mijn cliënt. Cliënten hebben alles in zich om zichzelf te fiksen. Mijn rol daarin is sleutels aanreiken en analyseren, onbewuste dynamieken blootleggen en doorbreken. Bij dit soort werk heb je een goede omkadering nodig, want deze job kan je ego enorm strelen. Dat is ook een zoektocht.”

Over authenticiteit en verwachtingen

Murielle: “We kennen onze geschiedenis, van belangrijke veldslagen tot wanneer Napoleon gestorven is, dat leren we op school. We weten in verhouding maar heel weinig over de geschiedenis van bv relatievaardigheid in onze familiesystemen. Terwijl die zo bepalend is. Zonder mijn ouders zou ik er niet zijn, maar ik stond zelden stil bij wat zij betekenen voor hoe ik leef. Dat is waarom ik me ben gaan verdiepen in familie-opstellingen.”

Stephanie: “Een voorbeeld: ik begeleid een man die een gelukkige jeugd had, maar wiens moeder niet zo intelligent was, waardoor hij aanmoediging en prikkel hierin miste als kind. Hij is bewust en onbewust altijd heel loyaal aan zijn moeder gebleven door zijn eigen intellect niet ten volle uit te leven. Onbewust voelt het bijzonder moeilijk om het beter te hebben dan je ouders op vlakken zoals succes of levensvreugde. Als kind doe je alles om erbij te horen, dat garandeert je overleving. Op die manier blijven mensen in hun volwassen leven ook op de plek die ze als kind in het systeem innamen om zich goed te kunnen voelen. Ook al belemmert dat hen in hun volwassen leven.”

Murielle: “Het trouw blijven aan je familie en proberen te voldoen aan hun verwachtingen om erbij te kunnen horen, dat zet zich soms voort bij volwassenen, terwijl ze helemaal niet meer afhankelijk zijn van hun familie. Deels ben je je daarvan bewust, maar deels ook niet en blijf je je oude gedragingen volhouden.”

“Ik please dus ik ben, zou je bijna kunnen zeggen.”

Stephanie: “Ergens is dat ook heel logisch. Je zoekt een plek in het gezin waar je opgroeit. Erbij horen garandeert je overleven als kind, je bent afhankelijk van je ouders. Je ontwikkelt daarbij patronen, die je soms blijft volhouden in de rollen die je als volwassene bekleedt: als ouder, partner, werknemer of werkgever. Bij veel mensen uit dat zich in een heel pleasend gedrag. Ik please dus ik ben, zou je bijna kunnen zeggen. Dat is een overlevingsmechanisme dat we niet meer nodig hebben. Het is als mens zo belangrijk om jezelf de vraag te stellen: hoe vrij ben ik om de ondernemer, ouder of partner te zijn die ik wil zijn? Daarbij moet je zoveel mogelijk luisteren naar je verlangens. Ik kijk daarbij graag naar het onderliggende proces en zoek met mensen naar antwoorden op de vraag: wat in mij maakt dat ik mij op een bepaalde manier opstel, dat ik in dergelijke situaties beland, dat ik dingen doe die eigenlijk mijn verlangens niet dienen?”

Murielle: “Ik denk soms dat mensen niet meer zichzelf durven zijn.”

Stephanie: “Vaak weten we ook niet zo goed wie we zijn. Er wordt ons veel opgelegd door de buitenwereld, onder meer in de vorm van opvoeding en onderwijs, ver hoe we moeten zijn, hoe we eruit moeten zien… We worden daar onzeker van, raken onze weg soms kwijt.”

Over systeemtherapie

Stephanie: “Wat we in therapie doen is eigenlijk een soort handleiding van jezelf leren schrijven. Zo kunnen we diepgewortelde patronen leren doorbreken en onderzoeken we je drijfveren, onbewuste patronen en overtuigingen. Hoe een opstelling precies werkt? Soms werken we met opstellingen in groep, met een cliënt en therapeut. We behandelen een vraag, dat kan van alles zijn. Bijvoorbeeld: ik kan niet kiezen tussen twee mannen, het lukt me niet mijn huis te verkopen, het lukt me niet mijn zaak van de grond te krijgen. De mensen die aanwezig zijn, representeren de mensen uit jouw vraag of situatie. Vervolgens plaats je ze op jouw gevoel in de ruimte. In het proces ga je de mensen bewegen, verstrikkingen zichtbaar maken en ophelderen, inzichten creëren, totdat je de orde hersteld hebt.”

“Ik heb een cliënt die eens per jaar komt en het haar ‘groot onderhoud’ noemt. Dat vind ik een mooie metafoor.”

“Gewoonlijk werk ik niet in groep, maar één op één met de cliënt. Dan gebeurt de opstelling met stoelen en ga je zelf op de verschillende stoelen zitten, die de mensen in de situatie die je hebt voorgelegd vertegenwoordigen. De meerwaarde daarvan is dat je ook steeds op de plekken van de anderen in je opstelling gaat zitten. Het geeft je inzichten en soms ook een bepaalde mildheid naar een situatie of persoon. We kijken naar je overlevingsstrategieën, wat je doet om je pijn niet te voelen en hoe dat de relaties met anderen beïnvloedt. Bijvoorbeeld: heel veel mensen kunnen moeilijk nee zeggen. Je kunt dan wel een assertiviteitscursus volgen, maar vaak helpt dat niet volledig als er bijvoorbeeld loyaliteiten spelen rond nee zeggen. Die dingen voelen dan vaak sterker dan jezelf. Opstellingen kunnen dan helpen om uit een loop te raken, een nieuwe beweging te maken.”

“Hoe het werkt verschilt per persoon. Ik heb bijvoorbeeld een vrouw die eens per jaar komt en het haar ‘groot onderhoud’ noemt. Dat vind ik een mooie metafoor. Als er een lichtje flikkert in je auto, zoek je op wat er aan de hand is of breng je de auto naar de garage. We plakken geen sticker over dat lichtje. Dat doen we bij onze eigen problemen wel. Waarom belanden we steeds in diezelfde vervelende situatie? Daar plakken we een sticker over. Ik wil niet met stickers werken, maar met mensen op zoek gaan naar wie ze zijn. Ik wil graag dat mensen zich goed genoeg voelen om anderen – en zichzelf – hun grootsheid te kunnen gunnen. Dat is waarom ik dit werk zo graag doe.”

 

Foto’s: aultre ne veulx estre

——-

Praktische info

The End: editie 1
Gastspreker: Stephanie Walckiers
Waar: la fille d’O Antwerpen, Kasteelpleinstraat 64, 2000 Antwerpen
Wanneer: Zondag, 25 juni 2017
Aanvang: 14:00 u
Sluit: 17:00 u
Max. 20 personen
Entree: gratis

(inclusief food & drinks)

Charlie abonnees kunnen zich aanmelden via info@lafilledo.com onder vermelding van: The End.

Vol = vol

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen