Column

Trots, met een beetje kapot

Vrouw zoekt man

Trots, met een beetje kapot

Vrouw zkt man: trots, met een beetje kapot. Niet kaduuk. Wel trotse tred met een beetje kapot. Kleur sokken onbelangrijk, kleur ogen of haar evenmin, uw lengte in cm, breedte in kilo’s: niet van tel. Persoonlijke hygiëne dan weer wel. Gelieve enkel aan te melden indien serieus. Echt. Serieus. Bang zijn van humor echter is niet nodig, wordt zelfs gewaardeerd. U hoeft ook niet bang te zijn van de hond. Ik heb er geen. Ook ik zal u niet afblaffen. Behalve als u uit uw bek stinkt. Dank voor uw begrip.’

Haha, heerlijk, heerlijk, heerlijk! Die lekkere retro liefdeszoekertjes van weleer, waar zijn ze gebleven? Mocht ik mij ooit in een bui van ja…van wat eigenlijk? Van: hey, laat-ik-eens-een-old-school-liefdes-gazetzoekertje-schrijven. Zo, die bui dus. Mocht ik me daar ooit in bevinden. Dan zou het er ongeveer zo uitzien. Ik betwijfel sterk of er überhaupt een man zou durven of willen reageren. Ik betwijfel eveneens of er überhaupt een enkeling begrijpen zou waar ik in godsnaam naartoe wil met dat zoekertje.

Dat mannen met humor een streepje voor hebben bij menig vrouw: tot zover, algemeen bekend.
Dat ik niemand zou afblaffen: wenselijk en check.
Dat ik het raar vind dat er vaak over het andere geslacht gepraat wordt in kleuren en vormen wanneer het over hun erotiserend gehalte gaat: een feit, check dus.
Ik zie, en euh voel, dat helemaal anders. Dat een man uitgesproken schoon haar kan hebben, of een mooie, net gepaste lengte of taille en dergelijk meer, dat ontgaat me niet. Het verzinkt echter steevast in het niets wanneer ik een schone trotse tred met een beetje kapot ontwaar. Een stap zo zeker en tegelijkertijd zo vol vervlogen pijnen, en net daarom zo schoon dat het pijn doet aan mijn ogen. De ogen zijn de ziel van een mens, wordt wel eens gezegd. Maar de tred, de tred is daar de handtekening van, jong.

Wanneer ik dergelijk apenjong zie flaneren is de kans reëel dat ik helemaal overstag ga. Of toch op z’n minst dubbel zo lang, met een springend hart kijk. En blijf kijken, van verrukking. Mocht u mij ooit vragen: ‘Barbara, Barbara, wat vind jij geil?’ Dan zie ik mezelf, zonder enige zweem van twijfel, dolenthousiast antwoorden: ‘Een trotse tred met een beetje kapot!’ Waarop u uiteraard empathisch, en met ogen vol van herkenning, instemmend knikt: ganz geil, indeed. Ik dacht het niet.

De ogen zijn de ziel van een mens, wordt wel eens gezegd. Maar de tred, de tred is daar de handtekening van, jong.

Want, wie valt er nu op pijn? Daar valt wel een verklaring of twee voor te vinden. Bij relatiedeskundige Rika Ponnet bijvoorbeeld, die stelt dat een onveilig gehechte moeilijk te koppelen valt aan een veilig gehechte. Omdat die onveilige gehechte de veilig gehechte vaak als saai zou ervaren. Dat is een jammerlijke conclusie, want ze stelt ook dat twee onveilig gehechten samen, niet zo bevorderlijk is voor tja, de hechting in die relatie. Niet dat het niet kan lukken maar pakt dat er wat meer strubbelingskes zijn onderweg. Een onveilig gehechte zou dus beter voor een veilige kiezen. Dat biedt iets meer zekerheid voor het welslagen van hun samenzijn.

Stel nu, dat je de onveilig gehechten zou onderbrengen in het vakje ‘foute man’ of ‘foute vrouw’. ‘Fout’ omdat ze niet of moeilijk in staat zijn om een volwaardige, volwassen relatie aan te gaan. ‘Kaduuk’, nog te kapot om te functioneren naar behoren. Maar wat als deze wilde mannen en woeste wijven op een dag het licht zien. Zien dat er een hapering zit op hun zijn. En alles in het werk stellen om die weg te werken. Door de pijn gaan, die pijn bepleisteren met eigen-liefde, en weer opstaan. Dat, dat noem ik trots met een beetje kapot. Dat soort mensen roept een bijna blindelings belachelijk vertrouwen op. Omdat ik meen te weten dat ze ergens door gegaan zijn. En daar slimmer en voller van geworden zijn.

Niemand kan mij meer vertrouwen in boezemen dan iemand die zichtbaar een beetje kapot is.

Terwijl het gros van de bevolking vertrouwen stelt in: normaal, evenwichtig, zonder enig spoor van een barst of krak, mooie symmetrische gezichten… doe ik het tegendeel. Niemand kan mij meer vertrouwen inboezemen dan iemand die zichtbaar een beetje kapot is. Zou wat Rika Ponnet stelt nog verder kunnen gaan? Zou het kunnen dat onveilig gehechten andere onveilig gehechten gewoonweg meer vertrouwen? Dat hun geheelde littekens en elke fysieke herinnering aan pijn, in wat voor vorm dan ook, daarom magnetiserend en erotiserend werkt?

Ik geloof graag wat Proust stelt: dat intrinsiek leren, en bijgevolg ook écht weten, pas ontstaat wanneer we pijn lijden. Dat ideeën die zonder pijn zijn ontstaan, een belangrijke drijfveer ontberen. Want wanneer iets zo hinderlijk is dat het ons in de weg zit om naar behoren te functioneren, dan pas, en enkel dan, komt de intrinsieke vraag. Vanuit de noodzaak. En vanuit die noodzaak en vraag begint het echte zoeken naar antwoorden en oplossingen. En leren. Van een kapotte knie, van een kapotte fiets, een gebroken hart, naar elk gapend gat in het weten. Het leren begint pas echt bij de pijn en de noodzaak. De noodzaak om te groeien, beter te weten en van daaruit te herstellen. Wanneer ik daaraan denk, kan ik mij niet onttrekken aan het idee dat Meneer Proust ook een zwak zou hebben voor ‘trots, met een beetje kapot.’

Ik had hem, curieus als ik ben, dan ook volgaarne eens op de rooster gelegd, en gevraagd: ‘Beste heer Proust, als ik even mag: ‘Wat vindt u geil?’

 

Bronnen:
‘Blijf bij mij,’ Rika Ponnet.
‘Hoe Proust je leven kan veranderen,’ Alain De Botton.

Schrijf je reactie

1 reactie
  • saskia says:

    zo prachtig verwoord! Ik begrijp exact wat je bedoelt. Ik hoop in de toekomst nog vele stukjes van je te mogen lezen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen