Column

Tijd voor een trui

Tijd voor een trui

Ik heb het nog een paar dagen aangezien, en dus rillend op het perron gestaan ’s ochtends, maar gisteren vond ik dat het welletjes geweest was: ik ga niet meer naar buiten zonder trui. En dat in augustus. Gelukkig zwem ik in de fijne pullovers. Daar is een goede reden voor. Sinds een tijdje heb ik namelijk een nieuwe hobby: truien redden. Ik leg dat even uit. Als ik in ‘mijn’ tweedehandswinkel een trui zie die zelfgebreid is, koop ik ‘m. Ik doe het sinds ik op televisie heb gezien hoe een ontwerpster dit soort pulls koopt om er peperdure handtassen van te maken. Toen ik zag hoe de schaar meedogenloos het zorgvuldig en met veel liefde gebreide voorpand aan stukken knipte, bloedde mijn hart. Al die uren noeste arbeid, en dan: ofwel als veel te dure handtas eindigen, ofwel: als restje in de vuilbak. Dat deed pijn.

Als ik zo’n trui draag, lijkt het alsof ik een beetje beschermd ben.

En dus heb ik het PLF opgericht: het Pullover Liberation Front. Een vereniging met voorlopig alleen mijzelf als enthousiast en doortastend lid. Ik geef zelfgebreide pulls een nieuw leven. Als trui, welteverstaan.Ik heb er inmiddels al elf. Als ik zo’n trui draag, lijkt het alsof ik een beetje beschermd ben. Ik stel me altijd voor hoe een vrouw ergens in Wit-Rusland die pullover heeft gebreid, want de eigenares van de tweedehandswinkel heeft me een keer gezegd dat alle kleren uit Litouwen en Wit-Rusland komen. Dat ene zinnetje zorgde ervoor dat ik ineens een heel mooie truienbreienfantasie kreeg. Ik zag voor me hoe een vrouw van om en bij de veertig ’s ochtends hout sprokkelde om ’s avonds de haard te doen branden en daar dan een pull bij te breien. Hoe ze intieme gesprekken voerde met haar man, ondertussend geconcentreerd breiend aan mijn trui, die toen nog bestemd was voor haar puberdochter. Hoe ze haar breiwerk enkel zou wegleggen voor een passioneel moment met haar woest aantrekkelijke man, op het schapenvel dat voor de haard lag. Hoe de puberdochter dat had gezien door een spleet in de deur en daarom de trui niet wilde dragen, maar ook niet vertelde waarom. Hoe de moeder de pull dan maar een tijdje zelf had gedragen,maar hoe de trui toch altijd iets te krap had gezeten. Hoe blij ze was geweest toen ze de trui kon schenken aan de organisatie die spullen kwam ophalen voor de derde wereld.
Let op, hier komt even, heel even, iets wat ik zelf niet zo fijn vind aan het truienbreienverhaal, maar de eigenares van de tweedehandswinkel heeft dit er ook bij verteld en intussen neem ik het noodgedwongen mee in mijn fantasie, al wil ik dit stuk graag kort houden. Dus: de organisatie haalt alle kleren op, maar verdeelt de kleren in twee hopen: een deel kleren vertrekt inderdaad naar Afrika, maar de vintage ogende spullen gaan naar Europa, waar nog eens vrij veel geld wordt verdiend aan de kledij. Eigenlijk vind ik dit niet kloppen, omdat de vintage truien meestal in pure wol zijn gebreid en dus veel warmer zijn dan de veel recentere niemendalletjes in polyester waar de Afrikanen verondersteld worden blij mee te zijn. En ’s avonds kan het bar koud zijn op zo’n Afrikaanse steppe, daar zou je nog van schrikken.

Ik fantaseerde hoe ze haar breiwerk enkel zou wegleggen voor een passioneel moment met haar woest aantrekkelijke man, op het schapenvel dat voor de haard lag.

Je begrijpt waarom ik niet graag over dit verhaal nadenk. Want als je dit weet, dan vraag je je toch af hoeveel ándere spullen op deze wereld eigenlijk bij de foute eigenaar terechtkomen. Miljarden.

Maar goed, vanochtend had ik het dus lekker warm op het perron. In een trui die net geen handtas was geworden. Een trui, die iemand in Afrika misschien nog meer van nut was geweest. Ik plukte een pluisje van mijn pull en schaamde me een beetje.

Ik dacht aan de Wit-Russische vrouw aan wie ik mijn ochtendlijke warmte te danken had. Een lieve, warme, breiende vrouw. Ik begon zomaar spontaan een beetje van haar te houden, ook al ken ik haar niet. Ik vroeg me af hoe het inmiddels met haar zou zijn. In gedachten stuurde ik haar veel moed, ook omdat ze het vast niet makkelijk had, met Poetin in de buurt enzo. Stilletjes besloot ik haar voorbeeld te volgen: ook ik zou vaker gewoon een lieve, warme vrouw zijn. En misschien moet ik ook af en toe eens een truitje dragen in polyester.

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Eddy Eykholt says:

    Nog een geluk dat de trui van de puberdochter jou niet te strak zit. Hier in huis liggen trouwens een hele reeks nooit afgewerkte breiwerken, merci voor het idee om er een handtas van te maken. Een dure dan nog wel.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen