Column

Vlindervriendschap

Vlindervriendschap

Een mens verzamelt rommel. En niet zo’n beetje. Drie jaar geleden verhuisden we naar ons huidige nest. Normaal gezien is zo’n groot verhuismoment dé ideale gelegenheid om de door de jaren heen opgestapelde rommel kordaat de deur te wijzen. Niet bij ons dus. “Maar stel je voor dat we dit nog ooit nodig hebben? Anders moeten we het toch maar bijhouden. Je weet maar nooit…” Het soort excuses waarvan je op voorhand weet dat ze eigenlijk alleen maar tot méér plaatsgebrek en méér valpartijen in de nieuwe woning zullen leiden. Ik ben verre van een wiskundige ziel, maar de berekening “oude rommel + extra nieuwe rommel = onnoemelijk véél rommel” zorgde voor een doorbraak.

Dus sloegen we op een zeldzame kuiszaterdagnamiddag onze handen in elkaar en smeten we weg alsof ons leven ervan afhing. Zoals Raymond Van het Groenewoud het zo mooi kan zingen: dat ging dus verbazend goed vooruit. Maar iets dat vooruit gaat, kan even snel slabakken. En jawel. Terwijl manlief opnieuw naar de “misschien heb ik dat over 60 jaar nog nodig”-modus schakelde, stootte ik op die ene mand. Zo’n mand die enkel komt opduiken tijdens verhuismomenten. Aangezien ik van verhuizen nog geen hobby heb gemaakt (en nee, ik ben dat ook niet van plan), kom ik die mand maar zelden tegen. Maar op die nog steeds even zeldzame kuiszaterdagnamiddag had ik prijs.

Dé foto. We showen beide onze modieuze jeansbroek met olifantenpijpen. Zij met haar favoriete groene bandana en haar typerende glimlach, ik met mijn rode punk riem (zo ééntje met zilveren pinnen) en een tong uit m’n mond waar zelfs Miley Cyrus afgunstig om zou zijn. We zijn allebei in ons element en hangen met onze armen rond elkaar. Door mijn overenthousiaste geposeer, been en arm in de lucht, is het voor haar een opgave om niet tegen de grond te knallen. Als je met mij optrekt, zijn die evenwichtsoefeningen uit de turnles een geschenk uit de hemel. Al zeg ik het zelf.

Dé vlinder. Zo’n handgemaakt exemplaar. Met in zwarte hoofdletters: “Bel, je bent de vlinder in mijn leven”, vergezeld van drie grote uitroeptekens. Het ooit zo onkreukbare materiaal, onderworpen aan de tand des tijds. Er ontbreken stukken uit de mousse en als ik niet voorzichtig genoeg ben, wordt de vlinder weer tot rups getransformeerd.

“Onze kindjes zouden samen ijsjes eten, we zouden samen in het bejaardentehuis de koekskes van medebewoners stelen.”

Dé schriften. We penden er beurtelings onze geheimen in neer. Hoewel we elkaar dagelijks zagen, stond het buiten kijf dat we elkaar nog steeds van alles toe te vertrouwen hadden. Als geen ander maakte ze meesterlijke kunstwerken van haar schrijfsels. Teksten en beelden in harmonie, kleur en smileys in overvloed. Mijn artistieke invulling beperkte zich tot één grote brok hanenpotentekst.

De verschillen in onze schriftkunsten weerspiegelden ook het verschil in onze persoonlijkheden. Maar dat hield de vriendschapsvonken niet tegen. Zij, het eerder rustige en zorgzame type ten opzichte van mijn luidruchtige en wispelturige ik. Al was het niet àltijd peis en vree, toch werkte het tussen ons. We smeedden dan ook gretig plannen voor de toekomst. Onze kindjes zouden samen ijsjes met gekleurde bolletjes eten en we zouden samen in het bejaardentehuis de koekskes van medebewoners stelen. Maar toen brak het tijdperk van de hogere studies aan. Ik stortte mij in het studentenleven en leek me op een andere planeet te bevinden. En zo vloog de tijd voorbij.

“Zij en ik zijn een afgesloten hoofdstuk, maar dat neemt niet weg dat ik nog geregeld met een brede glimlach aan haar terugdenk.”

We fladderden elk onze eigen weg. “Bel, je bent de vlinder in mijn leven” viel plots heel letterlijk te nemen. Ons Best Friends Forever-pact bleek dus toch niet zo forever als gedacht.

Ik prijs me gelukkig voor die zes schone jaren. Dat ze reuzeheerlijk zichzelf was, dat ze mij heeft doen lachen en schateren, dat ze de wereld wat meer glitters gaf. Dat ze nu deze tekst uit mijn vingers laat vloeien. Zij en ik, dat is een afgesloten hoofdstuk, maar dat neemt niet weg dat ik haar graag zag en dat ik nog geregeld met een brede glimlach aan haar terugdenk. Zoals op een zeldzame kuiszaterdagnamiddag met een mand en een hoofd propvol herinneringen. Uit het oog maar niet uit het hart. En wie weet… rol ik haar ooit nog tegemoet op de bejaardenafdeling. Samen koekskes stelen. Strak plan.

Isabelle Bral is dol op pure liefde, lippenstift en tweerichtingsgesprekken. Ook sushi en cola (met een rietje!) toveren een brede glimlach op haar gezicht. Momenteel bewandelt ze de creatieve weg en laat ze zich inspireren door (bijna) alles wat haar pad kruist.

 

Lees verder in ons bookzine: Waarom zijn er zo weinig liedjes over vriendschapsverdriet? En waarom gaan vriendschappen eigenlijk uit? Redacteur Stijn onderzocht het in het nieuwste Charlie Bookzine, te koop in de webshop, in een van deze winkels of via Blendle.

Schrijf je reactie

Charlie geeft regelmatig het woord aan mensen die - net als wij - geen blad voor de mond nemen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen