Voorpublicatie

De wondere chaos van een samengesteld gezin

De wondere chaos van een samengesteld gezin

Naar schatting leeft een op de tien kinderen in een nieuw-samengesteld gezin. Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Partners, ex-partners, kinderen en stiefkinderen met verschillende belangen, emoties en loyaliteiten zoeken samen naar een balans. Journaliste Tine Maenhout ging op basis van haar eigen ervaringen praten met experts en andere ervaringsdeskundigen over wat het betekent om in een nieuw-samengesteld gezin op te groeien. Het resultaat is een herkenbare zoektocht naar handvaten om een nieuw gezin vorm te geven. Onze abonnees lezen hier al een voorpublicatie uit haar boek.

‘Mollie! Spring eens vlug bij papa Gus onder de douche! En zeg dat hij je haar moet wassen. Schaaaat! Wil je Mollie haar haren wassen?’

We wonen midden in Antwerpen, in een smal, licht appartement met drie verdiepingen. Onze open kamers zijn als houten platformen op elkaar gestapeld tot een soort gezellige blokkentoren, onderling verbonden door een ijzeren draaitrap in drie lussen. Boven aan die trap roep ik naar Gus in de badkamer een verdieping lager. Ik vraag hem om Mollie haar haren te wassen. Mijn vraag klinkt te vragend. Soms kom je op een punt dat je twijfelt. Kun je je vijfjarige dochter onder de douche zetten met een man die haar vader niet is en wil die man wel bloot onder dezelfde waterstraal staan met een kleuter voor wie hij weliswaar al twee jaar lang ’s ochtends boterhammen met confituur smeert, maar met wie hij geen bloedband heeft?

Ik trek de inbouwkast in onze slaapkamer open op zoek naar handdoeken. Ik denk aan hoe we die ochtend op de stoep stonden in de regen, voor een statig herenhuis. De zware geur van asfaltdampen verstrengelde zich met een walm van vochtige apotheek wanneer de deur open klikte. We daalden de trap af naar het souterrain. Althans, we arriveerden daar, een buggy met een baby erin vier treden naar beneden tillen, met een vierjarige peuter aan je rokken incluis, vraagt om een evenwichtsoefening waar een koorddanser in het Chinese staatscircus voor onder doet. Een kinderarts zou daar rekening mee moeten houden wanneer ze haar architect instructies geeft. Een zachte vrouwenstem riep ons naar binnen en breide een vervolg aan haar verwelkoming toen ze Lies zag: ‘Een nieuw patiëntje! Een zusje voor Mollie?’ Annemie draagt doorgaans geen witte jas, maar diep uitgesneden bloesjes en hoge hakken. Ze verspilt gelukkig nooit veel tijd aan introducties, maar komt direct ter zake.

Annemie zei dat de verschillende achternamen van de meisjes geen probleem vormen en dropt daarbij de mogelijkheid van het problematische op mijn schouders.

Ze vroeg niets, haar lippen herhaalden wat haar vingers automatisch invoerden in de computer. ‘Lies Stappaerts.’ Mollie reageerde niet. Ze heeft slechts een vaag besef van achternamen. Ik maakte me op voor de correctie. ‘Euhm, nee. Nee, nee. Het is Lies Blomme. Lies heeft een andere papa dan Mollie.’ Mijn bloedbanen begonnen gewoontegetrouw het verkeer van rode bloedcellen richting hoofd te organiseren. ‘Dat komt zo, bij de geboorte van Mollie kwam ik alleen te staan. Mijn ex-man, toen mijn man, ontmoette iemand anders, dus ben ik zelf na een paar jaar hertrouwd met Gus, wat vroeg misschien, maar het was zo, we kwamen elkaar tegen en het klikte, hij vond het niet erg dat ik al een dochter had, het klikte wel tussen Gus en Mollie, en nu is Liesje geboren, het leek ons toch een goed moment. Wat is tenslotte een goed moment? En nu zijn we met z’n vieren. Maar Gus is dus niet de papa van Mollie en wel van Lies, vandaar.’ Annemie glimlachte. Ze keek me rustig aan, met wenkbrauwen die net als bij alle anderen aan wie ik het verhaal vertel lichtjes fronsten ‘Dat wist ik niet’, zei ze. ‘Alles oké nu?’ ‘Euhm, ja, ja, ja, alles oké, alleen hebben de meisjes dus verschillende achternamen.’ Dat was eigenlijk alles wat ik wilde zeggen. ‘Ja natuurlijk, dat is geen probleem’, zei Annemie. ‘Wat heeft Lies?’

Geen probleem. Annemie zei dat de verschillende achternamen van de meisjes geen probleem vormen en dropt daarbij de mogelijkheid van het problematische op mijn schouders. Geen probleem. Zou ze ook gezegd hebben dat het geen probleem was als ik had bevestigd dat Lies net als Mollie haar naam met Stappaerts afsluit?

In de badkamer probeert Mollie met kletsnat haar en een minivijver water rond haar voeten een been in de pijp van haar gele pyjama te wringen. ‘Papa Gus heeft veel te veel zeep op mijn hoofd gedaan, mama!’ Ze houdt een handje tegen de witte tegeltjes om niet te vallen. ‘Echt schatje?’ ‘Echt, het prikt in mijn ogen.’ Gus slaat een badhanddoek rond zijn schouders en draait met zijn ogen. Ik trek mijn wenkbrauwen op om duidelijk te maken dat ik het niet wil bespreken met Mollie erbij en pak een kam.

Het schuldgevoel slaat om in boosheid, alsof ik vind dat Gus eigenlijk niet veel over Mollie te zeggen heeft. Het wringt.

‘Misschien moet je wat minder shampoo gebruiken’, zeg ik ’s avonds tegen Gus wanneer de kinderen slapen. We zitten aan tafel en zuigen aan de bladeren van een artisjok, gedipt in een vinaigrette van olie en azijn. Ik voel me meteen schuldig. Gus doet ook maar zijn best. ‘Ik gebruik niet zo veel shampoo’, zegt hij terwijl hij aan een blad knabbelt. ‘Mollie staat gewoon niet stil onder de douche, logisch dat de zeep in haar ogen loopt. Ze zou eens moeten leren om stil te staan als ik het haar vraag. Ah ja’, voegt hij eraan toe wanneer hij ziet dat ik dat bedenkelijk vind. En terwijl hij een blad van zijn vrucht trekt en die als een groene vinger heen en weer schudt gaat hij verder: ‘Papa Gus is een beetje strenger dan mama.’ Het schuldgevoel slaat om in boosheid, alsof ik vind dat Gus eigenlijk niet veel over Mollie te zeggen heeft. Het wringt. Net zoals het me niet lekker zit dat de kinderarts het woord ‘probleem’ over mijn gezinssituatie gebruikte die ochtend. ‘Zelfs een kinderarts gaat ervan uit dat de kinderen binnen één gezin van dezelfde vader en moeder zijn. Je moet het altijd uitleggen’, zeg ik een halve artisjok later, nadat ik het verhaal van die ochtend heb gedaan. ‘Waarom?’ vraagt Gus. ‘Je zegt gewoon dat ze verschillende achternamen hebben en dat is het. Meer hoeft Annemie toch niet te weten?’

Hij heeft gelijk. Maar in mijn ogen is het helemaal niet zo simpel. Want neem nu de geboorte van onze dochter Lies. De jonge verpleegster van de ochtenddienst vroeg toen aan Mollie of ze samen met haar papa haar nieuwe zusje in bad wilde doen. ‘Hij is niet haar papa.’ ‘Ah, is dat je dochtertje dan niet?’ vroeg ze aan mij. ‘Jawel, maar hij is niet haar vader.’ ‘Oh, maar hij is wel de vader van Lies, toch?’ ‘Ja, dat wel. Dat zit zo…’ En daar gingen we weer. En daar gingen we opnieuw toen de verpleegkundige van de middagdienst binnenkwam met een extra bakje fruitsalade voor de trotse grote zus en haar papa (hij is niet haar papa) en dan nog eens tegen de verpleegster van de nachtdienst en toen kwam de schoonmaakster met haar zwabber en ten slotte nog eens tegen de dame die boterhammen met kaas en zwarte koffie rondbracht. ‘Ze hoeven dat allemaal niet te weten’, zegt Gus. Hij heeft gelijk. Maar erover zwijgen vind ik niet makkelijk, zeker niet als een lid van het verplegend personeel de opmerking maakt dat Mollie toch echt niet op Gus lijkt. Waarom mijn verhaal steeds gepaard gaat met wangen als rode rozen zit me niet lekker. En waarom ik antwoorden krijg als ‘geen probleem’ en ‘dat is oké’ of meelijwekkende of overdreven begripvolle blikken als het duidelijk wordt dat ik een samengesteld gezin heb, stemt ook tot nadenken. Een uitzondering op de regel lijkt mijn gezin wel. Terwijl deze gezinsvorm toch meer en meer regel wordt?

Loopt het nu al verkeerd tussen mij en mijn man en mijn dochter, zijn stiefdochter? Ik heb een nieuw gezin en ik weet niet altijd hoe ermee om te gaan.

Of niet? Zijn samengestelde gezinnen zo nieuw dat we nog niet goed weten hoe we ermee om moeten gaan? Om eerlijk te zijn betrapte ik mezelf erop dat ik, vanuit mijn kraakheldere ziekenhuisbed in het gemoderniseerde ziekenhuis aan de rand van de stad, met mijn pasgeboren dochter in mijn armen graag had geantwoord: ‘Ja! Ja, Mollie en haar papa kunnen dat samen doen, Lies een bad geven. Uitstekend idee.’ En dan gelukkig in de kussens van het bed kunnen zakken, glimlachen en denken dat alles goed is. Ik zou soms zo graag willen dat we een traditioneel gezin waren. Net als wanneer ik aan Gus vertel hoe Mollie de tekening van een zandkasteel vol schelpen helemaal binnen de lijntjes had ingekleurd, speurend naar een teken van trots in zijn ogen, en dan in paniek raak omdat ik het niet zie. Want, stel je voor dat hij haar niet graag ziet! Wat dan? Waar is de liefde? Waar is de band? Loopt het nu al verkeerd tussen mij en mijn man en mijn dochter, zijn stiefdochter? Als er op dat moment een duif in de vijver op het plein aan het einde van onze straat een bad zou nemen, zou ik erbij gaan zitten om mijn hoofd koel te houden. Ik heb een nieuw gezin en ik weet niet altijd hoe ermee om te gaan.

Het wringt weleens, en niet alleen bij ons. Zeven huizen verder woont de kleine Korneel samen met zijn moeder. Ze vertelt me wekelijks verlegen bij de bakker op de hoek dat haar zoon gek wordt van de discussies die onvermijdelijk lijken tussen haar en haar ex-man. Korneel zou liever alleen wonen, zegt hij. Hij is elf jaar. Om een heleboel redenen koopt ze altijd chocoladecroissants voor hem. Aan de overkant woont Lauranne in een tot loft verbouwde verdieping van een oud pakhuis. Ook zij heeft permanent ruzie met haar ex Jan. Haar nieuwe vriend kan dat niet langer verdragen. ‘Dat hij gauw zal vertrekken’, herhaalt Lauranne steeds vaker wanneer ze de buurtwinkel onder haar appartement uit komt, met steeds meer flessen rode wijn in haar tas, niet wetend of ze een tweede relatiebreuk zo snel al kan verwerken. En dan is er Maaike, een vriendinnetje van Mollie die met haar vader in een ruime studio achter het museum voor hedendaagse kunst woont. Ze kon niet naar Mollies verjaardagsfeestje komen, want ze was dat weekend bij haar moeder. En die kon Maaike niet naar het feestje brengen omdat ze haar nieuwe vriend en zijn drie kinderen had beloofd om samen naar de dierentuin te gaan. Maaike moest mee want het gezin hoort in het weekend iets samen te doen. Dat is gezellig. Maaike wilde eigenlijk gewoon taart en pannenkoeken eten met haar vriendjes, vermoedde haar vader, maar wat doe je eraan?

En zo schuilt er achter meer dan de helft van de ramen in onze buurt een dergelijk verhaal, wonen daar gezinnen in allerlei vormen. Je ziet hen amper, de mensen die de verhalen bevolken, hebt er het raden naar wie er allemaal met wie samenleeft. Soms staan de ramen open en trilt geroezemoes, een te luid gevoerd gesprek, de doordringende ringtoon van een telefoon die niet wordt opgenomen, de dagelijkse populaire tv-quiz of een magistraal stuk Bach de door de havenindustrie aangedikte stadslucht in. Je weet niet precies hoe het ze vergaat, maar uit flarden gesprekken en vertrouwelijkheden tijdens de ontmoetingen op straat maak je op dat er bij veel mensen in die nieuwe gezinnen ook onrust woont. Zoom in op die woonplekken en vraag je af:

Zo veel regels, zo veel goedbedoelde adviezen, zo veel richtlijnen, zo veel namen, zo veel woorden, zo veel do’s en don’ts. Ik schiet er niet zo veel mee op.

Wat is er aan de hand? De bedenkingen, de ruzies, de discussies, de vreugdekreten ook, uiteraard, de zoektocht naar een manier om samen te leven. Er moeten antwoorden zijn op de vragen die wij en velen met ons zich als samengesteld gezin stellen, denken Gus en ik vaak. Alleen zijn ze niet zo makkelijk te vinden. De schappen van onze bibliotheek vullen zich gestaag met literatuur over het thema. In al die boeken worden erg veel tips gegeven om het als samengesteld gezin zo goed mogelijk te doen. Wat mag je verwachten, wat moet je doen, met wie moet je rekening houden. Wat is de rol van de stiefvader, hoe moet de moeder omgaan met een partner die niet de ouder is van haar kinderen, hoe moeten de kinderen zich gedragen. Volgens die boeken ‘moet’ er van alles. Zo veel regels, zo veel goedbedoelde adviezen, zo veel richtlijnen, zo veel namen, zo veel woorden, zo veel do’s en don’ts. Ik schiet er niet zo veel mee op. Handleidingen om met mensen samen te leven, ik begrijp ze niet, het helpt me niet bij mijn onzekerheid. Ik blijf met een rood hoofd zitten als ik mijn verhaal doe en ik blijf me afvragen hoe we, Gus, ik en de twee meisjes, ons het best handhaven in onze minileefgemeenschap. En ik twijfel. Achter mijn eigen raam, een schuin ingebouwde velux in het dak, vraag ik me af of mijn dochter met haar stiefvader onder de douche kan.

Ik besloot om het thema buiten de muren van de bibliotheek te gaan onderzoeken, de literatuur te laten voor wat ze is en te gaan praten met mensen die kennis van zaken hebben. De fiets op, de straat op, op zoek naar goede plekken om vragen te stellen. Met dit boek heb ik me tot een sofabezoeker ontwikkeld. Ik ging op de thee bij enkele zorgvuldig geselecteerde specialisten. Therapeuten, advocaten en een psychiater hebben me met veel, meestal doordachte woorden geholpen om naar de essentie van het samenlevingspatroon van een samengesteld gezin te zoeken. Ook waren deze gesprekken aanleiding voor ontmoetingen met andere ouders van samengestelde gezinnen. Ik schreef alles neer en neem u doorheen het boek mee in mijn zoektocht en die van vele anderen. Zodat u het boek gelouterd in uw boekenkast zet en denkt: ‘Zo zit dat dus, die nieuwe gezinnen.’

kinderenvoorplatJij, ik, hij, zij en al de kinderen, De wondere chaos van een samengesteld gezin, Lannoo ligt vanaf 8 april 2016 in de winkel.
Op 18 april  kan je komen kijken en luisteren naar de boekpresentatie in De Standaard boekhandel in Antwerpen om 19.30u.
Met een panelgesprek met de auteur Tine Maenhout en experten Dirk De Wachter en Claire Wiewauters. Graag je aanwezigheid bevestigen bij stefanie.decraemer@lannoo.be.

 

 

KORTINGSCODE
Geniet dankzij Charlie Magazine en Uitgeverij Lannoo van 15% korting + GRATIS verzending (t.w.v. €2,5) bij aankoop van ‘Jij, ik, hij, zij en al de kinderen’ via LannooShop
1. Surf naar www.lannoo.be/jij-ik-hij-zij-en-al-de-kinderen
2. Voeg het boek toe aan jouw winkelmandje
3. Geef charlie in bij ‘kortingscode’ en klik op ‘+’
4. Daarna hoef je enkel nog je bestelling af te ronden.
Het voordeel is enkel geldig via LannooShop t.e.m. 30/6/2016, zolang de voorraad strekt. De korting is niet cumuleerbaar met andere voordelen.
Lees ook: Een samengesteld gezin, kwestie van gezond verstand?

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Marieke Genard says:

    Ik heb het zelf als kind meegemaakt 30 jaar geleden. Kind in 2 nieuw samengestelde gezinnen. Ik heb zo alles samen 6 broers en een zus gehad (vol, half, stief-). Moeilijk uit te leggen. Complexe systemen en ook telkens weer anders. Veel van geleerd, een echte thuis gemist. Nu ik zelf voor een scheiding sta, komt alles weer terug. Ik weet wat ik voor mijn kinderen anders wil doen maar ook wat ik wil meenemen uit mijn eigen ervaringen.

Tine kroop drie jaar geleden in de journalistieke pen. Ze schrijft voor Knack Weekend en Sabato en liet inmiddels twee boeken op de wereld los. Voor Charlie Mag zoekt ze graag de rimpels in de vijver. Want achter de kleinste feiten zitten de belangrijkste verhalen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen