Reportage

Deze imker brengt weer leven in de stad

Fotografe Sarah gaat op bezoek bij een stadsimker

Deze imker brengt weer leven in de stad
Uit ons archief maar nog steeds actueel

Ik ben fan van bijen. Zo word ik er helemaal vrolijk van om ze op warme zomerdagen vanuit mijn luie stoel van bloem naar bloem te zien zoemen. Ze verzamelen nectar en stuifmeel om honing te maken en zorgen er met hun harige lijf en pootjes ook voor dat alle bloemen worden bestoven. Bovendien is honing een vast ingrediënt in mijn keuken. Maar de nuttige beestjes hebben het niet gemakkelijk. In een artikel uit 2014 las ik dat België koploper is op het vlak van bijensterfte. Beter nieuws was dat bijen het wel heel goed doen in de stad, beter zelfs dan hun familie op het platteland. Om mijn bijenkennis wat uit te breiden sprak ik af met Micha, Antwerpse stadsimker, die mij wat meer kon vertellen over de problemen waar bijen mee kampen en hoe een stadsimkerij werkt.

Stadsimker2

Het bijenvolk

Micha: “Het bijenvolk bestaat uit een koningin, dat is de bij die eitjes legt, een hele hoop werksters, en dan een veel kleiner aantal darren. In de winter zijn de bijen met ongeveer 15.000, waarvan eentje de koningin is. De rest zijn werksters, en in de winter zijn er geen darren. Vanaf 21 december, wanneer de dagen stilaan langer worden, begint de koningin eitjes te leggen. Dat begint met een paar eitjes per dag en tegen 21 juni, de langste dag van het jaar, legt ze gemiddeld 2.000 eitjes per dag.”

De bijenzwerm

“Een bijenkolonie begint met 15.000 bijen en er komen steeds meer bijen bij waardoor de bijenkast na een tijdje veel te klein wordt. De helft van de bijen gaat dan samen met de koningin op zoek naar een nieuwe woonst. In de oude bijenkast blijft alle voorraad achter: honing en stuifmeel, alle babybijtjes en ongeveer de helft van de werksters. Dat noemen ze de bruidsschat.

De zwerm die op zoek gaat naar een nieuwe woonst heeft alle honing die ze kunnen dragen bij. Ze eten hun buikje vol honing en kunnen daar 3 dagen op overleven. Wanneer ze vertrekken zijn ze met ongeveer 30.000, dat is een gigantische wolk bijen die kriskras door elkaar vliegen. Zoiets is best indrukwekkend om te zien en veel mensen schrikken daar dan ook van, terwijl de bijen op dat moment ongevaarlijk zijn. Ze zijn vooral bezig met het zoeken naar een nieuwe woonst.

Wanneer bijen uitzwermen zijn ze met ongeveer 30.000. Dat is een gigantische wolk bijen.

Nadat ze de kast uitgevlogen zijn zoeken ze niet ver daar vandaan een punt om te verzamelen. Op dat punt komen ze allemaal samen en vormen ze een tros. Van daaruit vertrekken de speurbijen, op zoek naar een geschikte plaats op maximum 5 km afstand. Als imker ben ik niet zo blij wanneer dat gebeurt, want dat betekent dat ik mijn koningin kwijt ben. Zo’n koningin kost gemakkelijk 50 euro. Als ik er op tijd bij ben kan ik de tros bijen nog vangen met een korf en in een nieuwe kast plaatsen. Maar eens ze een plaats gevonden hebben, ben ik ze kwijt en vind ik ze niet meer terug. Soms blijven ze een halve dag in zo’n tros hangen, en soms maar een uur, afhankelijk van het weer. In de oude kast wordt na 8-9 dagen een nieuwe koningin geboren. Die gaat op bruidsvlucht met een aantal darren om bevrucht te worden en dan kan ze starten met eitjes leggen.”

Stadsimker6

Micha steekt de beroker aan. Door de balg aan de achterzijde kan de imker zachtjes rook blazen.

Bijensterfte

“Officiële cijfers over bijensterfte in België of Nederland zijn er niet. Er is zeker een hoge bijensterfte in België, maar of die nu hoger ligt dan in onze buurlanden, dat kan ik vanuit mijn ervaring niet zeggen. Er wordt sinds een aantal jaar ook geen onderzoek meer naar gedaan door universiteiten.

Ik merk zelf wel dat het met pieken en dalen gaat, het ene jaar heb ik meer verlies dan andere jaren. Er zijn 3 belangrijke factoren waardoor bijen het moeilijk hebben. Alle bijen in de hele wereld zijn besmet met varroamijten, dat zijn parasieten die op het bijenlichaam zitten en er bloed van drinken. Die mijt maakt een klein gaatje in de huid, waardoor virussen en bacteriën gemakkelijk de bij kunnen besmetten.

Het wordt voor de bijen steeds moeilijker wordt om stuifmeel en nectar te vinden doordat er minder planten en bloemen zijn.

Stel je dit eens voor: als een bij zo groot zou zijn als een mens, zou die mijt de grootte van een konijn hebben. Stel je voor dat er aan mijn arm een konijn zou hangen dat bloed komt slurpen. Het ‘gaatje’ dat die mijt maakt is dus een relatief grote wonde. Ik moet altijd denken aan het stuk over de Killer Rabbit in Monty Python. als ik dit vertel. (lacht) In ieder geval, dat verzwakt de bijen enorm. Daarbij komt nog eens kijken dat het steeds moeilijker wordt om stuifmeel en nectar te vinden doordat er minder planten en bloemen zijn. Dat, in combinatie met het verhoogde gebruik van pesticiden, zorgt ervoor dat bijen het moeilijk hebben.”

Stadsimker5

Micha doet zijn handschoenen aan. De handschoenen camoufleren zijn geur zodat de bijen rustiger blijven.

Bijen als belangrijke bestuivers

“Bijen zijn erg belangrijk voor de natuur, maar ook economisch. Er zijn op dit moment duizenden bijenvolken die aan de Limburgse fruitboomgaarden zijn geleverd door imkers om de nodige bestuiving voor het telen van appels, kersen, peren en ander fruit te garanderen. Dat was nodig omdat er op 10 hectare zo veel bomen staan, dat de natuur die concentratie niet aankan. Daarom huren landbouwers imkers in die hun bijenkasten op hun perceel komen zetten. In zo’n bijenkast zitten ongeveer 30.000 bijen die allemaal rondvliegen en de bloemen bestuiven. Zonder die extra bijen zou de oogst veel kleiner zijn.

Heel veel van ons voedsel is afhankelijk van bestuivende insecten, en als er 1 element uit de schakel verdwijnt is er vaak een probleem. Er zijn ook appelrassen die chemisch worden bestoven. Die boer koopt dan chemisch stuifmeel en dat werkt ook. Als consument, heb ik toch liever het natuurlijke proces, maar dat maakt iedereen natuurlijk voor zichzelf uit.”

Stadsimker3

De bijen worden rustiger door de rook zodat Micha een raat uit de kast kan nemen.

Bijen in de stad

“Op het platteland heb je grote akkers vol maïs, wat voor bijen waardeloos is, en tussen die akkers is er eigenlijk ook niet veel meer te vinden. Nu staan in Limburg alle fruitbomen in bloei, maar na 3 weken zijn alle bloesems weer uitgebloeid. In de stad heb je wel vele kleine tuinen met een grote diversiteit aan planten en bloemen. Er staat veel meer door elkaar, waardoor er een grotere diversiteit is op een relatief kleine oppervlakte. Komt er ook nog eens bij dat de landbouwers op grote schaal gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Ze houden zich waarschijnlijk  wel aan alle richtlijnen die worden opgelegd vanuit de wetgeving, maar een klein beetje vergif is ook vergif, denk ik dan. De stedelijke overheid en de provincie Antwerpen gebruiken bewust geen pesticides en insecticides meer, en ook mensen met een tuin in de stad gaan tegenwoordig bewuster met die middelen om.”

De locatie van de kasten

“De kasten staan vooral uit praktische overwegingen op de daken. Mocht ik een bijenkast op de begane grond zetten, bijvoorbeeld in het Stadspark, dan gaan heel veel mensen daar hinder van ondervinden. Die bijen vliegen aan en af en gaan ook tegen mensen aanvliegen. Als mensen dan reageren door ernaar te slaan is de kans groot dat ze worden gestoken. Op een dak staan de bijen dus uit de weg. Ze kunnen zich vanuit een hoogte verspreiden in de buurt en komen niet zo veel mensen tegen.

In de stad heb je vele kleine tuinen dicht bij elkaar met een grote diversiteit aan planten en bloemen. De bij moet dus niet ver vliegen om heel veel lekkers te vinden.

Gemiddeld vliegt een bij tot maximum drie kilometer van zijn bijenkorf. Ze bekijken het economisch: als er heel veel lekkers binnen een radius van 500m te vinden is, dan zal de bij maar zo ver vliegen. Als er dichterbij is zal ze tot drie kilometer vliegen om iets lekkers te vinden.

Ik zet meestal twee of maximum vier kasten per dak. Ik zou er ook 20 op een dak kunnen zetten, maar dan zou er een te hoge concentratie bijen zijn en zou dat mensen mogelijk kunnen storen, en dat is niet de bedoeling.”

Stadsimker4

Micha kijkt de raat na

De honing zelf

“Al mijn bijenkasten staan verspreid over Antwerpen en de aanpalende districten, en daarmee maak ik mijn eigen honing. Ik beheer het hele proces zelf en weet dus heel goed wat ermee gebeurt. Ik vind het belangrijk om voeling te hebben met waar je eten vandaan komt.  Er zijn verschillende verkooppunten waar je mijn echte Antwerpse honing kan krijgen.”

Meer informatie vind je op de Facebook pagina van Antwerpse honing
Van 28 mei tot 4 juni is het Week van de Bij. Hier vind je wat er allemaal te doen is.

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen