Opinie

“We zijn dom, want we zitten in het bso”

Hoe ons onderwijs nog wat kan leren van The Voice

“We zijn dom, want we zitten in het bso”

Tijdens iedere aflevering van The Voice is er wel een moment dat ik het amper drooghoud. Toen de negentienjarige onzekere en nerveuze Bonni tijdens de Blind Auditions met knikkende knieën en trillende handen ’I’m not moving’ van The Script zong bijvoorbeeld. En toen zijn mama bij de staande ovatie die daarop volgde, reageerde met ‘Keigraaf seg!’ Of toen de antiquair Mike – die nog nooit op een podium gestaan had vóór zijn deelname aan The Voice – met ‘Sign Of The Times’ Harry Styles even deed vergeten.

Wat ik zo mooi vind aan The Voice is dat ook wie geen noot kan lezen en het in Keulen hoort donderen bij de termen ‘octaaf’ of ‘tweestemmig’, kans maakt om de finale te halen of zelfs de wedstrijd te winnen. Er is slechts één criterium: talent. Kunnen raken en ontroeren met je stem en performance, dat is wat de coaches belangrijk vinden. Alex Callier houdt van ongeleide projectielen met een hoek eraf, Natalia heeft een boon voor kracht en inzet, Koen Wauters kijkt vooral naar muzikaliteit, Bart Peeters naar originaliteit. Maar of iemand is opgegroeid in de Seefhoek, Tunesië of Sint-Martens-Latem speelt geen rol. Aflevering na aflevering zie je ook hoe de kandidaten groeien in hun zelfvertrouwen en zichzelf tot hun eigen verrassing vaak overstijgen.

“Waarom is de school voor veel jongeren eerder een plek van vernedering dan van mogelijkheden?”

Hoe komt het dat in ons onderwijs je afkomst wel zo bepalend is voor je succes of falen? Dat je zelfvertrouwen tijdens je schooljaren vaak eerder een knauw dan een boost krijgt? Waarom is de school voor veel jongeren eerder een plek van vernedering dan van mogelijkheden?

Met die vragen trok ik op een scholenreis, langs acht middelbare scholen. Ik ging in gesprek met directeurs, leerkrachten en jongeren. Ik wilde weten waar het schoentje wringt, waarom ons onderwijs er zo moeilijk in slaagt om jongeren uit eerder kwetsbare gezinnen aan boord te krijgen en te houden. Jaarlijks verlaten immers duizenden jongeren met een pak frustratie en een negatief zelfbeeld de schoolbanken en stappen zo het leven in, met of zonder diploma. Soms is de frustratie zo groot dat die zich vertaalt in een diepe afkeer voor de hele maatschappij. Die maatschappij is dan verwonderd en zelfs verontwaardigd over die haat. ‘Ze hebben toch alle kansen gekregen?’

Op de scholen die ik heb gevolgd, van in de Westhoek tot in de cité, wordt met man en macht gewerkt om jongeren te motiveren en te stimuleren. Maar zelfs in die scholen, waar ze veel meer doen dan ze moeten doen, lopen directeurs en leerkrachten keihard aan tegen een systeem dat hopeloos verouderd is, met een erg enge blik op intelligentie en talent.

“Eigenlijk weten we al lang dat in de ‘lagere’ richtingen vooral kinderen terechtkomen uit de lagere sociaal-economische milieus.”

‘We zijn dom, want we zitten in het bso’, hoorde ik leerlingen uit de richting Kantoor-Verkoop of Elektriciteit zeggen. ‘Wij zitten in de vuilnisbak van het aso’, hoorde ik jongeren uit Humane Wetenschappen zeggen. In de richting Automechanica haalden jongens gelaten de schouders op toen ik vroeg naar hun toekomstplannen en of ze effectief garagist wilden worden. Met een doffe blik op oneindig staarden ze over mij heen. Heel wat leerkrachten die al jaren in bso- en tso-richting lesgeven, zeggen me dat er evenveel slimme kinderen in die richtingen zitten als in het aso. Eigenlijk weten we dat ook al lang, dat in de ‘lagere’ richtingen vooral kinderen terechtkomen uit de lagere sociaal-economische milieus. Kinderen met leerproblemen, psychische problemen, zonder huis of thuis, jongeren met een migratieachtergrond en taalachterstand.

We parkeren die jongeren, vaak al vanaf het eerste middelbaar – waar de eerste selectie plaatsvindt – in richtingen waar ze niet altijd thuishoren. We doen dat niet op basis van de talenten van die jongeren – die zijn vaak zelden ontdekt of bekend – maar op basis van hun tekortkomingen. En dan zijn we verbaasd dat die jongeren niet graag naar school gaan en afhaken. We zijn er zo aan gewend dat we onze kinderen massaal laten ‘afzakken’ en ‘dubbelen’, dat we er niet eens meer bij stilstaan hoe traumatisch dat kan zijn, hoe nefast voor het zelfbeeld van jongeren. Een zelfbeeld dat ze voor de rest van hun leven meedragen.

Het kernprobleem in ons onderwijsssyteem is dat we vertrekken vanuit datgene wat iemand niet kan. Die vakken waar je slecht in bent bepalen meestal of je over mag gaan of niet. Of je in een bepaalde richting kunt blijven of niet. Dat is de wereld op zijn kop. Die focus op de zwaktes van jongeren werkt verlammend, maakt schoolmoe en allesbehalve leergierig. Ook voor kinderen en jongeren uit een warm nest, die cognitief sterk zijn, goed in taal en wiskunde, werkt ons systeem demotiverend. Ons onderwijs is zodanig gericht op het hoofd dat jongeren weinig of niet leren stilstaan bij wie ze zijn, wat ze kunnen en willen, hoe ze hun toekomst zien. Door die gebrekkige aandacht voor hun persoonlijke ontwikkeling maken jongeren vaak de foute studiekeuze en later ook de foute keuzes in hun loopbaan en leven.

Terug naar The Voice. Wat kunnen onze scholen nu ‘stealen’ van dat programma? Ook The Voice is immers net als ons onderwijs een wedstrijd en bij momenten hard en meedogenloos. Met dat verschil dat The Voice vertrekt vanuit talent. Al de rest kun je leren, is het uitgangspunt. De coaches kijken door de mankementen heen die sommige kandidaten hebben en zien naar het potentieel, de groeimarge. Op die manier krijg je op het podium ook een sociale mix. Leeftijd, kleur, roots, sekse en taal spelen geen beperkende rol, wel integendeel.

“De verlegen Guillaume kreeg te horen dat verlegenheid ook charmes heeft. Dat je van een nood een deugd kunt maken.”

De kandidaten krijgen regelmatig het vuur aan de schenen gelegd, worden uitgedaagd en krijgen wel eens op hun dak als ze te laat komen of zich niet goed genoeg inzetten, maar zelden is de feedback van Natalia, Bart, Koen of Alex en hun hulpcoaches vernederend of denigrerend. Zo kreeg de hyperenergieke Tomy te horen dat hij zijn enthousiasme zeker moet behouden, maar ook moet leren om zijn energie te kanaliseren. De nogal verlegen Guillaume kreeg te horen dat verlegenheid ook zijn charmes heeft. Dat je van een nood een deugd kunt maken. Omdat er ook erg veel aandacht wordt geschonken aan de persoonlijke ontwikkeling van een kandidaat, leert die zichzelf goed kennen en ontdekt hij wat zijn troeven of valkuilen zijn. Het is ook gepermitteerd om steken te laten vallen, als je maar beklijft. Zouden de coaches vooral afgaan op de muzikale achtergrond en kennis van de kandidaten en hen afrekenen op iedere valse noot, dan zou veel talent onzichtbaar blijven.

Ook interessant is hoe tijdens de Blind Auditions de rollen worden omgedraaid. Als alle vier de coaches interesse hebben in een kandidaat, moeten ze alle argumenten uit de kast halen om de kandidaat te overtuigen van hun coachingtalent. Het zou misschien niet slecht zijn mochten ook sommige leerkrachten eens voelen hoe het is om te strijden voor de goedkeuring van hun leerlingen in plaats van omgekeerd.

“Als ons systeem zich niet zou blindstaren op de zwaktes van jongeren, dan zou school misschien ‘fun’ worden in plaats van ‘saai’.”

Maar de belangrijkste les die The Voice ons leert is om te starten vanuit de capaciteiten die iedereen heeft. Als ook ons systeem zich niet zou blindstaren op de zwaktes van jongeren, dan zou school misschien ‘fun’ worden in plaats van ‘saai’. Onze maatschappij zou meer genieën creëren, want iedereen is ergens goed in. Om het met de woorden van Albert Einstein te zeggen, die in zijn tijd trouwens als ‘onschoolbaar’ werd afgeschreven: ‘Iedereen is een genie, maar als een vis wordt beoordeeld op zijn vaardigheid om in bomen te klimmen, zal hij zichzelf zijn hele leven lang als een mislukking beschouwen.’

 

Ann Verlinden is als docente en onderzoeker verbonden aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen. Ze geeft les aan journalisten in spe. Begin november verscheen haar eerste non-fictieboek ‘Studeren is voor strevers. Hoe ons onderwijs talent verspilt.’ Daarin maakt ze een scholenreis langs acht middelbare scholen in Vlaanderen, op zoek naar de zwakke plekken in ons onderwijssysteem.

 

 

Lees ook de reeks Jong & Arm, over jongeren die opgroeien in armoede en hoe dat hun schoolresultaten beïnvloedt

Schrijf je reactie

7 reacties
  • Laura says:

    Economie is helemaal mijn ding, maar in het 5e jaar (middelbaar) moest ik kiezen tussen talen of wiskunde. Ik suck in talen en de wiskunderichting was veel te zwaar, dus koos ik voor de middenweg, humane wetenschappen.
    Ik wou per sé in het ASO blijven want oja, die richting was de beste en de hoogste. Kon ik, met het verstand dat ik nu heb, teruggaan naar het 5e, dan was ik sowieso naar Handel (TSO) gegaan.
    Dus laat het een les zijn voor iedereen, doe wat je graag doet en focus niet op ‘de beste richting’ of ‘de richting met het meeste aanzien’.

  • Evelien says:

    Onderwijs een voorbeeld nemen aan de Voice?! ?
    Amai, ipv gesprekjes te voeren zou je beter eens 2 weekjes in het onderwijs (bso) komen meedraaien… En dan denk ik niet dat je dit artikel nog eens zal schrijven.

  • Brandt annelies says:

    Oei…. Ze vergeten wel 1 iets… Wat met de kinderen waarvoor niemand omdraait?
    Zijn dat nu niet de kinderen in kwetsbare groepen waar ze het net over hebben?
    De kinderen waar door extra problemen het talent meer verborgen zit?
    En die kinderen die ook hun talent willen tonen, maar die geen enkele coach ( leerkracht) wil… Zijn dat niet die kinderen waarvan het zelfbeeld een deuk krijgt? Die vallen bij het principe van de voice al af zonder enige kans te krijgen…
    Ik volg in het standpunt om te vertrekken vanuit het talent… Maar verder draait de voice ook maar rond 1 ding. Als je niet de beste bent wil ik je niet meer. Dan kan je nog gesteald worden… Maar die willen je ook niet meer…. Als dat in het onderwijs zou toegepast worden…. Amai mijne frak…

  • Mieke says:

    Goed artikel. Ik kon me herkennen in het stukje over dubbelen. Ze hebben mij 2 keer doen dubbelen , 1ste en 2de middelbaar. Ik was er altijd mooi door, ondanks alles. Argumentatie was elke keer dat ik zo niet kon mee draaien. Ik was immers veel afwezig geweest door de gezondheid. Geen steun maar afkraken deden ze wel. Is me altijd bij gebleven. Voelde mij nog wat minder zo.

    Ook kon de scholen er moeilijk mee om dat ik ook muziekschool deed. Enorm knelpunt vaak. Precies dat het een schande was dat je talenten of kunnen buiten hun omgeving was.

    Nu 15 jaar later en scholen lijken nog eens zo erg vind ik. Kinderen kunnen geen kind meer zijn. Of niet hun eigen. Presteren…niets anders dan dat. Eens te beter ook als je van goede ‘klasse’ bent

  • Bart says:

    Over het algemeen ben ik het wel eens met dit opiniestuk, maar om als journaliste uw bronnen over Einstein niet de checken, vind ik toch wel straf.

    Einstein is nooit als onschoolbaar afgeschreven. Integendeel, hij haalde heel goede punten. Bovendien is dat mooie citaat hoogstwaarschijnlijk nooit door hem gezegd. De vroegste overeenkomst met het citaat komt uit een boek uit 2004, geschreven door ene Matthew Kelly.

    • Sara says:

      Matthew Kelly zegt in zijn boek wel dat de uitspraak van Einstein komt… Dus de uitspraak aan Kelly zelf toeschrijven, is ook niet correct.

  • davy says:

    ik vindt dat sommige scholen veel te veel druk leggen op het kind zijn schouders ;en het zelfde met de ouders van het kind ;die ouders willen dan dat het kind presteert ;maar hoe kan een kind presteren ;als het kind constant onder druk gezet wordt
    een goeie aanpak zou zijn dat het kind wordt aangemoedigd ;in wat hij of zij doet ;dat zou het kind veel beter gaan stimuleren
    en misschien wat minder huis werk ;een kind heeft ook eens noot aan ontspanning ;ze zitten al genoeg op de school banken

Charlie geeft regelmatig het woord aan mensen die - net als wij - geen blad voor de mond nemen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen