Het Grote Gender Gesprek

De mythe van de monogame vrouw

De mythe van de monogame vrouw

Vrouwtjesvogels gaan niet vreemd, mannetjes wel. Dat verkondigde Charles Darwin, grondlegger van de evolutietheorie, ondanks dat hij met eigen ogen had gezien hoe vrouwelijke vogels wel degelijk in het rond vogelden. Of hoe wetenschappers soms vooral zien wat ze willen zien, en daarmee vooral hun eigen wereldbeeld bewijzen. Want vrouwen willen liefde en mannen zijn enkel uit op seks, toch? Door Ann-Marie Cordia & Selma Franssen

‘Popular with women’ is, naast ‘amateurs’, ‘anal’ en ‘teens’ ‘tegenwoordig ook een categorie op de pornowebsite YouPorn. Alsof alle vrouwen van hetzelfde type porno houden, grom je? Dat lijkt inderdaad nogal onwaarschijnlijk. Anderzijds kan je deze kleine voetnoot in de geschiedenis van internetporno zien als een vooruitgang. Er was een tijd dat algemeen werd aangenomen dat vrouwen helemaal niet zo ‘visueel ingesteld’ waren, in tegenstelling tot mannen. Intussen zou één op de vier tot één op de drie online pornokijkers een vrouw zijn.

Pornografische beelden doen wel degelijk iets met een vrouwenlichaam, net zoals ze dat doen bij een mannenlichaam, zo blijkt uit een studie van de Canadese seksuologe Meredith Chiver. Bij de proefpersonen werd er apparatuur bevestigd om eventuele zwelling (bij de mannen) en om de bloeddoorstroming (in de vagina bij vrouwen) te meten. Iedereen kreeg onder meer beelden te zien van heteroseks, homoseks en parende bonobo’s. Bij de mannen kwamen de metingen opvallend goed overeen met wat ze zelf aangaven opwindend te vinden (vooral heteroseks). Bij de vrouwen was het een heel ander verhaal. De metingen gaven aan dat hun vagina wel degelijk reageerde op de beelden van homoseks en bonoboseks, maar toch verklaarden de vrouwen dat die hen weinig deden. Omgekeerd rapporteerden ze meer opwinding bij de beelden van heteroseks dan de lichamelijke metingen aangaven. Voor de volledigheid: de mannenlichamen reageerden niet op de bonobo’s.

“Vrouwen zijn niet per se kuiser, maar ze lijken wel meer sociaal wenselijke antwoorden te geven.”

Betekent dat dat vrouwen seks willen met bonobo’s? Niet per se. Maar de kloof tussen wat vrouwen ervaren, of zeggen te ervaren, en wat hun lichaam vertelt, is alleszins opvallend. Dat betekent ofwel dat vrouwen liegen over wat hen opwindt, ofwel dat er werkelijk een verschil is tussen wat ze voelen en wat hun lichaam voelt.

Zou het kunnen, dat vrouwen enkel sociaal wenselijke antwoorden geven? Het zou alleszins niet de eerste keer zijn. Gevraagd naar hoeveel bedpartners ze hebben gehad, antwoordden de mannelijke studenten in een onderzoek aan de Ohio State University gemiddeld 3,7. De vrouwelijke studenten antwoordden gemiddeld maar 2,6. Zie je wel, kan je dan denken, dat is de mannelijke natuur. Maar wanneer je de vraag in andere omstandigheden stelt – je laat de studenten geloven dat een leugendetector hen kan ontmaskeren – blijken de vrouwen plots 4,4 partners te antwoorden, en mannen 4 partners. Vrouwen zijn dus niet per se kuiser, blijkt uit deze studie van 2003, maar ze lijken wel meer sociaal wenselijke antwoorden te geven.

‘I noticed you around. I find you very attractive. Would you go to bed with me?’ Je kent het liedje ‘Would you…?’ uit 1997 vast van de groep Touch and go. De songtekst komt eigenlijk uit een vaak geciteerd experiment uit 1978 in Florida. Op de campus van Florida State University werden mannen en vrouwen aangesproken door een aantrekkelijke onbekende persoon van het andere geslacht, met de vraag of ze seks wilden. Wat bleek? De vrouwen gingen minder vaak in op de avances van de aantrekkelijke man dan omgekeerd. De wetenschappers concludeerden wat veel mensen al geloofden en nog steeds geloven: dat mannen van nature polygaam zijn, terwijl vrouwen van nature monogaam en selectief zijn.

“Nieuw onderzoek wijst er op dat vrouwen evenveel casual sex willen als mannen, zolang het in een veilige omgeving is.”

Maar de onderzoekers hielden helemaal geen rekening met maatschappelijke, culturele en sociale omstandigheden: bijvoorbeeld dat vrouwen meer redenen hebben om bang te zijn voor geweld of slutshaming, en van jongs af aan de boodschap meekrijgen dat kuisheid een deugd is, en daarom misschien minder op de avances ingingen dan de mannen.

Nieuw onderzoek door twee Duitse onderzoekers, Andreas Baranowski en Heiko Hecht, wijst er op dat vrouwen evenveel casual sex willen als mannen, en net zo bereid zijn als mannen om seks te hebben met een vreemdeling, zolang het in een veilige omgeving is. Vooruitschrijdend inzicht zorgt dus voor nieuwe conclusies. Toch is het oorspronkelijke onderzoek uit 1978 bijzonder vaak geciteerd door andere wetenschappers en door media, en duikt het nog steeds op.

Het blijft een hardnekkig idee, dat mannen biologisch geprogrammeerd zijn om hun zaad te verspreiden over zoveel mogelijk vrouwen, terwijl het in de natuur van vrouwen zou zitten om het bij één partner te houden omdat ze een vader wil voor haar kinderen.

Evolutiebiologen wijzen daarvoor graag naar de oertijd, en de man-jager die op jacht ging, terwijl de vrouw thuisbleef in de grot en praatjes maakte met andere vrouwen en voor de kinderen zorgde. Dat beeld uit het stenen tijdperk lijkt verdacht veel op hoe de maatschappij er in de jaren vijftig uitzag. Alleen klopt het niet. Er zijn aanwijzingen die erop wijzen dat vrouwen, hoewel ze minder op groot wild joegen, voor het merendeel van het eten zorgden. Onder de nomadische jager-verzamelaars was er juist meer gelijkheid dan in het landbouwtijdperk.

“Er zijn aanwijzingen die erop wijzen dat vrouwen voor het merendeel van het eten zorgden.”

Dankzij de landbouwrevolutie konden minder mensen zorgen voor meer voedsel. Daardoor steeg het geboortecijfer. Bij jager-verzamelaars krijgen vrouwen elke vier, vijf jaar een kind, terwijl boerinnen er om de twee jaar een kregen. Ziedaar het begin van die ‘natuurlijke’ taakverdeling van zorgende vrouwen en mannen als grootste kostwinners. Pas met de landbouwrevolutie gingen mannen – naast hun vee en grond – vrouwen zien als bezit. Hoe groter de samenlevingen werden, hoe meer regels er kwamen rond de vrouwelijke seksualiteit. Hoezo, mannen hebben van nature een groter libido? Waarom zitten we dan met zo’n uitgebreid arsenaal van methodes om de vrouwelijke seksualiteit te onderdrukken? Van genitale mutilatie en kuisheidsgordels tot het stenigen van vrouwen. Als vrouwen echt veel minder wilden weten van seks, waren dit soort maatregelen helemaal niet nodig.

Experts zoals de Amerikaanse antropoloog en primatoloog Sarah B. Hrdy zeggen vandaag dat het onwaarschijnlijk lijkt dat het in de oertijd een voordeel geweest zou zijn voor vrouwen om monogaam te blijven. Wat als de vader van hun kind stierf? Overleven moest je, en daar had je wellicht meer kans toe als je samenwerkte met meer dan één man. En als mannen dan toch zo graag hun genen doorgaven, hadden ze er juist baat bij dat de moeder ook hulp kreeg van andere mannen. De overlevingskansen van kinderen die tweede vaders hebben, zijn in de Bari-bevolking in Venezuela bijvoorbeeld juist groter dan die van kinderen met maar één vader.

“Een vrouwtjeschimpansee met zichtbaar gezwollen schaamlippen, paart één tot vier keer per uur, met dertien partners of meer.”

Als het om monogamie gaat bij mensen, kijken wetenschappers vaak naar het dierenrijk voor antwoorden. Eigenlijk hadden evolutiebiologen daar al lang kunnen opmerken dat er wel degelijk vrouwtjes zijn die het initiatief nemen tot seks. Misschien zou evolutiebioloog Charles Darwin wel schrikken, als hij zou horen dat de helft van de kinderen van een bestudeerde groep vrouwelijke chimpansees in West-Afrika helemaal niet van leden van de groep is. Misschien heeft hij nooit kunnen observeren dat in de twaalf dagen wanneer een vrouwtjeschimpansee zichtbaar gezwollen schaamlippen heeft, ze één tot vier keer per uur paart, met dertien partners of meer. Het is dankzij later onderzoek uit de jaren zeventig, met de komst van vrouwelijke wetenschappers, dat er niet enkel meer in termen van ‘het passieve’ vrouwtje en ‘het actieve’ mannetje werd gedacht.

Darwin geloofde in de negentiende eeuw trouwens ook heilig in de kuisheid van vrouwtjesvogels, hoewel hij bewijs had gezien van het tegendeel. Toch was iedereen het er in zijn tijd over eens dat vrouwtjesvogels monogaam waren, in tegenstelling tot de mannetjes. Dat gold in het bijzonder voor duiven, die symbool stonden voor liefde en trouw. Darwin achtte het bewezen dat vrouwtjes bedeesd, seksueel passief en trouw waren aan één partner.

Gek genoeg had Darwin genoeg bewijs dat zijn theorie niet klopte. Zo had Aristoteles al lang beschreven hoe vrouwelijk pluimvee soms met meerdere mannetjes achter elkaar seks had. Ook andere wetenschappers, inclusief Darwin zelf (!), noteerden zulke observaties. Hoe kon het dat een briljante wetenschapper iets dat hij zelf had gezien consequent negeerde?

Misschien drong het gewoon niet tot hem door, maar Darwins aanname dat vrouwen – gevederd of niet – kuis en monogaam waren, paste alleszins ook in het tijdsbeeld. Vrouwelijke promiscuïteit werd in de Victoriaanse tijd simpelweg niet besproken. Mogelijk speelde de steun die de kerk in Groot-Brittannië verleende aan onderzoek naar vogels ook een rol. Anglicaanse organisaties gaven boeken over vogels uit, omdat men dacht dat de brave vogels een soort morele rolmodellen voor menselijk gedrag konden zijn. Dat vrouwtjesvogels zouden vreemdgaan, was dus niet bepaald wenselijk. Darwin slaagde er vaak in om baanbrekend werk te verrichten en verder te kijken dan zijn tijdgenoten – maar in dit geval dus niet.

“Darwins opvatting over vrouwelijke kuisheid droeg bij aan zijn idee dat vrouwtjes minder ontwikkeld waren.”

Het idee van zedige vrouwtjesvogels bleef nog lang bestaan. Ornithologen die in de jaren zestig tijdens veldonderzoek zagen dat een vogelsoort die monogaam zou zijn toch vreemdging, gingen er automatisch vanuit dat dit op initiatief van het mannetje was. Het kwam niet in de ornithologen op dat de vogels misschien sociaal monogaam waren, maar seksueel non-monogaam. Of dat het vrouwtje er voordelen bij zou kunnen hebben om seks te hebben met meerdere mannetjes. Die inzichten werden pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw verworven, en zorgden voor een revolutie in onze kennis over vogels.

Darwins opvatting over vrouwelijke kuisheid zorgde er niet alleen voor dat hij blind was voor vreemdgaande vrouwenvogels. Deze misvatting droeg bij aan zijn idee dat vrouwtjes minder ontwikkeld waren.

In ‘De afstamming van de mens’ schreef hij dat mannetjes na duizenden jaren evolutie een enorme voorsprong op vrouwtjes hadden, omdat ze zwaar onder druk stonden om een wijfje te veroveren. Mannenvogels moesten onderling hevig concurreren, bijvoorbeeld met prachtige verentooien, om een passief en monogaam vrouwtje voor zich te winnen. Doordat mannetjes zich moesten uitsloven en vrouwtjes alleen hoefden afwachten, hadden de mannetjes zich noodgedwongen verder ontwikkeld.

Deze theorie beperkte zich uiteraard niet tot vogels. Die hevige competitie zou ook voor mensen gelden en ertoe geleid hebben dat mannen krijgers en denkers werden, in tegenstelling tot vrouwen. De passieve vrouwen zouden volgens Darwin biologisch minder geëvolueerd zijn dan mannen, een voorsprong die volgens hem niet meer in te halen viel.

“De mannetjes bij de pinché-aapjes dragen hun kinderen de helft van de tijd en bij de springaapjes 80 tot 90 procent van de tijd.”

“Het voornaamste onderscheid tussen de intellectuele vermogens van de twee seksen wordt zichtbaar in het feit dat de man, in wat hij ook onderneemt, een hoger niveau bereikt dan de vrouw bereiken kan – of dit nu diep nadenken, redeneren of fantasie vereist, of slechts het gebruik van de zintuigen en handen,” schreef Darwin hierover in ‘De afstamming van de mens’.

Dat mannen geen zorgende taken verrichten, meenden biologen ook lang te herkennen in het dierenrijk. Dat is de mythe van de zogenaamd ongeïnteresseerde vader. Nochtans zijn er de afgelopen dertig jaar talloze veldonderzoeken geweest waaruit bleek dat mannetjes wel degelijk zorgtaken op zich nemen bij allerlei soorten. De mannetjes bij de pinché-aapjes dragen hun kinderen de helft van de tijd, bij de nachtaapjes tot 70 tot 81 procent van de tijd en bij de springaapjes 80 tot 90 procent van de tijd. En niet te vergeten: in sommige jager-verzamelaarsamenlevingen waar vrouwen twee derde van het voedsel binnenhalen, zorgen de vaders ook voor de kinderen.

Ook moderne mannen die enkel van vrouw tot vrouw willen hoppen, hebben daar vandaag maar weinig baat bij. Getrouwde mannen zijn fysiek en emotioneel gezonder dan niet-getrouwde mannen. Of zo’n huwelijk nu helemaal monogaam is of niet, mannen varen wel bij een hechte relatie.

In Darwins tijd waren alle belangrijke kunstenaars en wetenschappers mannen, en daarin zag hij ‘bewijs’ voor deze ‘biologische’ ongelijkheid. Het doet denken aan James Damore bij Google, die het gebrek aan vrouwen aan de top in de techsector toeschreef aan ‘biologische verschillen’. Of aan Lawrence Summers, voorzitter van Harvard University, die suggereerde dat mannen het beter doen in wetenschappen dan vrouwen wegens ‘biologische verschillen’. Dat er ook wel eens maatschappelijke factoren zouden kunnen meespelen, bijvoorbeeld dat vrouwen geen toegang tot hoger onderwijs of de beroepswereld hadden, kwam niet in Darwin op, net zomin als in Damore of Summers – die gaf trouwens wel later zijn ongelijk toe, maar het kwaad was toen al geschied.

“In Darwins tijd waren alle belangrijke kunstenaars en wetenschappers mannen, en daarin zag hij ‘bewijs’ voor deze ‘biologische’ ongelijkheid.”

Wetenschapsjournaliste Angela Saini noemt Darwin in dit opzicht een kind van zijn tijd: “Die traditionele kijk op de positie van de vrouw zien we niet alleen terug in Darwins wetenschappelijke werk, maar ook in dat van vele andere vooraanstaande biologen van zijn generatie. Hij mag dan revolutionaire ideeën over de evolutie hebben gehad, maar zijn kijk op vrouwen bleef typisch victoriaans.”

Als een samenleving ongelijk is, dan beïnvloedt die ongelijkheid de theorieën en academische ideeën die door die samenleving geproduceerd worden, die daarna dan op hun beurt weer de samenleving beïnvloeden. Denk aan de hele theorie over het clitorale en vaginale orgasme van Sigmund Freud. Volgens de psychoanalist was een clitoraal orgasme iets voor meisjes, terwijl een vaginaal orgasme juist betekende dat een vrouw volwassen werd. De penis die de vrouw helemaal heel maakt, paste mooi in zijn theorie van vrouwen die aan penisnijd leden. Enkel het mannelijk lid kon haar vervolledigen.

Vandaag vinden we die ideeën lachwekkend. De vraag is of dat oude seksistische ideeën over genderverschillen vandaag helemaal geen invloed meer hebben. Maar dat wetenschappers vandaag immuun zijn voor zulke maatschappelijke factoren, lijkt helaas weinig waarschijnlijk.

Wat weet jij over het verschil tussen de seksen? Doe de Grote Gender Quiz!
Lees in deze reeks ook: Wat weten we écht over mannen en vrouwen?
En: Computer says no… tegen vrouwen
Op 27 juni organiseert Charlie Magazine in deSingel in Antwerpen het Grote Gender Gesprek. Op deze avond proberen genderexpert Katrien van Der Heyden, seksuoloog Wim Slabbinck en wetenschapscommunicator
Hetty Helsmoortel de meest hardnekkige gendermythes te doorprikken. Charlie-leden mogen gratis binnen, niet-leden betalen €7. Inschrijven via Eventbrite want de plaatsen zijn beperkt! Meer info vind je op deze eventpagina.
Video’s: Poolhert Productions. Met speciale dank aan Studio A-light voor de opnamestudio.
Illustraties: Istock
Dit project wordt mogelijk gemaakt met steun van een projectsubsidie Mediabeleid van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Afdeling Cultuur en Media.

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen