Interview

“Wanneer je enkel blanke, slanke modellen bij je artikel pleurt, doe je aan schadelijke beeldvorming”

10 vragen aan twintigers over de toekomst van de journalistiek

“Wanneer je enkel blanke, slanke modellen bij je artikel pleurt, doe je aan schadelijke beeldvorming”

Terwijl de debatten over de toekomst van de media vaak gevoerd worden door Belangrijke Mijnheren in nette pakken, willen wij de vraag graag stellen aan de volgende generatie: meisjes en jongens die gebeten zijn door nieuws en media en geen wereld kennen zonder internet. Van een pas afgestudeerde student journalistiek tot de jongste hoofdredacteur van Vlaanderen.

Katrin Swartenbroux (29) is webitor in chief bij Weekend Knack.

1. Welke kranten & magazines lees je? Kijk je tv, luister je radio?
“Mijn originele antwoord was een A4 lang dus ik ga het houden op: ik lees heel heel erg veel magazines, zowel binnen- als buitenlandse, zowel op papier als digitaal. Kranten koop ik enkel nog in het weekend, ik wissel af tussen De Morgen en De Standaard, maar eigenlijk schaf ik me die vooral aan voor de weekendbijlagen en –magazines.”

“In de auto staat de radio op, al merk ik dat ik daar niet zo bewust mee bezig ben, zelfs niet wanneer het grote acties als Music For Life zijn. Vroeger ging ik daar veel meer in op, vandaag vind ik gepraat vaak te veel afleiding. Dat is misschien ook de reden waarom ik nog altijd niet gewonnen ben voor podcasts – sorry iedereen die me zijn favorieten blijft doorsturen! De televisie staat meestal afgestemd op Netflix.”

2. Hoe lees je ze (op papier, tablet, smartphone, desktop)? En waar?
“Altijd, overal. Op het toilet, op de trein, ’s avonds in de zetel, zelfs nog in bed… op mijn smartphone (nieuwssites) of op papier (magazines). Op vlak van televisie of radio ben ik nog steeds wansmakelijk traditioneel, al was ik onlangs wel heel enthousiast toen ik merkte dat ik via de tv in mijn hotel in Amerika kon inloggen op mijn Netflix account. Ik ben een bejaarde geest in het lichaam van een vijftiger, ik geef het toe.”

Ik lees altijd, overal. Op het toilet, op de trein, ’s avonds in de zetel, zelfs nog in bed.

3. Betaal je voor media en zo ja voor wat en hoeveel?
“Ik heb een digitaal abonnement op enkele tijdschriften en nieuwssites en heb een Netflix en een Spotify account. Ik heb het geluk dat ik via mijn werk ook een abonnement op Women’s Wear Daily en Business of Fashion heb, maar dat zou ik me anders ook zelf wel hebben aangeschaft. Ik denk dat ik per maand ook aan zo’n 50 euro zit.”

4. Wat mis je zelf in het aanbod?
“Meer diversiteit! Het Belgische medialandschap is bijzonder eng en als er al eens iets beweegt dan is het wel omdat er weer eens een titel geschrapt of samengevoegd wordt. In het buitenland lijken kleinere publicaties veel levensvatbaarder te zijn – misschien heeft dat ook wel wat te maken met hoe Belgen aankijken tegen alles wat ‘nieuw’ is of ook maar ruikt naar afwijkend. Waanzinnig jammer, want ik ben er zeker van dat heel wat (jonge) mensen met fantastische ideeën rondlopen maar zich er gewoon niet voor durven smijten, omdat er geen vangnet of steun is.”

“Om een specifiek voorbeeld aan te halen: ik mis al lang een toffe jongerenpublicatie. Een inclusief platform voor en door jongeren waar ze hun eigen zegje kunnen doen, in contact komen met leeftijdsgenoten, maar ook kunnen lezen over de dingen die hen interesseren én die hun wereldbeeld verbreden. Een soort Rookie Magazine eigenlijk, maar dan toegespitst op nu en dus met meer video. Ik ben dan ook heel opgelucht dat iets als Fille Folle is opgericht en ik ben benieuwd naar hoe dat zal evolueren.”

Er is niets mis met schrijven over diëten of anti-cellulitiscrèmes. Wel met je lezers het gevoel geven dat ze die dingen zouden mòèten doen.

5. Waarvan is er te veel?
“Toegespitst op mijn sector: vooringenomen stukken en dossiers. Genre: de zomer is in zicht, dus élke zichzelf respecterende vrouw werkt nu aan een strak lijf. Pas op, er is niets mis met schrijven over diëten of anti-cellulitiscrèmes hé. Er is wél iets mis met je lezers het gevoel geven dat ze die dingen zouden mòèten doen/smeren/slikken.”

“Als nieuwsmedium mogen wij enkel informatie aanbieden; de lezer beslist vervolgens wat ze met die informatie doen. Als wij in een artikel recepten voor salad jars bundelen, dan kan dat artikel zowel gelezen worden door mensen die inderdaad wat kilootjes kwijt willen en gezond eten, als door hipsters die te veel weckpotten hebben gekocht en nu een manier zoeken om die te gebruiken.”

6. Wanneer is media op z’n best?
“Wanneer een onderwerp je publiek kan verrassen en meesleept, mede omdat het juiste format is gekozen. Vandaag hebben we zoveel tools om een verhaal te vertellen maar we denken nog vaak zo beperkt. We kruipen in onze pen – zij het voor print of voor online – terwijl een knap gemaakte infografiek, een bondige video of een goed opgebouwd beeldverhaal de boodschap soms zoveel beter kunnen overbrengen.”

“Je moet als journalist niet meer alleen kijken naar wat je wil vertellen maar ook naar hoe je het wil vertellen. Dat wil ook zeggen dat je soms buiten je vaste redactie moet kijken naar de meest geschikte persoon om dat verhaal te vertellen. Ik geloof heel erg in de juiste man of vrouw op de juiste plek. Bloggers, videomakers, grafisch vormgevers, illustratoren, journalisten, fotografen… met het risico ontzettend kumbaya te klinken: in een ideale wereld werken we allemaal samen.”

Ik vind het normaal dat je betaalt voor wat je consumeert. Zeker als je van online journalisten (terecht) kwaliteit eist.

7. Gaan we in de toekomst allemaal betalen voor online media? Is print dood?
“Ik vind het redelijk normaal dat je betaalt voor wat je consumeert. Zeker als je van online journalisten (terecht) kwaliteit eist. Bij Knack.be wordt al langer ingezet op longreads, stukken waar veel research en werk in gekropen is. Het is toch logisch dat die arbeid geld waard is?” 

“Dat web- én printjournalisten online meer kwalitatieve, grote stukken brengen wil ook niet zeggen dat print overbodig wordt. Zoals Thomas vorige week al zei: print is al ontzettend vaak doodverklaard en telkens hebben printmedia hun rol geherdefinieerd. Dat zal nu niet anders zijn. Er is nog steeds plaats voor achtergrondverhalen, voor reportages en lijvige leesstukken binnen een fraaie vormgeving die je later met plezier nog eens opnieuw leest.”

“Het is wél noodzakelijk dat de muur tussen print en online afgebroken wordt, zodat redacties van eenzelfde titel gezamenlijk kunnen nadenken over hoe en waar ze bepaalde grote onderwerpen zullen aankaarten. Het 360-verhaal, zoals mediastrategen dat graag noemen.”

8. Betrek je je lezers bij je artikels en zo ja hoe?
“Bij ons verloopt dat moeizaam. Ik merk dat wij geen lezerspubliek hebben dat vaak en graag reageert – soms lanceren we een oproep waarin we vragen wat zij graag een bepaalde expert zouden willen vragen, of welke suggesties zij interessant vinden voor een themanummer, maar veel reactie komt daar niet op.”

“Voorlopig bestaat onze relatie vooral uit het helpen van lezers die een bepaald nummer niet in hun brievenbus hebben gekregen of mensen beleefd antwoorden dat ‘wij truttekes’ niet betaald worden door de melklobby.”

9. Waarom is het zo belangrijk dat er ook over lifestyle diepgravende journalistieke stukken gepubliceerd worden?
“Er wordt vaak nogal lacherig gedaan over lifestylejournalistiek en eerlijk: vroeger deed ik daar zelf aan mee – tot ik begon te beseffen dat lifestylemedia een waanzinnig breed en gevarieerd publiek hebben. Zonder onszelf schromelijk te overschatten: dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Bij weekend.be zitten we aan zo’n anderhalf miljoen unieke bezoekers per maand, dat zijn anderhalf miljoen mensen tot wiens brein wij toch een aantal minuten toegang hebben. Zou je dan niet gaan denken dat wat je schrijft en waarover je schrijft belangrijk is? Dat wanneer je uit luiheid een zoveelste blank, slank model uit een beeldbank bij je artikel pleurt, je aan schadelijke beeldvorming doet?”

Zonder onszelf te overschatten: lifestylemedia dragen een behoorlijke verantwoordelijkheid.

“Ervaring leert mij dat je luchtigere modereportages, reistips en beautytestjes (die overigens allemaal hun waarde hebben) perfect kan afwisselen met stukken waar meer vlees aan zit. Het afgelopen jaar schreven we over de voordelen van halalcosmetica als niet-moslima. Over de zoektocht naar nieuw en duurzaam textiel, de sociopolitieke impact van mode en hoe Afrikaanse vrouwen de economische redding van een continent kunnen zijn. We zochten uit hoe het is om zwanger te zijn in de gevangenis, ongesteld te zijn als dakloze en hoe mensen met een eetstoornis de eindejaarsperiode beleven.”

“Tot dusver heb ik nog geen mails ontvangen dat we meer oplijstingen van ‘de beste mascara’s van dit najaar’ moeten maken dus ik veronderstel dat mensen ook daadwerkelijk die andere dingen willen lezen.”

10. Wat zou jij doen als je eindbaas was van een krant of mediahuis?
“Het àllereerste wat ik gedaan heb toen ik aangesteld werd als chef was het afschaffen van celebnieuws. Niet omdat ik daarop neerkijk, maar het past gewoon niet bij ons merk. Het was er enkel om makkelijk clicks binnen te rijven. Ik vind niet dat je schaapachtig moet schrijven wat je lezers willen lezen. Dan krijg je een ontzettend saai medialandschap. We mogen terug de arrogantie hebben om te schrijven over de zaken waarvan wij vinden dat onze lezers ze moeten lezen.”

“Dat zijn dan onderwerpen als bovenstaande, maar evengoed dingen waar onze redacteurs zelf mee bezig zijn. Ik zeg altijd: als het jou interesseert, zullen er ook andere mensen in geïnteresseerd zijn. Het voordeel daarvan is dat je via je redactieleden op een frisse manier en door verschillende brillen naar thema’s gaat kijken, waardoor de kans op originele onderwerpen ook groter is.”

“In dit digitale tijdperk is het als (web)publicatie niet gemakkelijk om je lezers aan je te binden. Niemand is immers nog trouw aan één titel. We stellen zelf ons ideale magazine samen en klikken daarvoor lustig in het rond tot we via verschillende kanalen onze fix hebben. Ik ben zelf òòk zo. Je kan ofwel jezelf daardoor uit het lood laten slaan en krampachtig proberen de beste te zijn in alles wat de concurrentie ook doet, of je kan jezelf en je redactie ademruimte en vrijheid geven om te schrijven over zaken die wij interessant en belangrijk vinden. En ik denk dat op het einde iedereen daarbij gebaat is.”

En dan nog de bonusvraag! Volgende week is Mayke Blok, mediastrateeg bij De Correspondent, aan de beurt. Wat zou je haar willen vragen?
“Zie je De Correspondent als het geweten of als de blauwdruk van de media?”

 

Lees hier alle interviews in de reeks Jonge Mediamakers

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen