Opinie

Schrappen wat niet past

Over de melding van keuze van levensbeschouwing van een zesjarige

Schrappen wat niet past

Of ik dat formulier alsjeblief zo snel mogelijk wil invullen, vraagt de juf, want de directeur heeft het dringend nodig. Het formulier in kwestie luistert naar de naam ‘Melding van keuze van levensbeschouwing’ en is afkomstig van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Ik plooi het formulier snel in vieren en duw het in mijn handtas terwijl ik mijn zoon een aai over zijn bol geef. Hugo (5, sorry, bijna 6) gaat er prat op dat hij alle sommen tot twintig al kan en ook al vat hij de link tussen betekenis en betekenaar nog niet helemaal, zijn letters moeten niet onderdoen voor de miniaturen van de gemiddelde middeleeuwse monnik. Kortom, hij is het kleuterdom ontgroeid en popelt om naar de grote school te gaan. Alleen een levensbeschouwing heeft hij voor zover ik weet nog niet.

‘Geef je eigen mening’

Ik ben katholiek opgevoed. Ik heb daar – voor alle duidelijkheid –  geen trauma’s aan overgehouden. Of dat ook geldt voor de leerkrachten die gepoogd hebben mij te onderrichten in het vak rooms-katholieke godsdienst, durf ik niet met stelligheid beweren. Ik koester warme herinneringen aan de uren op de achterste rij in de vaalgroen geschilderde klas in de meisjesschool ergens in de Zuiderkempen. Vooral aan die keer dat we de leraar godsdienst – al de vierde dat jaar – vanop de achterste rij teisterden met het irritante gerinkel van een speelgoedtelefoontje (het gsm-tijdperk lag nog ver voor ons). Hij vergaf ons tot zeven maal zeventig maal. Wanneer hij dan toch uit zijn slof schoot, kreeg hij droogweg te horen dat we God voor hem aan de lijn hadden. Wat vonden we dat hilarisch. Tienerhumor. Gelukkig evolueert een mens. Minder goeie herinneringen heb ik aan de steeds weerkerende opdracht op toetsen, proefwerken en examens: een in de klas besproken stelling, gevolgd door ‘Geef uw eigen mening.’ Niet dat ik geen mening had, maar het is me nooit gelukt om daar evenveel punten mee binnen te halen als met een fletse reproductie van de mening van de leerkracht in kwestie. Als ‘afkeer ontwikkelen van dogma’s’ in het leerplan stond, heb ik dat leerdoel met glans bereikt.

De website van de Interdiocesane dienst voor katholiek onderwijs is ondoorgrondelijk en als het verloren schaap uiteindelijk de weg naar het leerplan gevonden heeft, blijkt die onherroepelijk dood te lopen.
Ondoorgrondelijke digitale wegen

Ik geloof oprecht dat onderwijsmensen – in of naast of onder welke zuil dan ook – bereid zijn om hun pedagogische werkwijzen in vraag te stellen en aan te passen aan een veranderende maatschappij. Ik ben dan ook hoopvol over de evolutie van het godsdienstonderwijs sinds de jaren negentig. Het ligt niet in mijn aard om een keuze te maken die louter gebaseerd is op eigen ervaringen of van horen zeggen. Ik besluit daarom de actuele leerplannen voor godsdienst en zedenleer naast elkaar te leggen in de hoop daar de nodige argumenten uit te destilleren voor een doordachte keuze. Zo gezegd, zo gedaan. Of toch bijna. Voor zedenleer ben ik klaar in een paar klikken. Voor katholieke godsdienst ligt dat iets moeilijker. De website van de Interdiocesane dienst voor katholiek onderwijs is ondoorgrondelijk en als het verloren schaap uiteindelijk de weg naar het leerplan gevonden heeft, blijkt die onherroepelijk dood te lopen. Maar ik volhard in de boosheid en na een mailtje naar mijn zus-die-in-het-onderwijs-staat, belandt een netjes gekaft exemplaar van het leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs naast mijn computer.

Geloofstaal in vraag en antwoord

Zo komt het dat mijn man en ik op een frisse pinksteravond elk met een leerplan in de hand doorzakken in de zetel om elkaar beurtelings markante passages voor te lezen. Voor je bedenkt dat wij er wel een vreemd idee van romantiek op nahouden: markant is niet hetzelfde als pikant en we zijn verder niet van plan om hier een gewoonte van te maken. De uitgangspunten lijken – voor leken die dit soort documenten niet op hun nachtkastje hebben liggen – voor beide planmakers grotendeels gelijklopend. In een notendop: kinderen doen groeien. Daar zijn we helemaal voor. In het katholieke leerplan herken ik het wollige register uit mijn jeugdjaren dat kinderen leert denken en spreken in ‘geloofstaal’. Dat nostalgisch gevoel heb ik niet bij de passages die mijn man voorleest uit het zedenleerplan. Waar de uitgangspunten en de vragen grotendeels dezelfde lijken, lopen de antwoorden wel enigszins uit elkaar. Kort samengevat: God is de weg, de waarheid en het leven versus de mens als maat van alle dingen. (Ja, uiteraard is dat te kort door de bocht.)

Slechts één hokje

Mijn man en ik zijn te ver van ons geloof gevallen om ons te herkennen in wat de rooms-katholieken ons kind willen meegeven. We kunnen ons meer vinden in wat de vrijzinnigen ons voorschotelen. Maar we voelen er weinig voor om van de ene naar de andere kerk over te lopen. En we zouden het jammer vinden als onze kinderen helemaal niks zouden meekrijgen uit de rijke roomse traditie. “U kunt slechts één hokje aankruisen”, zegt het document dat ondertussen al een paar dagen op de keukentafel ligt.

Mijn bewustzijn heeft bijna veertig jaar nodig gehad om iets te scheppen dat ik een levensvisie zou durven noemen.

Alsof mijn levensbeschouwing in zo’n hokje te vatten is. Laat staan die van mijn oudste zoon. Volgens Van Dale is een levensbeschouwing ‘iemands beoordeling en opvatting van het bestaan’, ook wel ‘levensvisie’. Mijn bewustzijn heeft toch wel bijna veertig jaar nodig gehad om iets te scheppen dat ik een levensvisie zou durven noemen. Ze hangt misschien met haken en ogen aan elkaar, maar als er voor een twijfelaar als ik een ding zeker is, dan is het wel dat ze niet in steen gehouwen is. Panta rei, inderdaad.

Inwendige levensbeschouwelijke worsteling

Ik vind mijn eigen worsteling weerspiegeld en versterkt in de media, waar al een paar dagen een verbale strijd woedt over het voorstel van Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs. Hij wil moslimleerlingen meer ruimte geven in ‘zijn’ scholen. Een moedig voorstel dat ik een warm hart toedraag, maar dat eens te meer een inwendige levensbeschouwelijke strijd blootlegt. Misschien dat ik het net daarom wel zo sympathiek vind. Want al twijfel ik meer dan Etienne Vermeersch over het al dan niet bestaan van God, ik ben het helemaal met hem eens als hij stelt dat ieder mens ongeacht de waarden en wereldvisie die hij van thuis uit meekrijgt, uiteindelijk autonoom zijn – al dan niet godsdienstige – levensvisie moet opbouwen. En dat je dat proces niet bevordert door van bij de start een bepaalde godsdienst of levensvisie op te dringen.

Levensbeschouwelijke apartheid

Oh ja: of je nu voor godsdienst of voor zedenleer kiest, in beide vakken maken kinderen ook kennis met andere godsdiensten en levensbeschouwingen. Maar wel nadat ze netjes gescheiden zijn van de kinderen wiens ouders op het formulier een ander vakje aangeduid hebben. Levensbeschouwelijke apartheid in scholen die zichzelf neutraal noemen dus. Hadden we onze zoon dan toch naar een katholieke school moeten sturen waar christenen, moslims en joden samen in de klas het Onze Vader leren bidden?

Patrick Loobuyck, moraalfilosoof die in een vorig leven godsdienstwetenschappen studeerde, pleit voor één levensbeschouwelijk schoolvak voor alle leerlingen in alle netten. Hij wil dat vak Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie , kortweg LEF dopen. Alle kinderen leren samen in één klas wat goed en kwaad is en maken kennis met alle levensbeschouwingen. Dat klinkt aantrekkelijk. Alle Menschen werden Brüder en we hoeven ons seculiere post-christelijke hoofd niet meer te breken over formulieren waarop je maar één vakje mag aankruisen.

Alle kinderen leren samen in één klas wat goed en kwaad is en maken kennis met alle levensbeschouwingen. Dat klinkt aantrekkelijk.

Al heeft KU Leuven rector Rik Torfs wel een punt als hij stelt dat zo’n vak niet zo neutraal is als Loobuyck wil laten uitschijnen omdat het vertrekt vanuit een seculiere maatschappijvisie. Ook zijn vrijzinnige vrienden zien overigens weinig heil in het voorstel van Loobuyck, lees ik in UVV-info, het magazine van de Unie Vrijzinnige Vereniginigen. Want er bestaan geen levensbeschouwelijk neutrale leerkrachten die zo’n neutraal vak op neutrale wijze kunnen geven. Maar geldt dat niet voor elk vak en elke leerkracht? Is een vak als geschiedenis met bijbehorende leerkracht politiek neutraal? Ik herinner me hoe mevrouw P., leerkracht godsdienst in het zesde jaar, lesgaf over Marx, Nietzsche en Feuerbach. Personages die ik niet meteen in het rooms-katholieke kamp zou situeren. Hun visie strookte niet met het geloof van mevrouw P. Maar dat was niet erg, integendeel. Zolang ze maar een duidelijk onderscheid maakte tussen de visie van haar geliefde filosofen en haar mening daarover.

Levensbeschouweljke grammatica

Het is geen goed idee om levensbeschouwelijke geletterdheid alleen over te laten aan de zuilen. Niet omdat ze er geen kaas van gegeten hebben. Wel om kinderen een gemeenschappelijke levensbeschouwelijke grammatica bij te brengen die hen toelaat om in dialoog te gaan met (kinderen met) andere levensbeschouwingen. Samen in één klas, dat spreekt. En als het even kan met gastcolleges van Patrick Loobuyck en mevrouw P.

Vanmorgen heeft Hugo zijn levensbeschouwing gemeld aan de turnjuf. Ze heeft zijn formulier in dank aanvaard en op de juiste plek in het kastje van de juf gelegd. Ongetwijfeld een glorieuze start van Hugo’s levensbeschouwelijke ontwikkeling.

Karen Cornelis is een eeuwige twijfelaar met een communicatieverleden. Ze gelooft in de zelfmaakbaarheid van de dingen. Haar scheppingsdrang vindt voornamelijk een uitweg in voedsel, textielproducten en tekst. Ze maakte ook twee schepsels van vlees en bloed: Kamil (2,5) en Hugo (5). Om de glorieuze start van hun schoolcarrière van dichtbij mee te maken heeft ze zich een tijdje teruggetrokken uit de ratrace.  Wat er nog raast in haar hoofd, vertrouwt ze toe aan papier.
Beeld: Istock

Schrijf je reactie

3 reacties

Charlie geeft regelmatig het woord aan mensen die - net als wij - geen blad voor de mond nemen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen