Het zoontje van mijn neef
Een collega
De broer van een andere collega
Drie klasgenoten uit een training die ik recent volgde
De buurvrouw van mijn ouders
Twee tantes
Mijn grootmoeder die ik nooit heb gekend
De moeder van een van mijn beste vriendinnen
De zus van mijn schoonmoeder
De oma van mijn man
Mijn grootvader
De grootvader van mijn man
De vader van de beste vriend van mijn man
Mijn kapster
Mijn moeder
Kanker.
De machteloosheid bij dat vonnis is zo verpletterend. Je kan niks doén. Ik beleefde en ervoer die machteloosheid toen mijn moeder begin dit jaar leukemie kreeg. Liters en liters bloed heeft ze gekregen, steeds maar opnieuw. Ik heb mezelf toen plechtig beloofd om de rest van mijn leven ook bloed te geven. Het kost niets om dat te doen.
Omdat ik op dat moment zwanger was, kon het nog niet. Je moet wachten tot zes maanden na de bevalling. Binnenkort kan het wel. De datum staat al rozerood omcirkeld in mijn agenda.
Ondertussen bleef ik zitten met dat vretende gevoel dat ik niks wezenlijks kon ondernemen. Geld storten, ja. Er is veel geld nodig. Dus deed ik dat. Maar ik wou méér doen. Geld storten kost me geen moeite, de inspanning is miniem. Terwijl mijn moeder – en al die anderen – vreselijk veel moed opbrachten om te vechten, te strijden, te genezen, te overleven. En net zo met zij die wilden vechten maar niet meer konden. Te laat.
Geld storten kost me geen moeite, maar ik wilde iets doen voor al die mensen die vechten en strijden.
Bij de Kom op tegen Kanker acties deze herfst waren er sponsoracties waarbij je dan kon fietsen en lopen. Ik voelde me wat schuldig dat ik daar niet aan mee deed. Ik was in augustus bevallen van onze derde baby en het ging gewoon niet. Praktisch niet, maar fysiek al helemaal nog niet. Door de bloedarmoede na de bevalling zou het me energie gekost hebben die ik broodnodig had voor mijn baby en twee kinderen.
Mijn moeder verloor dit jaar al haar haren. Een extra vreselijk, moeilijk moment in een loodzware emotionele periode. Ik heb toen, eerlijk, heel even overwogen om mijn haar te doneren. Mijn moeder koos ervoor om geen pruik te dragen. Misschien is het idee daarom wat uit mijn gedachten gegaan. Mijn haar is héél lang. Mijn man hecht er nogal belang aan dat het lang blijft, en ik ook. En kort haar staat me niet zo. Ik ben ijdel, ja, en ik durfde niet. Tot ik mijn lijstje maakte.
Zo erg veel mensen. Mensen die vechten, mensen met angst voor het hervallen, mensen die er niet meer zijn, mensen die ik nooit heb gekend.
Hup, gebeld, afspraak gemaakt, man overtuigd, en doorgezet. Een goeie 35 cm voor het Geef-Om-Haar-Fonds van Think Pink vzw. Afgeknipt door mijn kapster – ja, die uit het lijstje! Ik ben trots dat ik het durfde, zo blij dat ik iets kon doen. Binnen vier jaar is mijn haar weer even lang als eergisteren en laat ik het terug knippen om het opnieuw te doneren.
Maak jij ook je lijstje?
3 reacties
Moedig artikel en zo herkenbaar. Ben ook fier op mijn kleindochter Chloé, die haar mooie lange lokken liet afknippen om haar oma Nederland, mijn moeder, en haar tante, mijn jongere zus, te steunen. Oma Nederland heeft de strijd uiteindelijk verloren, zus vecht nog altijd moedig door en heeft de medische deadline inmiddels overschreden, en Chloé spaart voor nieuwe lange haren. Al is het symbolisch (mijn moeder en zus verloren alleen bij de eerste kanker hun haar, bij het hervallen en nieuwe chemo niet meer) toch geeft het steun en kracht aan wie alles dreigt te verliezen, alles verliest, maar niet de liefde van wie achterblijft
Ontroerend mooi
Dit verhaal blijft me ontroeren, niet omdat ik in de hoofdrol meespeel maar bovenal om de moed van mijn dochter om haar haren te doneren. Nee, dit is niet zomaar een gebaar maar een weloverwogen keuze om uit de impasse van machteloosheid te geraken. Fijn dat je dit deelt Joba en dank aan Charlie!