Longread

Snelcursus discussiëren op internet zonder een klootzak (m/v) te zijn

Snelcursus discussiëren op internet zonder een klootzak (m/v) te zijn

Als een artikel dat je schreef veel gedeeld wordt, gebeuren er een aantal dingen. 1: Mensen zijn het met je eens en laten weten waarom. 2: Mensen zijn het niet met je eens en laten weten waarom. 3: Mensen noemen je een domme hoer.

De eerste twee vind ik zinnige toevoegingen, ze zijn immers de yin en yang van een goede discussie. De derde daarentegen vind ik een beetje een domper want je bereikt met deze reactie helemaal niets en iedereen vindt je een klootzak.

Omdat veel mensen het blijkbaar nogal moeilijk vinden om online hun mening te geven op een doeltreffende doch beschaafde manier heb ik de snelcursus ‘discussiëren op internet zonder een klootzak (m/v) te zijn’ in het leven geroepen. Daarbij heb ik de hulp ingeschakeld van internetspecialist Clo Willaerts, auteur van het boek ‘Altijd naakt: manage je identiteit online’. Laten we zoals het hoort beginnen met wat achtergrond.

Wat achtergrond

In een tijd waarin het volkomen sociaal geaccepteerd is om met je ene hand een Snap te versturen terwijl je met je andere je billen afveegt is het niet zo verwonderlijk dat ook het publieke debat zich grotendeels afspeelt op ‘Het Internet’. ‘Het Internet’ is specifieker vaak de comment-secties van Facebook, YouTube, Instagram, maar ook die op de websites van kranten en online magazines.

Voor wie niet weet waar de comment-sectie te vinden, volgt hier een korte routebeschrijving. Als je de hel binnenkomt zijn er zoals je waarschijnlijk wel weet negen cirkels. De buitenste zeven zijn waar allerlei misdadigers, zoals ontvoerders, moordenaars en dieven heengaan. De binnenste cirkel is gereserveerd voor mensen die met één auto twee parkeervakken bezetten en mensen die hun telefoon aan laten staan tijdens een film en die dan bij het afgaan van de telefoon een Crazy Frog ringtone blijken te hebben. Blijft nog over: de tweede cirkel, en dát is nu precies waar de comment-sectie zich bevindt. Best die te vermijden dus, maar dat is nog niet zo makkelijk.

Er kan geen artikel online worden gezet of er ontketent zich een ware oorlog onder.

Wij mensen hebben nu eenmaal de neiging om over werkelijk alles een mening te vormen en onszelf er dan van te overtuigen dat de wereld die moet horen, of het nu gaat om een filmpje van een baby die voor het eerst een augurk eet of om een opiniestuk van een terrorisme-expert. Dankzij het internet kún je ook daadwerkelijk met een simpele druk op de knop je mening de wereld in slingeren. Dit is heel positief, want het bevordert het collectieve empathische vermogen van de mensheid waardoor iedereen elkaar nu respecteert en er nergens op de wereld meer oorlog is (note to self: niet vergeten dit te fact-checken voor ik dit artikel instuur).

Met de komst van social media is het publieke debat dus veel toegankelijker geworden, maar dat kent ook zo zijn nadelen. Er kan geen artikel online worden gezet of er ontketent zich een ware oorlog onder. Vele van deze online discussies worden gekenmerkt door de afwezigheid van redelijke argumenten en een hoge aanwezigheid van agressie, persoonlijke aanvallen en racistische, seksistische of extremistische uitingen.

Dit is niet alleen iets waar bepaalde generaties of bevolkingsgroepen mee te maken krijgen. Directioners en Beliebers trekken elkaar de virtuele haren uit het hoofd en moeders die op een mamaforum discussiëren over borstvoeding versus flesvoeding laten ook geen spaan van elkaar heel. Om nog maar te zwijgen over mensen die video’s maken over veganisme of politieke issues.

troll2

Dat brengt mij tot de hamvraag: is het mogelijk om je te mengen in een online discussie op een volwassen manier met respect voor anderen? Jazeker, als je deze gratis snelcursus ‘online discussiëren zonder een klootzak (m/v) te zijn’ volgt. Het enige dat je hoeft te doen is na het typen van je reactie en voordat je op ‘publish’ klikt, de volgende stappen doorlopen:

1. Vraag je af: heeft dit zin?

Ik ben nogal fan van het gezegde ‘pick your battles’. Dat wil zeggen dat je niet de hele dag ruzie kunt maken en overal tegenin kunt gaan en dat je je boosheid en energie dus beter kunt bewaren voor dingen die er echt toe doen. Als je dus denkt dat er daadwerkelijk iets te winnen valt, dat het onderwerp heel belangrijk is, dat je goede argumenten hebt en dat de andere deelnemers aan de discussie ook openstaan voor die argumenten, ga dan vooral je gang. Zo niet: lekker laten zitten.

2. Vraag je af: kan ik hier iets aan toevoegen?

Er zijn mensen die een discussie induiken omdat ze een duidelijk, goed onderbouwd standpunt innemen over het onderwerp en andere mensen daarmee informatie of stof tot nadenken kunnen bieden. Er zijn ook mensen die gewoon het eerste het beste dat in hen opkomt (denk ‘Vol is vol!’ en ‘Daar moet een piemel in!’) de discussie in slingeren, gewoon omdat het kan en ze even mee willen doen. Vraag je dus goed af: voegt wat ik wil zeggen iets toe aan de discussie? En is hetzelfde nog niet door tien andere mensen gezegd?

3. Wees je ervan bewust dat je niet zomaar alles kunt zeggen zonder gevolgen.

Het internet is zeker een stuk anarchistischer dan de ‘echte’ wereld, maar dat wil niet zeggen dat er geen regels zijn en je zomaar alles kunt zeggen. Vraag dat maar aan de twaalf reaguurders die vervolgd werden omdat ze op de Facebookpagina ‘Steun de PVV’ hadden opgeroepen tot het in brand steken van moskeeën. De beheerder van de pagina had een artikel gedeeld over moskeeën die in brand waren gestoken in Zweden. Volgers reageerden daarop met reacties als ‘moeten ze hier ook doen maar dan wel tijdens hun gebed opruimen die hap’ en ‘Te beginnen vanaf morgen… een landelijke brandbommendag tegen moskeeën’. Nu is dit een vrij extreem geval, maar vrijwel elke vrouw met een notabel volgersaantal is wel eens bedreigd met verkrachting of een hoer genoemd. De politie neemt dat steeds serieuzer. Naast het risico op strafrechtelijke vervolging kan het spuien van je gal op internet ook sociale en professionele gevolgen hebben. Clo: “Het helpt om te onthouden dat alles wat je intypt, publiek gemaakt kan worden. Ook als je iets verwijdert, kunnen er al screenshots van bestaan”. Juist, en je wilt niet dat je (toekomstige) werkgever die vindt.

4. Speel op de bal, niet op de man

Als iemand je standpunt aanvalt, is het soms moeilijk om dat niet persoonlijk op te nemen. Evenals het soms moeilijk is om de walrussnor van die man die vindt dat vrouwen in de keuken thuishoren niet bij het gesprek te betrekken. Hij hangt er tenslotte zo uitnodigend bij en lijkt te schreeuwen: ‘DRIJF DE SPOT MET MIJ! IK BEN EEN GEVOELIG PUNT!’ Daar schiet je echter weinig mee op, want het ontspoort de hele discussie. Passieve agressie en defensief gedrag zijn evenmin nuttig. Clo heeft een professionele oplossing om jezelf hiervan te weerhouden. “Probeer zelf niet te gaan haten. Dus niet antwoorden met ‘Let me google that for you’ of ‘Wat vindt je vrouw Ellen daarvan?’ Zelf gooi ik liever iets fysieks tegen de muur en dan gaat het meestal alweer beter.”

5. Ignore the trolls

En dan zijn er natuurlijk nog die mensen die het bloed onder je nagels vandaan halen en zich van al deze regels niets aantrekken. Het is namelijk hun doel om een klootzak te zijn op het internet: zogenaamde trolls en haters. Clo: “Er mogen nog zo veel etiquetteregeltjes opgesteld worden, uiteindelijk vindt een troll altijd een manier om je uit je tent te lokken. Zoals een peuter van twee jaar, teren ze op aandacht. Positief of negatief, dat maakt hen niet uit. Ik heb zelf wel eens een paar trollen opgezocht en op hun gedrag aangesproken. Het waren zonder uitzondering allemaal onopvallende stille binnenvetters. Anderen provoceren met hun reacties is hun ‘claim to fame’. De fout die ze daarbij maken is echter dat ze aandacht met affectie verwarren. Een belangrijk aspect van haters is het schild waarachter ze zich verstoppen. Vandaar dat het erger is op platformen die geen real identity afdwingen, zoals comments op nieuwssites, Twitter, forums enzovoort. Facebook lost dit beter op, door de verschillende gradaties van blocking die je kan doorvoeren.” Niet iedereen die het met je oneens is is natuurlijk een hater, waarschuwt ze wel. “Ik heb een stuk of 4000 Facebookvriendjes en om niet gek te worden ben je bijna verplicht een paar keer per week een hygiëne-oefening door te voeren. Helaas loop je dan het risico dat je in je eigen happy zelfbevestigende bubbel van gelijkgestemden terechtkomt.”

6. Bewaar rants voor op je blog

Als je het gevoel hebt dat je met enkel reageren niets bereikt, overweeg dan eens een blog te beginnen. “Dance like nobody’s watching. Dat doe ik op mijn blog,” zegt Clo. “Daar bewaar ik dingen zonder rekening te houden met een publiek. Op die blog kan dat want het is duidelijk mijn hof.” Een blog is een plaats waar je je mening over van alles en nog wat kunt geven zonder dat je er de tijdlijn van andere mensen mee volspamt. Iedereen kan immers zelf kiezen of hij het wel of niet wil lezen. Als je dus met veel boosheid en frustratie over een issue zit, is het soms beter om er op je gemakje een goed doordachte blogpost over te schrijven, dan je af te reageren op indivuele social mediagebruikers in een escalerende virtuele discussie.

Zo makkelijk kan het dus zijn. Als iemand me naar aanleiding van dit artikel graag een domme hoer wil noemen, je weet de comment-sectie te vinden en ik zit ook op Twitter, Facebook en Instagram. Ik kan niet wachten.

troll3

Foto’s: Istock

Schrijf je reactie

3 reacties

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen