Interview

“Het is simpel: maak een goed verhaal”

Onderkop: 10 vragen aan twintigers over de toekomst van de journalistiek

“Het is simpel: maak een goed verhaal”

Terwijl de debatten over de toekomst van de media vaak gevoerd worden door Belangrijke Mijnheren in dure pakken, willen wij de vraag graag stellen aan de volgende generatie: meisjes en jongens die geen wereld kennen zonder internet en gebeten zijn door nieuws en media. Van een pas afgestudeerde student journalistiek tot de jongste hoofdredacteur van Vlaanderen. Vandaag Simon Demeulemeester.

Simon Demeulemeester, 29, redacteur bij Knack. 

1. Welke kranten & magazines lees je? Kijk je tv, luister je radio?
“Alles wat in Vlaanderen gedrukt wordt, bekijk ik met bovengemiddelde interesse. Daarnaast de internationale media die iedereen boeiend vindt.

De radio staat aan van zodra dat kan. Enkel wat televisie betreft ben ik een typisch exemplaar van deze generatie: ik bekijk zelden nieuwsuitzendingen of duidingsprogramma’s live of volledig. Ik check ze gefragmenteerd online.”

2. Hoe lees je ze? En waar (trein, wc, in de zetel enz)?
“Ik ben dol op papier: kranten en magazines dus op een geperst stukje boom, graag. Maar natuurlijk lees ik het gros op mijn smartphone: ’t is handig, gaat snel en het aanbod is er op het moment dat je het wil. Radio is een bondgenoot in de steeds deprimerende strijd tegen files.”

3. Wat mis je zelf in het aanbod?
“Weinig qua kwantiteit. Er is heel veel aanbod, daar mankeert het niet aan. De kwaliteit van onze media vind ik ook meer dan goed, ik begrijp het vele geklaag vaak niet goed. Ja, soms staan er onnozele stukken in de krant of een blad. En ja, we willen allemaal meer stukken zoals Joseph Roth ze schreef. Maar wie echt goeie stukken wil lezen, kan dat. Je moet ervoor betalen, maar dat lijkt me meer dan logisch. Wie goed wil uit eten gaan, doet dat ook niet gratis.” 

4. Waarvan is er te veel?
“Meningen over de media.”

Voor echt goeie stukken moet je betalen, dat lijkt me meer dan logisch. Wie goed wil uit eten gaan, doet dat ook niet gratis.

5. Wanneer is media op z’n best? / Welke nieuwe ontwikkelingen maken jou enthousiast?
“Ik ben niet de man van de grote theorieën over de omwentelingen in onze branche. Als hoofdredacteur van Knack.be bekeek ik dat nuchter: we moeten goede – soms steengoede – stukken maken en die zo goed mogelijk verkopen. Ik werd wel enthousiast van bescheiden experimentjes met longreads: zonder al te veel toeters, bellen en hocus pocus maakten we zeer goede leesstukken, die zeer gretig werden opgepikt en – naar de cijfers ons leerden – ook effectief werden uitgelezen. Dat opent zoveel perspectieven voor een simpele insteek: maak een goed verhaal.”

6. Hoe zie jij het gebruik van media evolueren? Is print dood?
“Print is niet dood, online is niet de doodsteek van de journalistiek. Wat een hysterisch gedoe. Ik hoop dat we onze historische vergissing – nieuws/journalistiek is gratis – kunnen rechtzetten en de lezers diets maken dat voor goeie stuff nu eenmaal betaald moet worden. Wie dat niet inziet, moet maar zelf een ticket boeken richting Mosul om daar zelf te gaan checken hoe het offensief tegen IS vordert. We moeten de lezer heropvoeden: wij investeren veel tijd, geld en energie in goede stukken. Honoreer dat dus ook.

Het is toch een eigenaardige tegenstelling: enerzijds dat geweeklaag over ‘DE MEDIAS’, het ‘einde van de onafhankelijke journalistiek’ en ‘vroeger, dat waren nog eens gazetten’ en anderzijds zijn weinig mensen bereid om te betalen en zo een garantie te bieden op kwaliteit.” 

7. Welke rol heeft de overheid om media te ondersteunen of controleren?
“Dat ligt moeilijk. Controle moet er alleszins niet zijn van de overheid, die taak is weggelegd voor de rechterlijke macht. De overheid moet vooral – en misschien alleen maar – de randvoorwaarden creëren waarin de media kunnen floreren en als vierde macht kunnen opereren. Er vallen boeiende discussies te voeren over een openbare omroep of – in eigen boezem kijkend – de steun voor de distributie van kranten en magazines.”

Print is niet dood, online is niet de doodsteek van de journalistiek. Wat een hysterisch gedoe.

8. Hoe zie jij de interactie tussen lezer en medium het liefst – welke vormen gaat dit aannemen denk je? / Betrek je je lezers bij je artikels en zoja hoe?
“Met manieren. Dat lijkt de lat laag leggen, maar is het niet. Ik probeer altijd respect te hebben voor de lezer. Al was het maar omdat het voor een deel dankzij haar/hem is dat wij elke maand onze pree krijgen. We moeten hem/haar dus niet als idioot behandelen en de kritiek die van daar komt met dedain behandelen.

Maar kritiek waarin ‘regimepers’, ‘POCOS!!!’ of “objectiviteit” (met vette aanhalingstekens) voorkomt: die laat ik van me afglijden als water van een eend. We hadden afgelopen zomer een reeksje ‘Schrijf daar eens iets over’ op Knack.be. Elke journalist krijgt dat zinnetje meermaals te horen. Ann Peuteman van Knack nam de handschoen op: zij kreeg tientallen mails en daar pikten we prikkelende, relevante en verrassende verhalen, besognes of bedenkingen uit. Dat leverde zeer goede columns op – en tevreden lezers. Zo kan het dus ook.

Ik kijk weinig in de fora en reageersecties, omdat die zelden een meerwaarde hebben. Een beperkte groep komt er kicken op het eigen grote gelijk en frustraties aftikken. Goed, het houdt ze misschien van straat. Maar dat doet een vergeetput ook.

Lezers kan je beter betrekken door hen te vragen naar expertise, naar mensen die iets zinnigs kunnen bijdragen aan een verhaal. Zo kan je weleens een oproep doen op sociale media. Daar krijg je weleens goede antwoorden op, zoals bleek uit onze reeks ‘Schrijf daar eens iets over’.” 

9. Wat zou jij doen als je eindbaas was van een krant of mediahuis?
“Hetzelfde als wat ik deed als eindbaas van Knack.be: hameren op goede journalistiek. De soms moeilijke keuze – want duur, niet evident, gewaagd… – maken voor kwaliteit in plaats van veel bereik of trafiek. Van alle cijfers die werden bijgehouden was ik vooral geïnteresseerd in de leesduur. Als die steeg – wat het geval is, hoera! – dan was ik zeer blij. Dat betekent dat je de lezer meetrekt in een stuk, dat je voor haar/hem relevant bent en de lezer weet te raken. Dat is iets helemaal anders dan blind schrijven ‘wat de mensen willen lezen’. Ik geloof daar niet in. Journalisten hebben een bepaalde kijk op de wereld, en we moeten zorgen dat die boeiend, prikkelend en eerlijk is. Dat uit zich in een heilige scheidingsmuur tussen feiten en opinies, bijvoorbeeld. Als je dat doet, dan volgt de lezer wel.”

Vorm niet te snel je mening en heb vooral niet het idee dat je over alles een mening moet hebben, laat staan die de wereld in sturen.

10. Jouw estafettevraag van de vorige in de rubriek (freelance journaliste Wided Bouchrika): Zijn er topics die je niet durft aan te raken als journalist?
“Uit enkele pittige redactievergaderingen onthoud ik hoe moeilijk genderdiscussies kunnen zijn. Ooit viel – provocatief weliswaar – de zinsnede: ‘Geen baarmoeder, geen mening’ in een discussie rond abortus. Ik zat meteen op mijn paard, als vader, maar ook als journalist. De discussie kletterde, maar heeft me veel geleerd. Vooral bescheidenheid: vorm niet te snel je mening en heb vooral niet het idee dat je over alles een mening moet hebben, laat staan die de wereld in sturen.

Als je ‘durven’ letterlijk interpreteert: ik heb zeer veel bewondering voor onderzoeksjournalisten die het culot hebben om over de maffia en andere georganiseerde misdaad te schrijven. Dan sta je pas in de vuurlinie. Da’s nog wat anders dan eens een stout zinnetje over een parlementslid in je stukken smokkelen. En natuurlijk collega’s in landen waar persvrijheid een eerder rekbaar begrip is.”

En dan nog de bonusvraag! Volgende week zijn de dames van Dipsaus aan de beurt, een podcast door en vrouwen van kleur. Wat zou je hem willen vragen?
“Hoe verklaren jullie dat de podcast zo’n comeback maakt? Bij de opkomst ervan zakte de populariteit snel terug. Ligt dat aan technologische of maatschappelijke factoren (is een bepaald publiek op leeftijd gekomen, kapitaalkrachtiger geworden…)?”

 

 Lees hier alle interviews in de reeks Jonge Mediamakers

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen