Opinie

Slachtoffer is geen vies woord

Slachtoffer is geen vies woord

Vandaag is het de Internationale dag tegen racisme en discriminatie. Redactrice Dalilla roept mensen met een migratie-achtergrond op om zich vooral niét monddood te laten maken. Want wie slachtoffer is, heeft recht van spreken. Vandaag en alle andere dagen.

Ik ga iets doen wat ik gewoonlijk vermijd: ongenuanceerd zijn en voor even meegaan in een wij/zij-verhaal. Wat ik te zeggen heb, op deze International day for the elimination of racial discrimination, is namelijk gericht aan degenen onder ons met een migratie-achtergrond. Het is gericht aan wie een andere huidskleur heeft, aan wie tussen twee culturen opgroeide, wiens roots ver buiten België liggen. Blanke Vlaming, witte medemens, wees welkom verder te lezen, maar weet dat deze tekst niet voor jou geschreven is en niet aan jou gericht is (ik zie je daarom niet minder graag, rustig maar).

Zolang ik me kan herinneren krijgen wij – mensen met migratie-achtergrond dus – tegenstrijdige boodschappen over racisme. Thuis, op school, in de media, van politici. Enerzijds moeten we voor onszelf opkomen als we gediscrimineerd worden. Want hoezo, dat is je overkomen en je hebt niets gedaan? Er wordt ons verteld dat België een hele goede discriminatiewet heeft, dus als er sprake is van échte discriminatie of van écht racisme, dan moeten we het melden en wordt het zeker bestraft. Niet bij de pakken neerzitten, maar gebruik maken van je rechten. Dat is de eerste boodschap die we van jongs af aan meekrijgen.

“Er wordt zelden verteld dat het bijna onmogelijk is je recht te halen, tenzij het racisme dat je meldt zwart op wit geschreven staat.”

Er wordt niet bij verteld hoeveel weerstand je moet overwinnen om tout court voor jezelf op te komen. Er wordt niet bij verteld hoe vaak je verhaal gecheckt, gedubbelcheckt, getriplecheckt zal worden. Er wordt niet bij verteld dat het bijna onmogelijk is je recht te halen, tenzij het racisme dat je meldt zwart op wit geschreven staat (en dan nog), of gefilmd werd (en zelfs dan nog), of door een blanke medemens wordt bevestigd en aangeklaagd. En er wordt ook geen rekening gehouden met onze persoonlijkheden: misschien zijn we wel verlegen of gaan we conflicten liever uit de weg. Iedere mens is anders en gaat anders om met racisme en ander onrecht.

In theorie ben ik het natuurlijk eens met de boodschap: racisme en discriminatie moeten aan het licht worden gebracht. Het is de ‘anderzijds’ waarover ik het, vandaag in het bijzonder, wil hebben. De tweede boodschap. Dat is deze: de boodschap dat we niet in een slachtofferrol mogen kruipen. Wat er in onze levens misloopt, mogen we vooral niet proberen toeschrijven aan discriminatie of racisme. Doe normaal zeg. We hebben dezelfde kansen gekregen als iedereen in dit land; we konden studeren, hadden eten in de maag en kleren aan het lijf, of niet soms? Wie werkloos is, krijgt gratis geld van de staat. Naar hier komen, of allez ja, het nageslacht zijn van iemand die naar hier kwam, en dan nog klagen en zagen! Oh en wie succesvol is geworden, een goeie baan heeft, die moet al helemaal zwijgen, want hey ‘het is jou gelukt, dus wat is dan het probleem’. Denk je dat het voor alle blanke mensen altijd simpel is in het leven? Niet klagen dus, get over yourself.

“De boodschap dat het wel mooi is geweest met het aankaarten van racisme en discriminatie, wint aan populariteit.”

Ik heb het gevoel dat die tweede boodschap aan populariteit wint. Het signaal dat het nu onderhand wel mooi is geweest met het aankaarten van racisme en discriminatie (hoewel je het wel moét aanklagen als het écht is he, niet vergeten!) en we moeten stoppen met ‘het slachtoffer uithangen’. Dat verhaal wordt door politici verkondigd en het is ook de meest voorkomende reactie op eender welk artikel online waarin iemand (hoe genuanceerd ook) probeert discriminatie of racisme bespreekbaar te maken. Het is de reactie die ik zelf het vaakst krijg.

Daarom richt ik me vandaag tot jullie, jullie die wel eens het slachtoffer worden van racisme, van discriminatie. Want dat is geen vies woord: slachtoffer.

Een slachtoffer is iemand die iets werd aangedaan, een benadeelde. Als je gediscrimineerd wordt omdat je er anders uitziet dan de meerderheid, of omdat je een exotische naam hebt, dan ben je op dat moment een slachtoffer van discriminatie. En als je daar dan, zoals je geleerd hebt, tegen reageert en je ertegen verzet, dan is dat niet meer dan normaal.

Iemand die ‘in een slachtofferrol kruipt’, doet net het omgekeerde. Iemand die in een slachtofferrol kruipt, is iemand die een soort hypothetisch leed gebruikt om zelf geen actie meer te moeten ondernemen. Bijvoorbeeld iemand die er op voorhand van uitgaat dat ‘die buitenlanders toch alle jobs krijgen’ en daarom niet meer actief op zoek gaat naar werk. Bijvoorbeeld iemand die ‘het OCMW van de wereld niet wil spelen’ en daardoor stopt mensen in nood te helpen. Dat zijn types die in een slachtofferrol kruipen.

“De dag dat we stoppen met strijdbaar zijn, is de dag dat we in een slachtofferrol kruipen.”

Laat je niets wijsmaken, medemens met kleur: racisme en discriminatie aankaarten en aanvechten, heeft niets te maken met ‘in een slachtofferrol’ kruipen. Integendeel. Het is je slachtofferschap ombuigen tot positieve actie. Het getuigt van kracht en weerbaarheid, van positiviteit in plaats van gelatenheid, van optimisme in plaats van pessimisme. De dag dat we stoppen met strijdbaar zijn, de dag dat we stilzwijgend aanvaarden dat we best niet teveel klagen, want ‘we hebben het hier toch ook wel goed’, dat is de dag dat we in een slachtofferrol kruipen.

Ik besteed echt maar een heel, héél klein deel van mijn tijd aan klagen. Ik probeer het te beperken tot een absoluut minimum. Maar eender welke vermelding van racisme of discriminatie werkt als een rode lap op een stier bij sommigen en wordt sowieso als klagen weggezet. Dus vandaag zeg ik: screw it. Vandaag roep ik jullie op om je vooral niét monddood te laten maken. Laat ze maar praten over die slachtofferrol. Als we echt gaan voor ‘The elimination of racial discrimination’, dan zullen de slachtoffers moeten blijven spreken.

 

Foto: Harvey Bouterse

Schrijf je reactie

1 reactie
  • DE GEBELGDE BELG says:

    De eerste neger die ik persoonlijk tegenkwam was in Parijs in 1984. In de kelder van een hotel waarin ik verloren was gelopen. Ik hoorde stappen op mij toekomen en ik verschoot nogal toen ik hem tegenkwam. Maar hij was erg lief en holp me terug op weg.

Dalilla Hermans is geboren in Rwanda en geadopteerd. Ze heeft er haar missie van gemaakt om racisme en discriminatie bespreekbaar te maken en aan te pakken. Ze schrijft regelmatig stukken over dit thema voor Charlie en heeft een tweewekelijkse column in De Standaard. In 2017 kwam 'Brief aan Cooper en de wereld' uit bij Manteau, een autobiografisch boek met een scherp maatschappijkritisch randje. In 2018 leverde ze een bijdrage aan de bloemlezing "Zwart -Afro-europese literatuur uit de Lage Landen". Later dat jaar verscheen bij Davidsfonds haar kinderboek "Brown Girl Magic". In 2019 verscheen de thriller "Black-out" (uitgegeven bij Horizon), haar eerste fictieboek voor volwassenen. Vanaf september 2019 is Dalilla seizoensdenker van Concertgebouw Brugge en momenteel schrijft ze ism Mungu Cornelis de monoloog 'Epiphany' die later dit jaar in première gaat bij NTGent.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen