Boekenclub

“Wat ooit onaanvaardbaar was, begint opnieuw voet aan de grond te krijgen”

Charlie leest: 'Superior' van Angela Saini

“Wat ooit onaanvaardbaar was, begint opnieuw voet aan de grond te krijgen”

In Charlie’s boekenclub gaat redactrice en litlover Selma op zoek naar auteurs en boeken die je moet kennen. Dit keer praat ze met wetenschapsjournalist Angela Saini over haar nieuwe boek ‘Superior’, waarin ze de strijd aanbindt met rassenwetenschap. Foto: Rainer Niermann

Angela Saini heeft een missie: afrekenen met gedateerd en gebrekkig wetenschappelijk onderzoek dat onze blik op de wereld blijft bepalen. Vorig jaar spraken we met haar over ‘Ondergeschikt’, het boek waarin ze de subjectieve blik van de wetenschap op vrouwen ontmaskerde. Deze week verschijnt haar nieuwe boek ‘Superior’, waarin ze rassenwetenschap onder de loep neemt. En dat is geen moment te vroeg, nu politici die geloven in ‘eigen volk eerst’ in heel Europa stemmen trekken.

Hoewel vandaag opnieuw populair, gaat de overtuiging dat er zoiets bestaat als ras en dat dit een indicator voor intelligentie of beschaving zou kunnen zijn, al eeuwen terug. “In de negentiende en achttiende eeuw vind je al sporen van wetenschappelijk racisme”, zegt Angela Saini. “In die tijd vroeg men zich af of er verschillende menselijke rassen of zelfs soorten waren. Toen Charles Darwin met zijn evolutietheorie kwam, probeerden andere denkers die theorie aan ras te koppelen: ze dachten dat bepaalde rassen minder ver geëvolueerd waren dan anderen. Darwin onderschreef die opvatting niet, maar anderen gebruikten zijn ideeën om hun eigen raciale vooroordelen te bevestigen.”

“Het idee van ras is altijd politiek geweest en werd gebruikt om slavernij en kolonialisme te verdedigen.”

De eerste ideeën over ras werden, net zoals opvattingen over biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, gevormd in een fundamenteel ongelijke wereld. Wetenschappers dachten dat de verschillen die ze om zich heen zagen natuurlijk waren en namen niet in overweging dat ze ook sociaal, cultureel en politiek konden zijn. Ze dachten bijvoorbeeld dat vrouwen van nature minder intelligent waren en daarom geen rol speelden in het publieke leven, maar namen daarbij niet in overweging dat vrouwen geen toegang hadden tot onderwijs en het beroepsleven.

Iets vergelijkbaars is er aan de hand met hun ideeën over ras, zegt Angela Saini. “Als je in de negentiende eeuw een Europese wetenschapper was, dan leefde je in een wereld waarin mensen gedood werden omwille van hun huidskleur of woonplaats. Zoals de Native Americans of Aboriginal Australiërs, die uitgeroeid werden omdat ze als inferieur gezien werden. De kolonisatie van India, het land waar mijn ouders vandaan komen, werd goedgepraat met het idee dat de bevolking minder geciviliseerd was dan de witte Britten.”

“Het is pas relatief recent dat we zijn gaan kijken naar de sociale en historische redenen voor ongelijkheid.”

“De wetenschappers leefden in een wereld van slavernij, waarin het door velen als perfect acceptabel werd gezien om bepaalde groepen te onderwerpen. Het is alleen achteraf dat we kunnen zien dat dit racistisch was”, aldus Saini. “Het is pas relatief recent dat we zijn gaan kijken naar de sociale en historische redenen voor ongelijkheid. Destijds dachten de meeste wetenschappers daar niet over na, een paar uitzonderingen daargelaten. Zoals de Brit Alfred Russel Wallace, die tegelijk met Darwin de evolutietheorie bedacht, en inzag dat zulke ideeën niet juist waren. Maar over het algemeen vormde men ideeën op basis van de wereld om zich heen, zonder die wereld zelf in vraag te stellen.”

Het idee van ras is bovendien altijd politiek geweest: prominente denkers gebruikten het om slavernij, kolonialisme, segregatie en genocide te verdedigen. Rassenwetenschap beleefde dan ook hoogtijdagen tijdens het nazitijdperk, maar wie denk dat het daar is achtergebleven, heeft het mis. Er zijn nog steeds mensen die geloven dat witte Europeanen een unieke reeks genetische kwaliteiten bezitten die ervoor gezorgd hebben dat zij de wereld economisch konden overheersen.

Er loopt een directe lijn van zulke oude ideologieën naar de retoriek van vandaag, zegt Angela Saini. “Na de Tweede Wereldoorlog werd het geloof dat verschillen tussen zogenaamde ‘rassen’ genetisch zijn, taboe. Maar wat ooit onaanvaardbaar was, begint opnieuw voet aan de grond te krijgen onder de noemers ‘academische vrijheid’ en ‘diversiteit van meningen’. Nu extreemrechtse en anti-immigrantengroepen opnieuw zichtbaar en machtig worden in Europa en de VS, komen ook in de academische wereld mensen naar buiten die hun controversiële politieke meningen voorheen voor zichzelf hielden.”

“Er zijn nog steeds mensen die geloven dat witte Europeanen een unieke reeks genetische kwaliteiten bezitten.”

Hoewel er een hernieuwde interesse is in hun opvattingen, blijft de gemeenschap van wetenschappelijk racisme relatief klein. De mensen in dit netwerk baseren zich op een handvol gebrekkige, oude onderzoeken. Het opsporen van hun werk was dan ook niet heel moeilijk, zegt Angela Saini. “Als je een paper gelezen hebt, die bijvoorbeeld beweert dat er een correlatie is tussen huidskleur, schedelomtrek en intelligentie, dan vind je via de referenties alle andere papers. Nieuw materiaal komt er nauwelijks bij, want in de reguliere wetenschap is er bijna niemand meer die fondsen verstrekt voor zulk onderzoek, zeker niet in de biologie. De mensen die zich hiermee bezighouden, werken allemaal samen. Sommigen zijn nu rond de 90 jaar oud en hebben nog gecommuniceerd met naziwetenschappers.”

In Superior verzamelde Saini hun papers en ontkrachtte ze die stuk voor stuk. Ze onderzoekt hun motieven, wijst de hiaten in hun onderzoek aan en legt het naast nieuw en beter onderzoek. “De basis voor hun bevindingen is zeer zwak en dat is makkelijk aan te tonen. De onderzoeken worden over het algemeen gepubliceerd in kleine wetenschappelijke tijdschriften en zijn niet peer reviewed. Mensen die actief zijn op dit vlak zijn vaak niet gekwalificeerd in de genetica of biologie, terwijl ze daar wel beweringen over doen. Vaak zijn het politieke wetenschappers of economen. Ze hebben dus geen echte wetenschappelijke kennis en hebben geen eigen onderzoek gedaan, maar gaan uit van heel oude, selectieve data”, zegt Angela Saini.

“Er zijn allerlei pseudo-wetenschappelijke websites die er legitiem en respectabel uitzien, terwijl ze dat niet zijn.”

Het probleem is echter dat je dat als leek niet altijd weet. Als een politicus dit soort informatie tweet, zoals in Nederland meermaals gebeurde door politici van Forum voor Democratie, hoe weet je dan wat daar de achtergrond van is? “Vaak lezen we zoiets zonder uit te zoeken hoe het echt zit. Daar rekenen extreemrechtse politici op”, zegt Angela Saini. “Het kan heel moeilijk zijn om aan iemand die minder bekend is met dit werk uit te leggen waarom een onderzoek zo gebrekkig is. Er zijn allerlei pseudowetenschappelijke websites die er legitiem en respectabel uitzien, terwijl ze dat niet zijn. Ze gebruiken wetenschappelijke taal, veel getallen en grafieken en laten het eruitzien als een wetenschappelijke publicatie. Tenzij je heel goed op de hoogte bent, is het moeilijk om uit te vinden wat echt is en wat niet – en nogmaals, dat is precies waar extreemrechtse politici op rekenen.”

‘Superior’ moet het gemakkelijker maken om de beweringen van politici die zich beroepen op rassenwetenschap te doorprikken. Als er een silver lining is in dit hele verhaal, dan is het misschien dat de hernieuwde populariteit van rassenwetenschap het makkelijker maakte voor Angela Saini om uitgevers te overtuigen dat dit boek gepubliceerd moest worden. Voor haarzelf was dat al veel langer een uitgemaakte zaak: “Toen ik technische wetenschappen studeerde, voerde ik campagne tegen racisme en begon ik daarover te schrijven voor de studentenkrant – dat is waarom ik journalist geworden ben. In dit politieke klimaat is een boek als ‘Superior’ belangrijker dan ooit, maar voor mijzelf is dit het boek dat ik altijd al heb willen schrijven.”

‘Superior’ is in het Engels gepubliceerd bij Penguin Random House en zal in september in het Nederlands als ‘Superieur’ verschijnen bij  uitgeverij Ten Have.
Lees ook het interview met Angela Saini over haar boek ‘Ondergeschikt’: “Er is bewijs dat de makers van de eerste grottekeningen vrouwen waren”

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen