Opinie

Waarom vrouwen niet aan geld geraken

En de zakenwereld dus snel moet veranderen

Waarom vrouwen niet aan geld geraken

De loonkloof wordt elk jaar een beetje meer gedicht, het aantal vrouwelijke ondernemers stijgt en er is steeds meer aandacht voor gendergelijkheid op het werk. Hoera! Toch botsen vrouwen in de zakenwereld nog vaak op hoge, dikke muren. Investering zoeken is bijvoorbeeld voor vrouwen knap lastig wanneer 90% van de venture capitalists mannen zijn. Ik praatte met enkele female founders over hun avonturen in de wereld van Blanke Mannen in Nette Pakken.

De zakenwereld is een mannenwereld. Bij elk netwerkevent en iedere belangrijke businessmeeting is het met een vergrootglas zoeken naar een vrouw of iemand met een kleurtje. De norm is blank, mannelijk en op leeftijd.

Toen ik mijn allereerste pitch van Charlie Magazine deed, zo’n twee jaar geleden, stond ik voor een jury die voor het grootste deel uit blanke mannen bestond. Na mijn verhaal over hoe vrouwen (én mannen) de stereotiepe rollenpatronen en onrealistische schoonheidsidealen beu zijn en hunkeren naar herkenbaarheid in het media-aanbod, nam een van de juryleden het woord. De meeste vrouwen zijn perfect gelukkig met hoe ze worden aangesproken, doceerde hij me. Hij had jarenlang veel geld verdiend in de reclamesector met het verkopen van dergelijke idealen aan vrouwen. De captain of industry wenste me veel succes en wuifde me weg. Een kleine 2 miljoen unieke bezoekers later vraag ik me af of hij soms nog aan me denkt.

Die feedback was tekenend voor veel van mijn verdere stappen in de zakenwereld. Het gevoel nooit helemaal begrepen te worden of voor vol aanzien te worden in een wereld waar blanke mannen de plak zwaaien en de regels installeren. Ik kan ondertussen een lijvig boek schrijven vol tenenkrullende anekdotes. Enkele weken geleden nog werd ik na een lezing gefeliciteerd door een wat oudere man. Dat hij genoten had van mijn verhaal, want ik had bewezen “dat vrouwen ook rationeel kunnen nadenken”. Raise palm. Insert face.

Op een ander ondernemersevent schoven collega Louise en ik aan bij enkele, jawel, blanke mannen van middelbare leeftijd. Of we de tafeltjes kwamen afruimen, vroegen ze gniffelend. “Sorry, macht der gewoonte”, kon het grijze heertje nog uitbrengen. Tja, daar zien ze ons niet snel terug. Their loss.

ondernemers

Op Het Grote Ondernemersontbijt in Antwerpen, georganiseerd door Unizo. Nee, er was geen dresscode afgesproken.

Je zou denken dat ik enkele scènes uit Mad Men bespreek. Niet dus. Als (jonge) vrouw boks je ook vandaag in het bedrijfsleven tegen zulke vooroordelen op. Maar je zet dapper door, doet koppig je ding en dat werpt zijn vruchten af. Je vindt een publiek en krijgt erkenning. Maar hoe hoger je klimt op de ladder, hoe moeilijker het wordt. Want wanneer je eindelijk klaar bent om mee te spelen met The Big Boys, wacht de allergrootste uitdaging: geld ophalen om van je startup een bedrijf te maken dat ook financieel meetelt. Want dat betekent een heleboel meetings met Belangrijke Mijnheren in Nette Pakken. En vaak ook een heleboel gesloten deuren.

In het artikel This is why female start-ups are getting nowhere with funding stelt onderneemster en oprichtster Alexandra Wilkis Wilson dat investeerders sneller zullen investeren in bedrijfjes die ze door en door begrijpen. En dat is moeilijker voor mannen en female-focused bedrijven. Zij hebben meer moeite om te doorgronden hoe vrouwen denken, wat hun noden zijn en hoe die specifieke markt in elkaar zit. Dit wordt bevestigd door onderzoek van Harvard: investeerders zijn geneigd om in mannelijke ondernemers te investeren, zelfs wanneer de pitch inhoudelijk gelijk is aan die van een vrouwelijke ondernemer.

Als je weet dat 90% van de venture capitalists mannen zijn, hebben bedrijven met een vrouwelijke focus of female lead dus een groot probleem.

Even voor de duidelijkheid en voor ik afgeschoten word als feminazi: ik heb niks tegen blanke mannen an sich, ik ben zelfs getrouwd met eentje. Enkele van onze trouwste supporters en meest waardevolle adviseurs hebben een lidkaart van de Blanke Mannen Club. Niet toevallig zijn dit mannen met een dijk van een vrouw naast (en niet achter) zich, of een tienerdochter of -zoon die gebaat zou zijn met een meer geëmancipeerde wereld. Het leuke aan hen is dat ze meer geïnteresseerd zijn in wat er tussen onze oren zit, dan wat er tussen onze benen zit.

Het probleem met blanke mannen is gewoon: ze zitten overal. En ze houden de beste plekjes bezet. In de politiek, in panels van actualiteitsprogramma’s en aan het hoofd van onze banken. In de Forbes top 100 van grootste tech investeerders zitten maar vijf vrouwen en geen enkele zwarte investeerder. Bijna alle burgemeesters in Nederland zijn blank en wit, kopte NRC begin dit jaar. De foto erbij spreekt boekdelen. Beyoncé mag nog zo mooi zingen dat girls the world runnen, de cijfers vertellen iets anders. 95% van alle CEO’s in de wereld zijn mannen, er zijn zelfs meer CEO’s die John heten dan er vrouwelijke CEO’s zijn. Iets minder dan 90% van alle staatsleiders zijn mannen. Alle wereldgodsdiensten worden geleid door mannen; weliswaar in lange jurken en gekke hoedjes, maar toch uitsluitend mannen. Vrouwen mogen dan wel stemrecht verworven hebben, we staan nog maar aan het begin van onze emancipatie.

middleaged men

Wanneer één homogene groep mensen zo goed als alle geld en macht in handen heeft en moet beslissen over hoe de wereld en zijn producten en diensten er zullen uitzien, lijkt me dat een groot probleem. Omdat – en dit is misschien een verrassing voor sommigen – die wereld niet enkel bestaat uit blanke mannen, maar ook uit vrouwen (51% om precies te zijn), jongeren en mensen van allerlei afkomst en culturen. Zij staan anders in de wereld, zullen andere producten en diensten nodig hebben en het accent leggen op andere dingen. Hun input is dus wenselijk, zo niet onontbeerlijk.

Wanneer één homogene groep mensen alle geld en macht in handen heeft en moet beslissen over hoe de wereld en zijn producten en diensten er zullen uitzien, is dat een groot probleem.

Bovendien hebben veel bossladies een andere manier van communiceren die vaak botst met die van de klassieke top dogs uit de zakenwereld. Zo vertelt ook Véronique Bockstal, co-founder van Wheatless and More. Samen met cofounder Lieve Van Limbergen is ze al een tijd op zoek naar investering om met haar bedrijf een volgende stap te zetten. “De wereld van de venture capitalists is nog steeds een mannenbastion. Het is niet gemakkelijk om je daar als vrouw tussen te wringen. We spreken bovendien een andere taal dan de meeste investeerders. Wanneer ik over mijn bedrijf praat, vertrek ik altijd vanuit de ontstaansreden van ons bedrijf: wat is ons vertrekpunt, waarom selecteren we net die producten, hoe denken we in termen van oplossingen voor klanten in plaats van in producten. Alles moet juist zitten. Een mannelijke investeerder zal in de eerste plaats willen weten wat de revenue streams en onkostenposten zijn en hoe er zo snel mogelijk aan winstmaximalisatie gedaan kan worden.”

Uiteraard vraagt een investeerder in de eerste plaats ‘Show me the money’, maar dat mag niet de enige reden zijn om een bedrijf te runnen, volgens Bockstal. “We kunnen niet om ons zorginstinct heen. Vrouwen zijn voorgeprogrammeerd, of we het nu leuk vinden of niet, om meer zorgend te zijn en op lange termijn te denken. En ook in het zakendoen komt dit naar boven. In mijn business speelt het gezondheidsaspect een cruciale rol. Je kan niet maar wat zitten aanmodderen met voeding voor wie allergisch of intolerant is. Onze eerste vraag is steeds: ‘Wordt de consument écht beter van dit product?’ En dat botst vaak met mannen die decennialang enkel profits voorop hebben gesteld.”

Een bedrijf met een mooie missie zonder winstmodel is geen lang leven beschoren, maar een bedrijf dat enkel teert op steeds grotere winsten maken, pleegt roofbouw op zijn werknemers en op de planeet.

Nochtans gaat ondernemen al een tijdje niet meer enkel en alleen over zoveel mogelijk winst genereren. De deeleconomie is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. En ook de betekeniseconomie, waarbij de maatschappelijke impact van een product of dienst belangrijker is dan de winstmaximalisatie, wint steeds meer terrein. (Jonge) mensen beginnen sociaal en duurzaam te ondernemen omdat ze beseffen dat het huidige kapitalistische systeem van overconsumptie en woekerwinsten niet goed is voor onze planeet en zijn bewoners. Niet toevallig hebben veel van de vrouwelijke ondernemers die ik de laatste jaren sprak, veel aandacht voor een duurzaam en eerlijk productieproces en het welzijn van werknemers én klanten. Of zoals, Veronique Bockstal het verwoordde, ze incorporeren het zorgende aspect in hun business. Een bedrijf met een mooie missie zonder winstmodel is geen lang leven beschoren, maar een bedrijf dat enkel teert op steeds grotere winsten maken, pleegt uiteindelijk roofbouw op zijn werknemers en op de planeet.

Eén TED-talk over de veranderingen in onze economie is me altijd bijgebleven. In New data on The Rise of Women (Wat een heerlijk titel trouwens! RISE, WOMEN, RISE!) vertelt journaliste Hanna Rosin hoe groot de impact is van die verandering op de man-vrouw verhouding in onze maatschappij. Van een economie die eeuwenlang draaide op productie en manufacturing zijn we geëvolueerd naar een diensteneconomie die draait op informatie en creativiteit. Die economie vereist andere skills, skills die vrouwen zich erg goed hebben eigengemaakt, zoals efficiënt informatie verwerken, open communiceren en samenwerken. Een ideale leider of manager was vroeger iemand die hiërarchisch dacht en zijn werknemers enkel opdrachten gaf. Vandaag is de ideale manager iemand die kan luisteren, die creativiteit kan aanmoedigen en die teams kan doen samenwerken, allemaal dingen waar vrouwen erg goed in zijn, aldus Rosin. Zij voorspelt een eeuw waarin vrouwen steeds meer het werkveld gaan overnemen, inclusief de leidinggevende functies.

Er zijn redenen zat om te investeren in vrouwen. Als we samenwerken, wint iedereen.

Ook de Amerikaanse venture capitalist Sonja Perkins voorspelt een shift in de zakenwereld de komende decennia. De helft van de bedrijven waarin ze met haar bedrijf Broadway Angels en haar Perkins Fund investeerde, had een vrouw als oprichter. Zij ziet veel hoop in de komende generatie. “The numbers are just going to get better. The young have the bias: they believe women can do it.”

(dit is het moment waarop je je vuist in de lucht steekt en ‘YES WE CAN!’ roept)

Uiteraard kunnen vrouwen het. Er zijn redenen zat om te investeren in vrouwen. Bedrijven met een gebalanceerd aantal mannen en vrouwen aan het hoofd, doen het beter dan bedrijven met enkel mannen aan het hoofd. Als we samenwerken, wint dus iedereen. Onderzoek wijst bovendien uit dat vrouwen die onder stress staan betere en meer overwogen beslissingen nemen dan mannen die onder stress staan. Ik kan hier nog een tiental onderzoeken opsommen, maar misschien is het efficiënter om gewoon een internationale memo rond te sturen: JUST TRUST US ALREADY, WE KNOW WHAT WE’RE DOING!

Om ervoor te zorgen dat vrouwen geraken op de plaatsen die ze ambiëren, is er dus een mentaliteitswijziging nodig bij investeerders. Zij zullen het lef moeten hebben om te geloven in mensen waarmee ze zich niet meteen kunnen vereenzelvigen, maar die wel onmisbaar zijn voor onze nieuwe economie. En ze zullen moeten investeren in bedrijven die anders zijn dan alle bedrijven die ze al kennen. Zodat onze nieuwe producten en diensten ontworpen worden door een heel scala aan verschillende mensen, in plaats van een selecte club van allemaal dezelfde mensen. En zodat de onderneemsters van morgen de investeerders worden van de toekomst. Bij de Female Founders Fund hebben ze het alvast begrepen.

Maar misschien moeten we ook de hand in eigen boezem durven steken, dames. Niet alleen om te checken op knobbeltjes, maar om onze angsten recht in het gezicht te staren. Want laten we eerlijk zijn (en nu spreek ik voor mezelf): soms doen we het in onze broek als we die zaal vol mannen moeten binnenstappen. We durven niet te veel tegenspreken omdat we bang zijn als ‘bitch’ bestempeld te worden. We liggen wakker van wat andere mensen van ons denken en hebben moeite om dingen los te laten. We willen alles perfect doen en zijn bang om te falen. “Dat wij het te goed willen doen, remt ons absoluut af,” zegt Bockstal. “We moeten dringend de 80/20-regel in ons DNA opnemen. Of zoals ondernemer Omar Mohout ons inprentte: ‘Done is better than perfect.’

We moeten dus wat meer op onze bek durven gaan en lak hebben aan wat mensen over ons denken. En wanneer we fouten maken, erop vertrouwen dat dit niks te maken heeft met het feit dat we vrouw zijn, maar des te meer met het feit dat we mens zijn. Want als we doorzetten, is het mogelijk.

“Vaak kreeg ik het advies ‘onderhandel wat meer als een man’. Maar dat deed ik niet. Trying to be a man is a waste of a woman.”

Startup collega Nadira Azermai haalde begin deze maand 1 miljoen euro op met haar bedrijf Scriptbook. Ik vroeg haar hoe ze dit voor elkaar kreeg. “In de pers lijkt het een prachtig succesverhaal, maar niemand weet hoe ellendig de 9 maanden waren die eraan vooraf gingen. Maandenlang en tientallen keren ben ik Scriptbook gaan voorstellen en net zoveel keer werd ik niet serieus genomen. Ik kan het woord pitchen niet meer horen (lacht). Ik was ambitieus en zag het groot, wat mij niet altijd in dank werd afgenomen. Vaak kreeg ik het advies ‘onderhandel wat meer als een man’. Maar ik dacht fuck it. Trying to be a man is a waste of a woman. Ik ben altijd mezelf gebleven, met momenten emotioneel en dramatisch, want zo ben ik nu eenmaal. Ik had al het imago van een bitch, oftewel een ambitieuze vrouw, dus heb me helemaal laten gaan (lacht).”

Wat vrouwen, en eigenlijk iedereen die geen blanke man van middelbare leeftijd is, nodig hebben, is geen voorkeursbehandeling. Wat wij nodig hebben is opportunity, zoals Chris Rock het zo mooi verwoordde tijdens zijn Oscar-speech. Een opstapje en de kans die blanke mannen zo vaak als vanzelfsprekend aangeboden krijgen.

Enkel met input van een jonger en vrouwelijker publiek, kunnen investeerders de vingers aan de pols houden van wat er leeft in deze wereld. En enkel met het geld en de ervaring van de vorige generatie, krijgen waardevolle startups het duwtje in de rug dat ze nodig hebben. Niet alleen om hun inkomsten te vergroten maar om van deze wereld een betere en eerlijkere plek te maken waarin iedereen een plaats heeft en zakendoen meer is dan het behalen van zo groot mogelijk winstmarges.

Foto: Istock

Schrijf je reactie

3 reacties
  • Versk says:

    Man en vrouw, we vormen een harmonieus geheel om een mens op de wereld te zetten (tussen haakjes, de ene heeft al meer baat bij dat hele systeem dan de andere; kwestie van point of view wie dat dan precies is natuurlijk), maar zodra die eerste hap naar adem voorbij is gaan we allemaal gebukt onder een eeuwigheid aan versleten waarden en normen. Een genderteam is absoluut vereist bij het prille begin van een kiemende mens, maar gaat dan plotsklaps verloren in een kluwen van starre hoofden, de zogenaamde ‘breinen’ van de werkende wereld vol ‘witte wijzen’. Waarom bouwen we niet op dezelfde manier aan de wereld zoals we dat binnen de huiskamer (proberen te) doen?

    We hinkelen een beetje achterop en het is zo stilaan een zielig gezicht geworden. Toch?

  • Kobe says:

    We hebben meer Katharine McCormick’s nodig. Tof artikel!

Jozefien was in een vorig leven art-director bij de vrouwenbladen en is nu kapitein van het Charlie-schip. Haar stokpaardjes zijn gendergelijkheid, beeldvorming in de media en het opvoeden van twee luidruchtige jongens.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen