Boeken

“Fictie is een van de beste manieren om de wereld te begrijpen”

“Fictie is een van de beste manieren om de wereld te begrijpen”

Twintig jaar na haar debuut The God of Small Things brengt de Indiase schrijfster Arundhati Roy deze week haar tweede roman The Ministry of Utmost Happiness uit. Nadat ze met haar debuut uit 1997 als eerste Indiase vrouw de prestigieuze Booker-prijs won, schreef ze vooral essays, onder meer over de Amerikaanse invasie in Irak en Afghanistan, economische ongelijkheid en nucleaire tests in India. Met haar non-fictie verwierf ze bekendheid als een van de felste critici van onrecht in India. In haar nieuwe roman neemt ze de lezer mee op een intieme reis door het land.

Over The Ministry of Utmost Happiness

“In dit boek pas ik een verteltechniek toe waarbij ik een verhaal benader als een stad met allerlei wegen, zijwegen, gebouwen, zichtbare en onzichtbare inwoners. Fictie wordt namelijk getemd, je moet altijd in drie zinnen kunnen uitleggen waar een boek over gaat. Ik wilde een boek schrijven dat je juist niet kunt omschrijven. En ik wilde zeker geen The God of Small Things twee schrijven. Al komen sommige elementen uit dat boek wel terug in The Ministry of Utmost Happiness. Zo speelt een grote bioscoopzaal een rol in beide boeken, blijkbaar fascineren bioscoopzalen me. En een van de karakters uit het boek, Anjum, was ooit wereldberoemd, maar keerde zich af van die roem. In die zin lijkt ze een beetje op mij (lacht).”

“Alle karakters in het boek hebben te maken met grenzen die dwars door hen heen lopen, zoals gender, kaste, afkomst en geloof.”

The Ministry of Utmost Happiness verscheen twintig jaar na The God of Small Things. In de tussentijd schreef ik vooral essays en maakte ik documentaires. Ik voelde me niet verplicht om nog een boek te schrijven. Totdat ik tien jaar geleden ineens merkte dat er zoveel gebeurd was wat ik wilde verwerken, dat ik me weer tot fictie wilde wenden. Fictie is te diepgaand en mooi om het in de eerste plaats dienst te laten doen als informatiemiddel. In mijn boeken probeer ik vooral een complex universum te scheppen. Daarom heb ik tijd nodig om te schrijven, in dit geval heel veel tijd (lacht). De werelden in mijn boeken zijn niet zo toegankelijk. Ik daag lezers uit, het is geen voorgekauwd babyvoer.”

“De karakters in dit boek wonen in ‘het huis van de dromen’, waar mensen met verschillende genders samenwonen. Mannen die vrouwen zijn, hermafrodieten, interseksuelen… Alle karakters in het boek hebben te maken met grenzen die dwars door hen heen lopen. In de eerste plaats de grenzen van gender, maar ook kaste, afkomst en geloof. Het boek gaat onder meer over de moordpartij op moslims in 2002, het Kasjmirconflict (een langlopend territoriaal geschil tussen India en Pakistan over het Aziatische gebied Jammu en Kasjmir, nvdr.) en de manier waarop het kastesysteem India verdeelt. Nog steeds trouwt maar vijf procent van de mensen buiten hun kaste. In dit boek stellen de karakters de houdbaarheid van zulke maatschappelijke kaders en grenzen in vraag.”

“Het woord ‘schrijver-activist’ is vergelijkbaar met het woord ‘slaapzetel’: het doet afbreuk aan beide elementen.”

“Dit boek gaat ook over het concept ‘familie’. In Delhi verdwijnen er jaarlijks duizenden kinderen, maar er duiken ook veel kinderen zonder ouders op. Vooral meisjes worden achtergelaten, want niemand wil afstand doen van een jongen. In dit boek duikt er ook een meisje op dat door het karakter Anjum wordt geadopteerd, maar het meisje kiest uiteindelijk voor een andere familie, waarna Anjum uit verdriet naar een begraafplaats verhuist. Het verhaal raakt daarmee aan thema’s zoals: kun je een volwaardig leven leiden als je geen kinderen wil? Wat is een familie? Wat betekent het als je graag kinderen wil, maar dat niet lukt?”

Over schrijven en activisme

“Negen van de tien keren word ik omschreven als ‘schrijfster-activiste’. Voor mijn gevoel reduceert die term zowel schrijvers als activisten. Dat woord doet afbreuk aan iemand als schrijver en als activist, net zoals het woord ‘slaapzetel’ verwijst naar iets dat geen echt bed en geen echte zetel is. Wat activisme betreft is het een goed moment voor dit boek, maar geen goed moment voor de auteur. Het is in India taboe om te spreken over het Kasjmirconflict, tenzij je lovend spreekt over de manier waarop het Indiase leger in de regio optreedt. Een Indiase politicus die ook een beroemde Bollywood-acteur is, suggereerde dat ik als menselijk schild moest worden ingezet in het Kasjmirconflict. Het raakt me niet echt. Ik denk dan: ik ben bevoorrecht dat ik nog leef. Of misschien leef ik nog wel omdat ik bevoorrecht ben, dat kan natuurlijk ook (lacht).”

“Je hoeft niet regelmatig een boek uit te brengen, maar je moet wel regelmatig lachen.”

“Het is momenteel gemakkelijk om mensen met macht voor het hoofd te stoten in India. Het gebeurt alleen te weinig. Ik vraag me voortdurend af waarom het kastesysteem niet vaker aan de kaak wordt gesteld in films en literatuur. Hoe kan het dat niet meer mensen zich uitspreken tegen de manier waarop kastegeweld geïnstitutionaliseerd is in India? Ik draag met mijn essays mijn steentje bij om dingen te veranderen, maar ik heb niet het gevoel dat mijn taak erop zit. Ik denk niet dat je dat gevoel ooit kunt hebben. Dat zou arrogant zijn. Soms word ik wanhopig van de situatie in mijn land, maar het leven daar draait niet alleen om gruwel en bloed. Het gaat ook over poëzie, muziek en het vinden van schoonheid en geluk op onverwachte plekken. En humor. Je hoeft niet regelmatig een boek uit te brengen, maar je moet wel regelmatig lachen. Dat is belangrijk (lacht).”

“Fictie is een van de beste manieren om de wereld te begrijpen. Ik weet nog goed dat mijn vertaler uit Estland tegen me zei: ‘wat je geschreven hebt is mijn verhaal!’, terwijl die passage zich afspeelde in India en ging over iets dat ik had meegemaakt. Dat doet me eraan denken dat er zoveel verschillende soorten dieren op de wereld zijn, en dat de mens er daar maar eentje van is. Het kan niet zo onmogelijk zijn om elkaar te begrijpen.”

 

Arundhati Roy stelde op 15 juni haar nieuwe boek The Ministry of Utmost Happiness voor in Brussel op uitnodiging van Kaaitheater, Passa Porta en uitgeverij Prometheus. Dit artikel is gebaseerd op het interview dat ze die avond gaf.
Foto: Mayank Austen Soofi

Schrijf je reactie

1 reactie
  • Daan Broos says:

    Misschien volledigheidshalve ook vermelden dat het Annelies Beck was die met veel kennis terzake de boeiende vragen stelde die leidden tot deze antwoorden van een bevlogen en trefzekere Arundathi Roy.

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen