Interview

“Ik ben trots dat ik mezelf een radicale feminist kan noemen”

“Ik ben trots dat ik mezelf een radicale feminist kan noemen”

Maja Ajmia Yde Zellama (24) en Célia Lutangu (31) zijn twee initiatiefnemers van Bledarte, een feministisch kunstcollectief in Brussel dat enkel bedoeld is voor mensen van kleur. “Radicaliteit toont aan dat je gelooft in wat je denkt,” zegt Maja.

Waar komt de naam Bledarte vandaan?
Célia: “Het Frans woord Bledard betekent een immigrant uit Afrika. Als je het woord vrouwelijk maakt wordt het Bledarde en we hebben die uitgang veranderd in Bledarte om er ‘art’, oftewel kunst, in te verwerken. Zo verwijst de naam naar onze roots en onze liefde voor kunst.”

Wat doet Bledarte?
Maja: “We pakken racisme en seksisme in Brussel tegelijkertijd aan door ons te verenigen in een feministisch collectief. We doen dat door evenementen, lezingen, filmvoorstellingen en optredens te organiseren. We zijn nu met negen leden en we zijn allemaal bezig met kunst. Ik studeer film aan Sint Lukas Brussel en Célia studeert kunst voor publieke ruimtes aan de Academie van Schone Kunsten in Brussel. Begin juli heeft ons eerste festivalBledarte Zone Festivalplaatsgevonden.”

“Het gaf echt voldoening om mensen uit verschillende hoeken van Brussel samen te brengen.”

Célia: “Het was de bedoeling om mensen van kleur in de spotlights te zetten. Alle muzikanten, DJ’s, kunstenaars en gastsprekers waren mensen van kleur. Een van onze gastsprekers was bijvoorbeeld schrijfster Heleen Debeuckelaere. Ze sprak over de representatie van vrouwen van kleur in de media. Natuurlijk mochten er ook witte mensen komen genieten van het festival.”

Maja: “Het festival was een succes, zeker voor een eerste editie. Het gaf echt een gevoel van voldoening om mensen uit verschillende hoeken van Brussel samen te kunnen brengen.”

Hoe zijn jullie begonnen?
Maja: “We hebben elkaar gevonden in 2017 en hebben vooral eerst tijd genomen om racisme en seksisme te bespreken en te definiëren, voordat we evenementen begonnen te organiseren. Een van die eerste bijeenkomsten was heftig. De meisjes hebben toen gesproken over waar ze mee inzitten, welke situaties ze kotsbeu zijn. Er kwamen verhalen naar boven die we nooit eerder met iemand hadden besproken.”

“Eindelijk voelden we ons veilig om te praten over racisme en seksisme.”

“Het was intens en emotioneel, we hebben toen wel veel gehuild. Ik denk dat het zo intens was omdat we ons eindelijk veilig voelden om te praten over racisme en seksisme. Eindelijk voelden we ons begrepen en serieus genomen. We wisten van elkaar dat we niet aan het overdrijven waren. We geloofden en herkenden elkaars verhalen; het waren vaak situaties die we allemaal al eens meegemaakt hadden. Het is de bedoeling dat we meer van deze conversatietafels organiseren zodat er meer vrouwen hun verhaal kunnen doen en gehoord worden.”

Maja. Foto: Kubra Mayda

Worden er in Brussel niet al veel evenementen rond racisme georganiseerd?
Maja: “Er zijn wel bijeenkomsten en lezingen in Brussel die over racisme gaan, maar die zijn vooral in de Beursschouwburg en andere locaties waar met name een wit hoogopgeleid publiek komt. Bledarte wil de de minderheden uit de ‘arme’ buurten van Brussel, die normaal worden uitgesloten bij debatten rond racisme, betrekken bij het onderwerp.”

Wat doe je om deze mensen te bereiken?
Maja: “We houden conferenties, workshops en feestjes. Met de workshops en conferenties proberen we op een laagdrempelig niveau mensen van alle opleidingsniveaus en achtergronden in te lichten over thema’s zoals politiegeweld en gentrificatie. Onze laatste workshop ging bijvoorbeeld over hoe je omgaat met racistische leraren of leerlingen.

“Mensen staan er niet bij stil dat politiegeweld ook bestaat in België.”

Op zich gaat het allemaal heel natuurlijk. Ik zie iemand in mijn wijk en spreek die persoon aan. Waar zit ze mee in? Zo leren we bij over wat er leeft in Brussel en waar deze vrouwen nood aan hebben. We bediscussiëren de problemen onderling in Bledarte en we nodigen deze mensen uit op onze evenementen en conferenties.”

Célia: “We zijn nog maar net begonnen, maar we zijn van plan om in de toekomst meer tentoonstellingen, filmvoorstellingen en festivals te organiseren. We zijn rustig aan bezig om een groter festival te organiseren voor de zomer van 2019 .”

Waarom juist politiegeweld en gentrificatie?
Maja: “Ik heb in Brussel veel politiegeweld gezien, kennisgemaakt met Maghrebijnse moeders van wie de zonen onterecht te maken hebben gehad met politiegeweld. Ik vind dat vreselijk. Het is misschien niet even erg als in Amerika, maar mensen staan er niet bij stil dat politiegeweld ook bestaat in België. Wij willen het probleem bespreekbaar maken.

Hetzelfde geldt voor gentrificatie. De aflopen jaren hebben Molenbeek en Schaarbeek daarmee te maken gehad. Dit zijn wijken waar voornamelijk Turkse  en Marokkaanse gastarbeiders onderdak vonden, maar steeds meer jonge mensen met een laag inkomen verhuizen erheen vanwege lagere huurprijzen. Waardoor de huurprijzen weer stijgen en vooral lokale jongeren er last van hebben dat hun ‘plekjes’ worden ingenomen door de witte middenklasse. Het gebeurt wereldwijd wel eens dat jongeren dan vandalisme gebruiken als reactie. Daarom vinden we het noodzakelijk dat we hen inlichten over dit fenomeen en hoe ze ermee moeten omgaan. Zo hopen we het vandalisme te vermijden in deze buurten. Het is natuurlijk niet zo erg als in Berlijn, maar het is wel een issue.”

Celia: Foto: Kubra mayda

Jullie noemen je een kunstcollectief. Zijn jullie van plan om samen kunst te produceren?
Célia: “Nog niet. We organiseren tentoonstellingen, maar een gezamenlijk werk maken is nog niet voor nu. Momenteel hebben we een vrij druk schema. Beursschouwburg in Brussel heeft ons geboekt voor lezingen en we zijn ook gevraagd om te draaien op feestjes van Subbacultcha, dat is een underground print en onlinemagazine gewijd aan muziek en kunst. Ik denk wel dat het er in de toekomst van gaat komen, en de werken die we nu al op persoonlijke titel maken zijn vaak geïnspireerd door racisme, seksisme en feminisme.”

Een collectief voor enkel vrouwen van kleur, krijgen jullie daar geen commentaar op?
Maja: “We krijgen daar heel veel commentaar op. En ik vind het normaal dat we daar kritiek op krijgen.”

“Je kan nooit te veel tegen seksisme of racisme zijn.”

Hoe reageer je daarop?
Maja: “Ik antwoord dan dat een witte feminist niet met dezelfde problemen kampt als bijvoorbeeld een Arabische feminist. De witte feminist zal proberen om seksisme in reclame aan te kaarten, terwijl ik zou aanklagen dat mijn lichaam als Arabische vrouw niet eens bestaat in reclame of films. Daar zit het verschil. Als ik dit uitleg dan snappen de meeste vrouwen waarom de obstakels die we tegenkomen niet hetzelfde zijn en waarom een collectief enkel voor vrouwen van kleur nodig is.”

Ben je bang dat mensen jullie te radicaal gaan vinden?
Maja: “Ja en nee. Ik vind het goed dat we opvallen. Dat mensen weten wie we zijn en wat we doen. Zeker omdat er vrouwen op zoek zijn naar een collectief als Bledarte. Radicaal zijn is voor mij geen negatief woord. Ik ben trots dat ik mezelf een radicale feminist kan noemen. Je kan nooit te veel tegen seksisme of racisme zijn. Radicaliteit toont aan dat je gelooft in wat je denkt.”

Hoe hebben jullie je roots leren omarmen? Waar hebben jullie je kracht uit gehaald?
Maja: “Uit mijn identiteit, mijn vriendinnen en mijn familie. Het is super belangrijk om rolmodellen te hebben die op ons lijken. In mijn schoolboeken van kunstgeschiedenis en filosofie zag ik alleen witte mannen. Nu weet ik dat er heel veel Arabische vrouwen zijn die ook goede dingen schrijven en maken in de kunstwereld.”

Wie zijn jouw rolmodellen?
Maja: “Um Kathloum, een Egyptische zangeres uit de jaren 20, bijvoorbeeld. Ze slaagde er toen al in zich in het midden van een mannenwereld te vestigen en werd een van de pioniers van het Arabisch feminisme. Um Kalthoum is de eerste vrouw die me trots heeft gemaakt om Arabier te zijn. Haar muziek laat zelfs mijn vader huilen als hij in de keuken staat te koken.

“Um Kalthoum is de eerste vrouw die me trots heeft gemaakt om Arabier te zijn.”

Ik kan het niet over rolmodellen hebben over zonder alle moeders en zussen te noemen die slachtoffer zijn geweest van politiegeweld. Amal Bentounsi, een activiste uit Frankrijk, richtte ‘Urgence, Notre Police Assasine’, oftewel ‘Dringend, onze politie vermoordt’ op, nadat de politie haar broer had vermoord.  Ze is 41 jaar en heeft vier kinderen, maar ze is rechten gaan studeren om zich meer te verdiepen in het onderwerp.”

Vergeet je soms niet dat je meer dan enkel Belg bent?
Célia: “Ja, dat had ik heel hard vroeger, maar het gevaar is dat we op die manier mensen verkeerd laten omgaan met ons. Ik ben half Zwitsers en half Angolees. Mijn zwarte familie wilde altijd dat ik me als ‘een blanke’ zou gedragen. Ik moest me op die manier identificeren. Mijn Zwitserse familie daarentegen wilde altijd mijn haar aanraken en maakte me ervan bewust dat ik niet wit ben.

Het probleem hier is dat de kant van mijn vader, mijn Angolese familie, niet inziet dat dit niet oké is. We moeten ook hun gedachtegoed veranderen omdat zij zijn opgegroeid met de gedachte dat witte mensen meer waard zijn. Daarom willen ze dat we ons ook zoveel mogelijk gedragen zoals zij.

“We zijn de eerste generatie die niet meer moet proberen zo wit mogelijk te zijn. “

Ik weet dat ik niet de enige ben met deze ervaringen. Ik ben niet de enige die soms verward is geweest over haar roots, die moeite heeft gehad om zich ergens thuis te voelen. Daarom moeten we echt op zoek gaan naar mensen die hetzelfde meemaken, zodat we elkaar kunnen helpen om in aanraking te komen met onze roots.

Het is niet verkeerd om je achtergrond te accepteren en daar trots op te zijn. Het is niet logisch om te denken dat ik enkel Zweeds ben, ik ben meer dan dat en dat maakt mij niet minderwaardig. We zijn de eerste generatie die niet meer moet proberen zo wit mogelijk te zijn. De generatie van mijn ouders had die behoefte wel. Ik heb het recht mijn Afrikaanse roots te erkennen. En de politiek moet niet zeggen dat dat de integratie tegenhoudt, want dat is helemaal niet zo. Niemand moet proberen om in onze plaats te spreken, want wij hebben die kracht zelf ook.”

Foto’s: Kubra Mayda

Schrijf je reactie

Kubra Mayda, 20 Kubra (20) studeert journalistiek en heeft een matige afkeer tegenover snel nieuws. Op zoek gaan naar nieuwe niet-alledaagse onderwerpen is haar ontbijt en bron van inspiratie. Doordat ze een afkeer heeft voor het woord ‘mooi’ en ‘schoonheid’ heeft ze een liefde gecreëerd voor het fotograferen van vreemde koppen en lelijke stillevens.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen