Interview

“Ik heb gedacht: wat als ik nu eens overtuigd raak van Wilders?”

Acht vragen aan Simon(e) van Saarloos over het boek ‘Enz.’

“Ik heb gedacht: wat als ik nu eens overtuigd raak van Wilders?”

In 2014 vroeg de Nederlandse politicus Geert Wilders (PVV) aan zijn achterban of zij ‘meer of minder Marokkanen’ wilden. In 2016 stond hij terecht voor deze uitspraak en werd veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Schrijfster en filosofe Simon(e) van Saarloos was elke dag bij het proces aanwezig. Ze schreef er het boek ‘Enz.’ over, dat een verfrissend andere inkijk geeft in het Wildersproces en bijbehorende mediacircus. Foto’s: deBuren

Waarom een boek over Geert Wilders, krijgt die man niet al genoeg aandacht?
Simon(e) van Saarloos: “Ik heb getwijfeld of ik het boek wilde schrijven, of ik echt mijn aandacht wilde richten op iets dat al zoveel aandacht krijgt. Tegelijkertijd is die aandacht er toch al, dus waarom zou ik het dan niet doen? Wilders beheerst al meer dan twaalf jaar de Nederlandse media; je kunt niet van hem wegkijken.

De volgende vraag is dan: denk ik dat ik iets nieuws te vertellen heb? In het begin hoopte ik dat ik van wel, dat ik het fenomeen Wilders zou snappen door het proces te volgen. Al snel merkte ik dat juist het idee dat ik iets moest vinden me beknelde. Ergens zag ik zelfs een overeenkomst met Wilders: ook hij claimt iets te zien wat anderen niet zien of niet durven te benoemen, namelijk ‘het Marokkanenprobleem’. Typisch westerse, zeer funeste reddersdrang.”

“Wat gebeurt er als we verantwoordelijkheid opnemen voor de macht die we Wilders geven door maar te blijven toekijken?”

In ‘Enz.’ vinden we geen grote onthullingen, maar wel een heel persoonlijk verslag van het proces.
“Op een gegeven moment liet ik het idee los dat ik ‘het’ zou begrijpen en begon ik me meer bezig te houden met hoe we ons verhouden tot een figuur als Wilders en tot zo’n proces. Ik wilde onderzoeken wat er gebeurt als we verantwoordelijkheid opnemen voor de macht die we Wilders geven door maar te blijven toekijken terwijl hij steeds extremere uitspraken doet. Wat als we allemaal zouden nadenken over de rol die hij speelt in onze maatschappij en de uitspraken die hij doet – ook al gaan die uitspraken misschien niet direct over jou? Een vruchtbare manier om dat te onderzoeken, leek mij om mijn eigen relatie tot Wilders te onderzoeken en uit te lichten.

Wilders lijkt misschien mijlenver van mij en mijn politiek af te staan, maar hij bestaat in een Nederland waar ik onderdeel van ben… dan mag ik wellicht veronderstellen dat ik in ieder geval ten dele iets te maken heb, zelfs verantwoordelijk ben, voor zijn populariteit.”

Je deed dat door een “anti-hype-blik” te ontwikkelen. Wat bedoel je daarmee?
“Als schrijver of journalist werk je meestal ergens naartoe, je wil een bepaald punt maken en stelt je tekst daartoe in dienst. Dat geeft overzicht, maar daardoor mis je ook een heleboel dingen die niet belangrijk lijken voor je discours. Voor mij staat dat gelijk aan masculiene filosofie, waarbij je de werkelijkheid naar jouw waarheid modelleert, in plaats van dat je de volledige, complexe en chaotische werkelijkheid door laat dringen. Ik probeer voortdurend in vraag te stellen waarom iets een hoofdzaak is en ook aandacht te hebben voor bijzaken. Ik wil mijn aandacht zo breed mogelijk uitsmeren.

“Ik wil mijn aandacht zo breed mogelijk uitsmeren.”

Wilders was bijvoorbeeld nauwelijks bij het proces aanwezig, maar als hij er wel was, dan schoot iedereen overeind. Je voelde die opwinding door de zaal gaan, je voelde de gretigheid. In plaats van daar volledig in mee te gaan, probeerde ik zulke dingen op te merken en me bewust te blijven van wat er nog meer gebeurde. Daarom heb ik ook relatief veel aandacht besteed aan zogenaamde randfiguren, zoals de griffier of beveiligers.”

Wat levert die blik, waarbij je aandacht probeer te hebben voor alles, op?
“Je zou zo’n rechtszaak bijna volledig op papier kunnen voeren, het zijn allemaal formaliteiten. Je weet welke stappen er op elkaar zullen volgen, al het werk gebeurt achter gesloten deuren. En dat terwijl het een zaak is die de hele samenleving aangaat. De mediamakers die aanwezig waren, waren bijna allemaal wit. Dat maakt dat de verslaggeving niet komt vanuit mensen die een direct effect voelen op hun leven door de uitspraken van Wilders.

Er zit weinig ‘geleefdheid’ in zo’n proces, discriminatie wordt vooral besproken als iets waarvan op papier staat dat het niet mag. Het woord racisme kwam zelfs niet eens ter sprake, totdat Wilders zelf aan de rechtbank vroeg ‘noemt u zeven miljoen Nederlanders racisten?’, refererend aan zijn achterban. Zo’n proces heeft dus iets artificieels. Ik wilde het meer geleefd maken, door aandachtig te zijn voor alles, vooral het lichamelijke. Hoe voelt het om in die zaal te zitten wanneer je telefoon ineens geluid maakt en iedereen naar je kijkt? Waarom druk ik harder op mijn pen als ik meeschrijf wanneer Wilders aan het woord is? Waar dwalen mijn gedachten naar af en wat zegt dat?

“De rechters voelden ze zich genoodzaakt om voortdurend te reageren op de ideeën en taal van Wilders.”

Wat ik ook zag, was hoe de rechtbank telkens reageerde op Wilders. Hoewel de rechters leidend zouden moeten zijn in de rechtszaal, hun eigen habitat, voelden ze zich genoodzaakt om voortdurend te reageren op de ideeën en taal van Wilders. Zo verdedigde de rechtbank keer op keer dat deze zaak geen ‘politiek proces’ was. Dat leek Wilders vervolgens alleen maar aan te moedigen om de rechtszaak nóg een keer een ‘politiek proces’ te noemen en om de rechters van partijdigheid te beschuldigen. Je kunt het nog zo hard ontkennen, maar je hebt de taal van Wilders dan al herhaald; je volgt zijn patroon van aandacht.”

De titel ‘Enz.’ verwijst naar die volledige manier van beleven en omschrijven, maar ook naar Wilders zelf. Waarom koos je deze titel?
“Voor mij is Enz. een heel poëtische uitdrukking. Dat heeft Wilders maar mooi gevonden (lacht). Het komt uit het partijprogramma van zijn PVV, dat een A4 besloeg en waarin hij wilde bezuinigen op ‘ontwikkelingshulp, windmolens, kunst, innovatie, omroep enz.’

Die ‘enz.’ is super belachelijk, maar het is ook eerlijk. Wilders is zelden voor iets, we horen vooral waar hij tegen is. Het begint met de Islam en dan volgt er een hele rits andere dingen waar hij tegen is, bijna als een rijtje dominostenen die omvallen. ‘Enz.’ is maar drie letters, maar omvat tegelijkertijd alles. Je kunt zo’n gimmick, net zoals de tweets van Trump, onzin vinden en middels feiten en fact checking willen weerleggen, maar dat heeft weinig nut. Wat populisten als Wilders of Trump zeggen heeft impact, hoe vaag of onjuist het inhoudelijk ook is.

“We moeten niet met ‘minder’ op Wilders reageren, maar met meer: méér complexiteit toestaan, meer perspectieven.”

Wanneer je een weinig precies geformuleerde antipathie als ‘ontwikkelingshulp, windmolens, kunst, innovatie, omroep enz’ weglacht, vergooi je ook de mogelijkheid om je – in bredere zin – op een andere manier tot het leven te verhouden. Je volgt bestaande categorieën (bijvoorbeeld: een politicus moet zich correct uitdrukken), in de hoop Wilders daarmee weg te drukken. Je reageert dus conservatief op een conservatieve kracht. Dat ene woordje ‘enz’, zo abstract en open, nodigt uit om voorbij bekende taal en categorieën te formuleren.

We moeten niet met ‘minder’ op Wilders reageren, maar met meer: méér complexiteit toestaan, meer perspectieven, meer verschillende kennisvormen.  Dat, dit méér, is geen paniekreactie. Ik stel deze vragen – ‘Wat doet een politicus?’ of ‘Wat is rechtvaardigheid?’ – niet omdat figuren als Wilders en Trump de huidige orde bekritiseren. Ik stel deze vragen omdat deze altijd al moesten worden gesteld, omdat waarden en instituties meer zouden moeten veranderen dan ze doen en deden. Ik laat me deze fundamentele vragen en de wens tot verandering niet afnemen, omdat rechts de meeste opschudding lijkt te veroorzaken, waardoor we welhaast bang lijken voor opschudding.”

Je zat niet als journalist noch als jurist bij het proces. Voelde je je een buitenbeentje?
“Ik kon de buitenstaander zijn omdat ik voldoende insider was. Er waren bijvoorbeeld ook twee journalisten met Marokkaanse en Turkse roots aanwezig. Hen werd gevraagd of zij bij de benadeelden hoorden. Hetzelfde gold voor rechtenstudenten met een niet-Westers uiterlijk die het proces kwamen volgen. Zij werden door aanwezige Wilders-aanhangers uitgejouwd. Dat waren allemaal mensen die een rol hadden in het proces, maar die toch als ‘ander’ werden benaderd.

“Niemand vraagt me ooit waar ik ‘echt’ vandaan kom, ook al heb ik behalve een Nederlands ook een Amerikaans paspoort.”

Dat overkwam mij niet, ik hoorde er vanzelfsprekend bij. Mijn buitenstaanderschap is dus relatief. Ik heb de privileges van wit-genoeg, vrouw-genoeg, niet uitermate gay ogend, hoogopgeleid… Niemand vraagt me ooit waar ik ‘echt’ vandaan kom, ook al heb ik behalve een Nederlands ook een Amerikaans paspoort. Dankzij mijn privileges kan ik ook makkelijker er niet bij willen horen.”

Je schrijft ergens dat als je maar lang genoeg naar Wilders zou kijken, je misschien verliefd op hem zou worden. Is dat gebeurd?
“Nee, ik vond de rechter Elianne van Rens veel leuker (lacht). Maar ik heb wel over Wilders gedacht: wat als ik nu eens overtuigd raak van jou? Ik heb zelfs oefeningen gedaan om een hele dag islamofobische dingen te denken terwijl ik door mijn buurt in Amsterdam wandelde, waar veel vrouwen een hoofddoek dragen. Ik wilde kijken of ik vatbaar was. Ik denk dat iedereen dat is, alleen al door het superioriteitsidee waarmee witte Nederlanders opgroeien. Ik wilde mezelf uitdagen middels zulke performances. Zonder resultaat overigens: op het moment dat je je bewust bent dat je vatbaar bent, dat je geobsedeerd zou kunnen worden, neemt dat de kracht ervan ook weer weg.”

Je boek ‘Het Monogame Drama’ ging over polyamorie en kon op heel wat media-aandacht rekenen. Koos je met ‘Enz.’ bewust voor een compleet ander onderwerp?
“Voor mij was het logisch om daarna over Wilders te gaan schrijven. Het onderwerp is anders, maar mijn methode is niet veranderd. De bereidheid om alles van waarde te laten zijn en je op die manier te verhouden tot de realiteit is de rode draad in al mijn boeken. In ‘Het Monogame Drama’ zit dat in de gedachte dat je niet al je liefde en aandacht op een persoon focust, maar dat je de mogelijkheid openhoudt om die ook op meerdere mensen te richten. Ik ben nu bezig met een boekje rond het thema ‘herdenken’. Ik vind het een uitdaging om te onderzoeken wat we herdenken en waarom, wat we niet herdenken en waarom, en of we alles zouden kunnen herdenken. Als mensen zeggen ‘je kunt niet altijd voor alles aandacht hebben’, dan denk ik ‘waarom niet?’.”

Simon(e) van Saarloos was op 24 oktober op uitnodiging van Charlie en deBuren te gast op de presentatie van Charlies achtste bookzine. Het boek ‘Enz.’ verscheen eerder dit jaar bij Atlas Contact.

Schrijf je reactie

Selma Franssen is freelance journalist en auteur van 'Vriendschap in tijden van eenzaamheid' (uitgeverij Houtekiet, 2019). Haar werk verscheen onder meer bij Charlie Magazine, OneWorld, De Morgen, De Standaard, The New Statesman, VPRO en Vice. Ze volgde het postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek, ontving een beurs van het Fonds Pascal Decroos voor haar werk en presenteert journalistieke lezingenreeks 'Moeilijke Dingen Makkelijk Uitgelegd'.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen