Longread

Geen vrienden behalve de bergen

Waarom de Koerden IS en Turkije bestrijden

Geen vrienden behalve de bergen

Jozef Devillé trok twee jaar geleden naar Koerdistan en maakte een kortfilm over de Koerdische strijd voor democratisch confederalisme, ofwel radicale vernieuwing van politiek en maatschappij. Sarah Van Liefferinge schreef tekst en uitleg bij de beelden. De volledige kortfilm ‘No Friends But The Mountains’ (met steun van Fonds Pascal Decroos) kan je hier bekijken.

 

Ze werd geboren als Sakine Cansiz in Oost-Turkije in 1958. Sara was haar codenaam, voor de kameraden. Martelaar werd ze op 9 januari 2013, samen met Fidan Dogan en Leyla Söylemez. De drie Koerdische activistes werden koelbloedig neergeschoten in het Koerdisch Instituut te Parijs. Voor het proces gevoerd kon worden stierf de Turkse moordenaar Ömer Günay aan een ziekte. Rond het onderzoek spanden mysterieuze draden zich tot web, maar gefluisterd wordt dat de Turkse geheime dienst MIT de moord plande en dat de Franse staat hen bereidwillig beschermde.

Over Koerdistan en Turkije

Zo’n 36 miljoen Koerden bewonen het gebied Koerdistan, verspreid over Oost-Turkije, Noord-Syrië, Noord-Irak en West-Iran. De bevolking is er zeer heterogeen, van oorsprong een stammencultuur. Toen Atatürk in 1923 het einde van het Ottomaanse kalifaat inluidde, stichtte hij de moderne Republiek Turkije. Hij kwam in conflict met de Britten over de nu Iraakse provincie Mosul, die toegang biedt tot de olievelden van Mesopotamië en de Perzische Golf. De macht van Atatürk moest ingeperkt worden, zo wist men in Europa, de olievelden werden hem niet gegund. Het Verdrag van Lausanne tekende de definitieve grenzen tussen Turkije, Irak en Syrië. Die grenzen lopen dwars door het stammengebied Koerdistan.

“Al in 1935 verworven Turkse vrouwen hun politieke rechten, terwijl dat in België pas in 1948 gebeurde.”

Atatürk bouwde het agrarische Turkije om tot een moderne seculiere natiestaat, en voerde politieke, economische en culturele hervormingen door. Zo werd de shariawet gescheiden van de civiele wet, en liet hij duizenden scholen bouwen om de wijdverspreide armoede en ongeletterdheid te bestrijden. Hij was vooruitstrevend op het vlak van gendergelijkheid en promootte onderwijs voor meisjes. Ook erfenis en scheiding werden wettelijk geregeld, maatregelen die vrouwen bescherming bieden. Al in 1935 verworven Turkse vrouwen hun politieke rechten, terwijl dat in België pas in 1948 en in Zwitserland zelfs niet voor 1971 gebeurde.

Maar om het gevoel van eenheid in de nieuwe staat te versterken, wakkerde Atatürk ook het nationalisme aan. Het Turks werd door een taalcomité gezuiverd van buitenlandse invloeden en verplicht als omgangstaal. Minderheidsgroepen zoals Koerden (1/5 van de Turkse bevolking), Armeniërs en Grieken werden gedwongen om hun taal, religie en cultuur af te zweren, en Turkse namen aan te nemen. De woorden ‘Koerdistan’ en ‘Koerdisch’ werden uit het Turks geschrapt, en ‘Koerden’ waren voortaan ‘Bergturken’. Het verzet tegen deze verplichte assimilatie leidde tot verschillende revoltes, en blijft leiden tot bloedige conflicten. Ook Sakine wou vechten om haar Koerdische identiteit te beschermen, tegen de wil van haar familie in.

©Sander Vandenbroucke

“Vrouw! Leven! Vrijheid!”

Sakine kon zich onmogelijk verzoenen met de ouderwetse familiewaarden die op haar geprojecteerd werden. In de Koerdische traditie, en bij uitbreiding het Midden-Oosten, zijn kindhuwelijken, huiselijk geweld, polygamie, vrouwenbesnijdenis en eermoorden niet vreemd. Ze vluchtte naar Ankara om zichzelf te bevrijden, en ontmoette daar Abdullah Öcalan, een rebelse student. In 1978 richtten ze samen de PKK op, oftewel de Koerdische Arbeiderspartij. Een jaar later werd ze gevangen genomen door de Turkse staat. In de gevangenis van Diyarbakir, de officieuze hoofdstad van Turks Koerdistan, betaalde ze de prijs voor haar communistische en feministische overtuigingen. Samen met vele andere PKK-leden werd ze jarenlang gefolterd.

“Deze vrouwen zijn heilig overtuigd van hun acties vòòr zelfbeschikkingsrecht en gendergelijkwaardigheid, tégen de Turkse staat en IS.”

Pas in 1991 kwam Sakine vrij, nog harder overtuigd van haar missie. Ze zette een vrouwelijk guerilla-leger op poten: de YJA-STAR of “Eenheid van Vrije Vrouwen”. Nog steeds scanderen deze Koerdische strijdsters “Jin! Jiyan! Azadi!” (“Vrouw! Leven! Vrijheid!”) wanneer ze over hun strijd praten, gewapend met fonkelende ogen, donkere vlechten en kalashnikovs. Deze vrouwen zijn heilig overtuigd van hun acties vòòr zelfbeschikkingsrecht en gendergelijkwaardigheid, tégen de Turkse staat en IS, kortom tégen het dominante mannetjesdier dat haat en onderdrukking zaait. Hun naam verwijst naar Ishtar, de historische Mesopotamische godin van liefde en vruchtbaarheid, en tevens van oorlog en gerechtigheid.

De vrijheidsstrijders worden opgeleid in de bergen van Qandil in Iraaks Koerdistan. Het was van hieruit dat de Koerdische milities in 2014 de Yezidi ter hulp snelden, toen die omsingeld werden door IS op de berg Sinjar in Noord-Irak. Ook daar is nu een trainingskamp, waar Yezidi-meisjes die als sexslavinnen verhandeld en verkracht werden door jihadisten, vandaag oprijzen als verzetsstrijders. Deze vrouwen willen niet langer in een slachtofferrol geduwd worden. Ze hoeven niet gered te worden, ze redden zichzelf wel. Ze nemen het recht op zelfverdediging in eigen handen, net als Sakine.

©Sander Vandenbroucke

Murray Bookchin en het democratisch confederalisme

Het conflict met de PKK escaleerde voor het eerst in 1984, na een aanval op twee politiestations in Turks Koerdistan. In 1997 werd de PKK opgelijst als ’terreurorganisatie’ door Turkije en de USA, de EU volgde pas in 2002. Toen, in 1999, werd Öcalan gevangen genomen door de Turkse inlichtingendienst MIT met de hulp van de CIA. Sindsdien leeft hij in levenslange ballingschap op een eiland in de Zee van Marmara. Zijn denkbeelden zijn doorheen de jaren veranderd. Hij beweert te zijn afgestapt van het marxisme-leninisme wegens te autoritair en etatistisch, en raakte geïnspireerd door de anarchistische Amerikaanse filosoof Murray Bookchin, die aan de wieg stond van het libertair municipalisme.

“Maar is een radicaal democratisch alternatief voor de natiestaat mogelijk?”

Bookchin ziet democratische confederaties van autonome regio’s die bottom-up aangestuurd worden door wijk- en stadsraden als een alternatief voor het natiestatenmodel. Dit democratisch confederalisme gaat hand in hand met de sociale ecologie: een leer die zelforganisatie, (gender)gelijkwaardigheid en balans met de natuur bepleit. Ze kadert een post-kapitalistische economie die voorbij het creëren van artificiële schaarste en behoeftes evolueert. Het mensbeeld dat deze theorie propageert is niet gebaseerd op competitie, egoïsme en consumptie, maar op vertrouwen, samenwerking en connectie.

Zowel Bookchin als Öcalan verwerpen de natiestaat omdat zij macht centraliseert en een onderdrukkingsmechanisme vormt, aldus betogen zij. Al bij de creatie van de staat, wanneer grenzen getrokken worden, raakt een groep in- en een andere uitgesloten. Grenzen splijten en solderen territoria en etnische groepen, vormen een succesrecept voor conflict en een bron van nationalisme. Bovendien kent de natiestaat een traditie van kolonialisme en uitbuiting, en ging haar opgang gepaard met de industrialisering van het kapitalisme en de institutionalisering van een geweldmonopolie voor leger en politie. Een Koerdische staat oprichten zou dus onherroepelijk betekenen dat deze zou leiden tot onderdrukking, van zowel Koerden als niet-Koerden. Maar is een radicaal democratisch alternatief voor de natiestaat mogelijk?

©Sander Vandenbroucke

Rojava, een democratisch experiment

In Syrisch Koerdistan, ook bekend als Rojava, ging men aan de slag. Jarenlang opereerde de PYD (de Koerdische Democratische Eenheidspartij) ondergronds en zette ze wijkraden op om een democratie zonder staat te bouwen. Maar in 2012 nam de PYD verschillende steden bestuurlijk en militair over van de verzwakte Syrische regering, die zich terugtrok uit de Koerdische enclaves rond Afrin, Kobani en Amuda langs de Turks-Syrische grens. In het door oorlog geteisterde gebied slaagden de Syrisch-Koerdische milities YPG (Volksverdedigingseenheden) en YPJ (Vrouwenverdedigingseenheden) erin om IS stelselmatig te verdrijven uit steeds meer steden, zoals Kobani en Raqqa. Ze werden hierbij gesteund door een internationale coalitie van 13 landen, waaronder de US en België, met luchtaanvallen, militaire inlichtingen en wapens.

“Er gelden vrouwenquota van 40% in officiële instanties, elke leidinggevende positie wordt ingevuld als een duo-baan door een man en een vrouw.”

Daar waar IS een wreedaardig kalifaat wilde laten verrijzen bovenop de brokstukken van de oorlog, wist de PYD in Noord-Syrië een constructieve beweging voor grassroots democratie op gang te brengen: TEV-DEM. Hier verzamelen niet enkel Koerden, maar ook Arabieren, Yezidi, Turkmenen, Assyriërs en andere etnische groepen, mensen van verschillende partijen en bewegingen, zowel mannen als vrouwen. Zij bepleiten niet langer een eigen natiestaat voor de eigen etnische groep, maar een radicaal ander maatschappijmodel: een confederatie van autonome regio’s met stedelijke democratieën opgebouwd vanuit de wijkraden. Dit model kan volgens hen vanuit Rojava uitgebreid worden naar de rest van Syrië en het Midden-Oosten, ja, zelfs naar de rest van de wereld.

Het gebied Rojava verklaarde zichzelf autonoom in 2013, en in 2016 werd de Democratische Federatie van Noord-Syrië (DFNS) uitgeroepen. Deze telt honderden buurtraden in de drie zelfbesturende regio’s rond Afrin, Jazira en Kobani. Wat deze regio’s en steden bindt zijn een federale volksvergadering, een federale raad en een eigen grondwet. Dit “Charter van het Sociaal Contract” verzekert de inwoners godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting, en verbiedt kindhuwelijken en kinderarbeid. Ook vrouwenbesnijdenis en polygamie werden onlangs verboden.

Verder stelt het charter dat vrouwen het recht hebben om zich te organiseren en deel te nemen aan het politieke en economische leven, en zo alle vormen van genderdiscriminatie te bestrijden. Bovendien gelden er vrouwenquota van 40% in officiële instanties, en wordt elke leidinggevende positie ingevuld als een duo-baan door een man en een vrouw. De Koerdische strijd richt haar pijlen niet enkel op de natiestaat, maar ook op het patriarchaat.

Egalitaire matriarchaten versus autoritaire patriarchaten

Volgens de PKK begint alle onderdrukking, dus ook die van de man, bij de onderdrukking van de vrouw. Zolang het patriarchaat stand houdt kan de mensheid niet vrij zijn, is hun besluit. Maar een matriarchaat is niet simpelweg een maatschappij gerund door vrouwelijke patriarchen, dat zou immers geen wezenlijke verandering betekenen.

Professor Heide Göttner-Abendroth, die al decennialang matriarchale en matrilineaire culturen bestudeert, definieert als volgt: “Matriarchaten volgen het principe van evenwicht tussen de geslachten, tussen de generaties en tussen mens en natuur. Zij zijn de enige echte egalitaire maatschappijen, en kennen intelligente overeenkomsten ter voorkoming van geweld en het behoud van de vrede, en dat in tegenstelling tot patriarchale hiërarchische structuren die gebaseerd zijn op overheersing van anderen en op sociale uitsluiting.” Ook in het dierenrijk bestaan er trouwens matriarchaten, zoals bij de bonobo’s, van wie het genetisch materiaal voor 98,7% correspondeert met dat van de moderne mens.

Onder invloed van de landbouwrevolutie die ingezet werd in Mesopotamië zowat 10.000 jaar geleden, evolueerde het matriarchale maatschappijmodel geleidelijk naar een patriarchale cultuur. De overgang van het nomadische jager-verzamelaar-bestaan naar een sedentaire agrarische gemeenschap bracht voor het eerst landbouwoverschotten. Daar waar de buit van de clan voorheen eerlijk beheerd en verdeeld werd door de moedergodin en de vrouwen, veranderde dat gaandeweg.

“Matriarchaten volgen het principe van evenwicht tussen de geslachten, tussen de generaties en tussen mens en natuur.”

Het surplus raakte ongelijk verdeeld, waardoor er klassenverschillen ontstonden tussen knechten en meesters. Die laatsten riepen de krijgersklasse in om hun bezittingen te beschermen. Ook de priesterklasse bouwde mee aan de bevestiging van de patriarchale macht; de moedergodin Ishtar werd uitgedaagd door dominante oppergoden. Bezittingen werden niet langer matrilineair (van moeder op dochter) maar patrilineair overgeërfd. Stapje voor stapje werd ‘de vrouw’ aan banden gelegd, omwikkeld met schaamte (zo bv. rond menstruatiebloed en seksualiteit), gesluierd en onzichtbaar gemaakt.

Dat het ooit anders was, zo bewijst de Neolithische site van Catalhöyük in Turkije, een stad van enkele duizenden inwoners die bloeide zo’n 9000 jaar geleden. Catalhöyük staat bekend om haar beeldje van de zittende moedergodin, één van de vele figuren die er werden opgegraven. De stad kent geen tempels of paleizen, en de huizen waren er allemaal even groot. Hieruit besluiten wetenschappers dat er geen klassenverschillen bestonden in deze egalitaire samenleving, die waarschijnlijk matriarchaal was.

De doden werden onder de huizen van de stad begraven. Maar de mannen, vrouwen en kinderen die men samen in een graf aantrof, bleken niét genetisch gerelateerd te zijn. Werden de kinderen van Catalhöyük opgevoed als commons, in lijn met het spreekwoord “It takes a village to raise a child”? En bewijst deze ontdekking dat de mens helemaal niet biologisch voorbestemd is om volgens de (patriarchale) concepten van ‘huwelijk’ en ‘kerngezin’ te leven?

Zittende Moedergodin van Catalhöyük – bron: Wikipedia

Jineologie, of de leer voor de bevrijding van de vrouw

Het bestuderen van deze geschiedenis en het herdenken van de patriarchale structuren is het terrein van de jineologie, de Koerdische leer voor de bevrijding van de vrouw, waarvan Sakine één van de grondleggers was. Deze leer wil de genderstereotype invullingen van ‘man’ en ‘vrouw’ omvormen en een ander paradigma ontwikkelen op basis van gendergelijkwaardigheid, een visie waarin vrouwen kunnen vechten en mannen empathisch kunnen zijn.

Ondermeer in de bergen van Qandil worden mannelijke strijders ‘heropgevoed’ en leren ze de geschiedenis herbekijken vanuit een vrouwelijk oogpunt. En dan kan men weinig anders dan toegeven dat vrouwen voor het grootste deel van onze ‘beschaving’ stelselmatig uit de economie, de politiek, de kunsten, de religie, de oorlog, de moraal, de sport, ’t is te zeggen uit alle zogenaamde ‘mannenzaken’ geweerd werden.

“Ook al draaien heel wat vrouwen mee aan de top, dat betekent niet dat er elders geen slavernij en onderdrukking meer bestaat.”

Jineologie is zeker geïnspireerd door de Westerse feministische beweging, maar haar aanhangers hebben ook kritiek op dit liberale feminisme, dat volgens hen eurocentrisch, elitair en te weinig holistisch is. Ze zien hoe dit feminisme uitmondde in het recht van vrouwen om zich als dominante patriarchen te gedragen, met Margaret Thatcher als schoolvoorbeeld. En ook al draaien heel wat vrouwen ondertussen mee aan de top van de politiek en de zakenwereld, dat betekent allesbehalve dat er elders geen slavernij en onderdrukking meer bestaat.

Jineologie biedt een globale en intersectionele blik, die de verschillende lijnen van onderdrukking apart en als een kruispunt bekijkt. Zowel het patriarchaat, de natiestaat als het kapitalisme zijn tirannieke instrumenten die elkaar versterken. Daarom moet de strijd voor universele vrijheid gevoerd worden op elk van deze drie terreinen.

©Sander Vandenbroucke

Erdogan in Afrin

Raqqa, de voormalige hoofdstad van de Islamitische Staat, werd in oktober 2017 bevrijd door Koerdisch-Arabische milities. De regio is deel geworden van de Democratische Federatie van Noord-Syrië, die ondertussen tot aan de Eufraat reikt. Maar nu IS onder controle is gebracht, borrelt de spanning tussen Turkije en de Koerden weer op. President Erdogan vreest de autonome regio DFNS, waarvan het succes snel kan overslaan naar de andere kant van de Turks-Syrische grens, naar de Turkse Koerden wiens vrijheidsdrang groot is. De Koerden vormen een doorn in het oog van Erdogan, die droomt van een neo-Ottomaans Turkije waarvan de invloed tot ver voorbij de huidige landsgrenzen reikt. Dààrom bestookt Erdogan sinds 20 januari de Syrisch-Koerdische enclave Afrin.

Voor deze veldslag werkt het Turkse leger samen met een bont allegaartje van milities en huurlingen, waaronder duizenden ex-strijders van al-Qaeda en IS. Deze organisaties mogen dan wel uitgeteerd lijken (al spreken de allerlaatste berichten over een heropleving van IS in Syrië), hun extremistisch gedachtegoed is niet verdwenen. Dat gaat hoogstens even ondergronds, op zoek naar een nieuwe voedingsbodem en verse allianties, om dan weer op te duiken onder een andere naam. Veel van deze jihadistische huurlingen zwerven trouwens al jarenlang van oorlog naar oorlog, opgefokt door amfetamines, financieel gevoed door Saudi-Arabië en Israël, strijdend met wapens aangeleverd door het Westen. Vrouwelijke guerilla’s die in de handen van deze barbaren vallen worden gruwelijk verminkt; hun borsten worden afgesneden als statement.

De nationalistische Turkse overheid steunt het wreedaardige jihadisme. Ze begaat oorlogsmisdaden en maakt burgerslachtoffers in Afrin. Ze negeert de resolutie van de VN-veiligheidsraad die opriep tot 30 dagen wapenstilstand in heel Syrië. Ze nam duizenden kritische activisten, journalisten en politici gevangen, waaronder vele Koerden. Toch blijft de Turkse propagandamachine claimen dat dit een ‘war on terror’ is.

“We kunnen ons laten inspireren op ons eigen terrein en in onze eigen levens.”

Daar waar de internationale gemeenschap de Koerdische milities enkele maanden geleden nog militair ondersteunde bij hun strijd tegen IS, laat ze hen nu in de steek tegenover agressor Turkije. Waarom? Geen van deze coalitielanden heeft belang bij een radicaal democratisch alternatief voor de natiestaat. Verraad, alweer. En zo wordt het oude gezegde opnieuw van toepassing: “De Koerden, die hebben geen vrienden behalve de bergen.”

Maar wij, gewone stervelingen, kunnen het Koerdische verzet wél steunen. We kunnen ons laten inspireren op ons eigen terrein en in onze eigen levens. We kunnen strijden tegen onderdrukking en autoritarisme. We kunnen bouwen aan een democratie zonder staat, vanuit wijkraden en volksvergaderingen. We kunnen ijveren voor egalitaire en post-kapitalistische steden en regio’s, die op hun beurt democratische confederaties kunnen vormen. En voorlopig hebben we daar geen kalashnikovs voor nodig.

Niemand kan de toekomst voorspellen. Niemand weet of het Koerdisch experiment met het democratisch confederalisme zal slagen. Maar dat ze de poging wagen, en de strijd aangaan tegen de onderdrukking die het nationalisme, het patriarchaat en het kapitalisme voortbrengen, dàt verdient onze aandacht en aanmoediging.

 

Tekst: Sarah Van Liefferinge en Jozef Devillé
Met steun van Fonds Pascal Decroos
Foto’s: Jozef Devillé / Sander Vandenbroucke

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen