Interview

“Absolute vrijheid is een illusie en bovendien onwenselijk”

Jan De Dekens zoektocht naar geluk

“Absolute vrijheid is een illusie en bovendien onwenselijk”

Jan De Deken werkt als freelance journalist. Gewapend met een pak onderzoeksresultaten, trok hij de wereld rond, op zoek naar wat anderen gelukkig maakt. Zijn reis, die begint met een ayahuascatrip in Peru en eindigt in Congo, resulteerde in het boek ‘Melk, honing, kerosine – Op reis naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld’. “Waar meer gelijkheid is tussen mannen en vrouwen, en vooral, tussen rijk en arm, daar zijn mensen gelukkiger.”

Je boek begint met een ayahuascatrip in Peru. Toevallig of niet?
“Eigenlijk heb ik die reportage geschreven los van het boek, nog voor ik aan de zoektocht over geluk ben begonnen. Ik zat op een vliegtuig richting Bolivia, om na mijn studies aan het grote, vrije leven te beginnen, en toen we een tussenlanding maakten in Lima, Peru, besloot ik nogal impulsief uit te stappen. Ik had heel sterk het gevoel dat ik daar uit het vliegtuig moest, hoewel ik toen minder mijn intuïtie volgde dan nu. Maar ik moest eruit. Een plek om te overnachten had ik niet geregeld, dus ben ik vanuit een kiosk in de luchthaven beginnen te bellen naar goedkope hostels. Het eerste dat plaats had, was het Ayuahasca Hotel (lacht). De eigenaar heeft me daarover verteld, want ik kende dat helemaal niet. Wat interessant om een stuk over te schrijven, dacht ik, al is de persoonlijke impact enorm geweest.”

“Ik heb enkele sessies met ayahuasca gedaan. De eerste was een privéceremonie met een sjamaan en zijn vrouw, samen met mijn toenmalige Peruaanse vriendin – ik had haar enkele weken eerder leren kennen. Voor je begint, spreek je een intentie uit. Bij mij was dat meer tevredenheid: hoe kan ik content zijn, zonder altijd meer te willen? Dan drink je de ayuahascathee en begint het. Ik hallucineerde; ik zag bijvoorbeeld een kikker naar me staren en schimmen probeerden me mee te lokken en ik wilde niet. De sjamaan zong liedjes om ze weg te jagen en de goede geesten aan te trekken. Op een gegeven moment werd alles donker en akelig en moest ik overgeven, en toen was het eruit. Vanaf dan voelde ik alleen gelukzaligheid. Mijn vriendin had een heel zware trip, maar ik voelde me verlamd en kon ik niet rechtstaan om haar te troosten. Ik heb enkel in gedachten haar hand vastgepakt. Ze heeft dat gevoeld, vertelde ze nadien.”

“We geloven wat wetenschappelijk is aangetoond, niet wat we voelen.”

“Dat past natuurlijk niet binnen het Verlichtingsdenken waarin we in het Westen worden grootgebracht. We geloven wat wetenschappelijk is aangetoond, niet wat we voelen. Terwijl in niet-westerse culturen het gevoel juist heel sterk aanwezig is. Ik kan dat moment met mijn vriendin nog altijd niet verklaren. Ik heb nagedacht over dit hoofdstuk: moet ik dit schrijven? Het is het meest persoonlijke dat in het boek staat. Het is niet mijn bedoeling om ayahuasca aan te bevelen. Proberen of niet, dat moet ieder voor zich uitmaken. Zonder risico is het niet, er zijn gevallen bekend van mensen die in psychose geraken. Maar voor mijn boek en mij is de ervaring relevant. Ik denk dat de plant me heeft laten zien, voor het eerst in mijn leven, dat het mogelijk is om te genieten van het moment.”

Pure mindfulness.
“Ik denk dat je al jaren bezig moet zijn met meditatie, of mindfulness om dat stadium te bereiken (lacht). Al zal het effect van mindfulness vermoedelijk wel duurzamer zijn.”

“Verder is heel die periode bijna een overgangsrite geweest: het moment dat al mijn illusies en naïviteit in elkaar zijn gestort. De absolute vrijheid waarnaar ik op zoek was? Die bleek onbestaande. In een tweede sessie met een sjamaan zag ik mezelf vader worden. Dat zien heeft me voorbereid, toen het zover was. Een paar maanden later verwachtte ik met mijn nieuwe vriendin een zoontje. Ik ben ervan overtuigd dat ik daar dankzij die ceremonie goed op heb gereageerd. Anders had ik misschien de optie abortus overwogen. We zijn zo opgevoed: geen job of zekerheid en je kent elkaar pas? Dan ga je dat gesprek aan: houden we het kind of niet? Maar met deze vriendin, een Peruaanse, was dat geen optie, op een continent waar abortus voor veel mensen taboe is.”

“Ik heb geleerd dat je geen controle hebt over de dingen. En dat de dingen soms beter uitdraaien hoewel je er niet voor hebt gekozen. Ik ben blij dat ik snel en lang voor ik het ooit had gepland, een kind heb gekregen. Ik weet nu: absolute vrijheid is een illusie en bovendien onwenselijk.”

Welke inzichten heb je nog overgehouden aan je reizen?
“In Amerika ben ik specifiek gaan onderzoeken of je gelukkig wordt van ambitie. Ik heb gezien hoe belangrijk het is om dingen te doen met de juiste drijfveren. Ik heb in Hollywood veel mensen ontmoet die hun met bladgoud bedekt dromen proberen waar te maken. Je hebt mensen die acteren omdat ze daar plezier uithalen en mensen die acteren omdat ze beroemd willen worden. Ergens wil iedereen natuurlijk altijd appreciatie, maar ik zag toch een groot verschil tussen zij die het vooral doen met het oog op roem.”

“Ik heb geleerd dat je geen controle hebt over de dingen. En dat de dingen soms beter uitdraaien hoewel je er niet voor hebt gekozen.”

“Ik wilde reizen omdat ik dat plezant en interessant vind. De combinatie met journalistiek leek me perfect om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Freelance journalistiek is zwaar. Het zijn lange weken, niet goed betaald, en je leidt een onzeker bestaan. Wanneer die nadelen de bovenhand halen, herinner ik mezelf eraan waarom ik het doe. Om te reizen dus, en om nieuwe dingen te leren die ik mag overbrengen aan een breed publiek. Ik hou dat bewust voor ogen. Dat ik niet meteen een woonlening zal krijgen om een huis te kopen, is dan jammer. Maar uiteindelijk is dat huis niet het meest essentiële in mijn leven. Dat ben ik gaan beseffen door het boek. Je kan niet alles willen.”

In Myanmar

Over ambitie gesproken: voor dat onderwerp ben je verhalen gaan sprokkelen in de Amerikaanse porno-industrie.
“Mensen die gepassioneerd zijn door wat ze doen, verwacht je niet meteen te vinden in de porno-industrie. Maar ze zijn er wel, ondanks de treurnis van die hele sector. Ik heb op de set gestaan van een pornofilm in Los Angeles waar het meisje daar niet tegen haar wil was, ze zag het als een opstapje om rijk en beroemd te worden, maar je zag dat ze er helemaal geen zin in had. Ze vertelde achteraf dat ze het wel graag deed, seks en porno, maar met jongere mannen. Het contrast met pornoactrices die ik sprak in San Francisco was enorm. Naast Berlijn vind je daar de grootse bdsm-gemeenschap in de wereld. Ik ben naar het hoofdkwartier gegaan van Kink.com, die allerlei gespecialiseerde sites hebben: van femdom en mannen die gemarteld worden tot waterboarding, elektrocutie, voetfetisjisten en groepsverkrachting.”

Is groepsverkrachting bdsm – bondage, discipline, sadomasochisme?
“Ik ben geen specialist, maar de essentie van dat bedrijf is dat die mensen daar uit vrije wil staan. Op het einde van elke video, of zelfs van elke trailer, van Kink.com zie je de deelnemers, de slaven, naast hun meesters of meesteressen staan en vertellen ze hoe fantastisch ze het allemaal vonden. Je ziet de gestokete blik in hun ogen. Ik vind: als mensen hun plezier daaruit halen en ze doen niemand kwaad, moet je dat vooral niet verbieden.”

“Een van die vrouwen werkte in het gewone leven in een winkel, maar ze kickte erop, om zichzelf te martelen, live, voor een online publiek. Een ander deed vanilla porn – gewone porno – voor het geld, en de kinky dingen juist voor haar plezier.”

Hoe bepalend is gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen voor het geluksgevoel?
“Zeer belangrijk. Zo is Japan een van de meest genderongelijke landen onder de ontwikkelde landen ter wereld. Mannen en vrouwen willen er geen relaties meer aangaan. Het is heel extreem. Volgens het Japanse bevolkingsinstituut verkiest 90 procent van de jonge vrouwen het vrijgezellenbestaan boven het beeld dat ze hebben van een huwelijk. Negentig procent!”

“De helft van de jonge Japanners zegt dus geen enkele behoefte aan seks te hebben.”

“Japan heeft een paar decennia van economische crisis achter de rug. Vroeger ging de man werken en bleef de vrouw thuis, zoals hier vroeger. Het was het bedrijf van de man dat voor het gezin zorgde, en waar hij zijn trots en identiteit uithaalde. Maar goedbetaalde, voltijdse jobs werden schaarser, waardoor één inkomen niet meer volstond, en ook vrouwen gingen werken. Alleen zijn Japanse mannen het niet gewend om te helpen in het huishouden, waardoor werkende vrouwen thuis een tweede job hadden. Eenmaal zwanger, hoeven vrouwen niet meer te rekenen op een promotie. Vrouwen moeten haast gek zijn om aan een gezin te beginnen. En het zelfvertrouwen bij de mannen zit dan weer op een dieptepunt. Een nogal traditionele therapeute die ik sprak, vond dat het ook vooral de schuld was van de vrouwen, omdat zij alleen maar een oudere, rijkere man wilden trouwen.”

“Maar de helft van de jonge Japanners zegt dus geen enkele behoefte aan seks te hebben. Veel vrouwen durven er niet aan te beginnen omdat ze bang zijn voor de implicaties. Ze zijn slecht ingelicht over voorbehoedsmiddelen. Je kan alles kopen in Tokio, behalve een vaginale ring. Opvallend is dat, voor zo’n hoogopgeleid land.”

Viagra was eerder goedgekeurd in Japan dan de pil.
“Dat vertel ik in het boek omdat het zo veelzeggend is. Volgens een gynaecologe die ik sprak, is dat altijd al een bewust overheidsbeleid geweest, om vrouwen niet te veel macht toe te kennen over hun lichaam – en dus ook niet over een relatie.”

Tegelijk zie je de meest bizarre seksuele uitspattingen – ik las iets over nylons met insecten erin?
“Uit meer dan 400 bladzijden haal je dat eruit (lacht). Zolang mensen niet denken dat het boek alleen over seks gaat – dat is niet zo. Voor mij ligt dat allemaal in de lijn van wat de essentie is: eenzaamheid en een gebrek aan relaties. Veel Japanners stoppen met seks als ze een gezin hebben. Ze zien het als iets voor jonge mensen. Het heeft iets heel verwrongen, allemaal. Er is een heel foute fetisj rond seks en jeugdigheid. Ik ben niet snel gechoqueerd, maar ik heb daar kinderporno in winkels zien liggen.”

Ik heb ooit een reportage over kinderporno gezien en zou willen dat ik die beelden kon – on-zien. Ik heb er nog nachtmerries over.
“De beelden uit die winkel waren geen bewegende – dat helpt. Ik heb ze meteen gewist. Als journalist vind ik het interessant om naar oorlogsgebied te trekken – leuk zou ik het nooit noemen, wel interessant – maar aan dat onderwerp wil ik nooit beginnen.”

“Ik heb gesproken met vrouwen die tegen het beeld vechten van de Congolese vrouw als verkrachtingsslachtoffer.”

Ik vond de eerste helft van je boek luchtiger, met die ayahuascatrip in Peru, je belevenissen op het alternatieve Burning Man Festival en tussen de mensen die off the grid leven op Hawaï. Later ga je naar Japan en Congo: niet echt plekken om vrolijk van te worden.
“Het is zeker niet mijn bedoeling om mensen ongelukkig te maken. Maar ik ben geen zelfhulpgoeroe. Ik beschrijf wat ik zie. Het laatste hoofdstuk speelt zich af in Oost-Congo, waar er al een jaar of 25 oorlog is. Ondanks de oorlogsomstandigheden die voor schrijnende verhalen zorgen, staan er inspirerende verhalen in. Ik laat Congolezen aan het woord die nog altijd geloven in vooruitgang, en dat hun land een welvarend en fantastisch land kan worden. Ik heb gesproken met vrouwen die tegen het beeld vechten van de Congolese vrouw als verkrachtingsslachtoffer…”

Je beschrijft de commercialisering van verkrachtingsslachtoffers in Congo.
“Dat gaat terug tot de uitspraak van een belangrijke VN-topman die Goma de verkrachtingshoofdstad van de wereld noemde. Plots kwamen de fondsen toegestroomd, tenminste, als er verkrachtingsslachtoffers werden geholpen. Dan kreeg je ngo’s die elkaars slachtoffers afsnoepten. Het komt erop neer dat die vrouwen drie keer verkracht worden: eerst door hun verkrachter, de tweede keer door hun gemeenschap vanwege het stigma en een derde keer door een ngo die hen wil gebruiken voor het geld. Maar het is een genuanceerd verhaal. Ik wil vooral niet dat mensen nu niets meer aan ngo’s geven.”

“Ik laat die zaken aanklagen door directrices van ngo’s die wel heel goed werk verrichten rond vrouwenrechten: zij zijn de eerste om dit soort wantoestanden aan de kaak te stellen. Als je vroeger wilde dat een kind naar school ging, vertelde een vrouw, moest je vooral zeggen dat het een kindsoldaat was. Of het in armoede was opgegroeid, door andere kindsoldaten verkracht was of geen ouders had, telde allemaal niet mee. Als het maar een kindsoldaat was. Dat zegt ook veel over ons.”

Foto: Arne Gillis

In hoeverre tast onrecht jouw geluksgevoel aan?
“Ik heb het in mijn boek over intrinsieke motivatie: mensen zijn gelukkiger als ze hun werk nuttig vinden. Mijn intrinsieke motivatie zit in onrecht en ongelijkheid. Waar meer gelijkheid is tussen mannen en vrouwen, en vooral, tussen rijk en arm, daar zijn mensen gelukkiger. Daar is veel onderzoek naar gedaan en daar geloof ik echt in. Ongelijkheid en discriminatie komen terug in bijna alle artikels die ik schrijf.”

“Onrecht frustreert me, maar het is mijn drijfveer om aan journalistiek te doen.”

“Ik heb een schild als journalist. Je kan niet ter plekke in tranen uitbarsten als je iets schrijnend ziet. Dat heeft geen zin. Maar dingen blijven me wel bij. Een vrouw in Nigeria die vertelt hoe haar oud-leerlingen haar man en zonen voor haar neus afknalden. En vijf jaar geleden, toen Human Rights Watch al sprak van een genocide maar haast niemand zich interesseerde in het onderwerp, kreeg ik in een vluchtelingenkamp voor de Rohingya een baby in handen geduwd van een jonge vader. Het was een gast van mijn leeftijd, met een baby van een paar maanden oud, maar het kind zag er prematuur uit, alsof het elk moment kon sterven. Mensen durfden hun kinderen niet naar het ziekenhuis te sturen, omdat ze er zelfs met banale aandoeningen niet levend van terugkwamen. Dat kwam hard aan. Daar heb ik een slag van gehad. Ik had zelf een zoontje dat nauwelijks een paar maanden ouder was en keek in een soort spiegel. Toen heb ik tegen de tranen gevochten.”

“Maakt me dat ongelukkiger? Onrecht frustreert me, maar het is mijn drijfveer om aan journalistiek te doen. Door dat druppeltje te proberen bijdragen, een onderwerp in de aandacht te brengen, wordt het opgepikt, hopelijk heb ik zo mee een impact op de beslissingen van anderen, van overheden en ngo’s. Ik zou ongelukkiger zijn als ik niets zou doen.”

Foto boven: Op het Burning Man Festival. Foto Miguel Hahn
 ‘Melk, honing, kerosine  – Op reis naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld’ van Jan De Deken is uitgegeven bij Singel Uitgeverijen / Querido.

Schrijf je reactie

Als journalist weigert Ann-Marie Cordia al vijftien jaar lang te kiezen tussen de serieuze schrijfsels, de curieuze en de amoureuze. Ze schreef al voor Het Laatste Nieuws, NINA, Goedele en De Morgen, maar haar ziel blootleggen doet ze alleen op Charlie.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen